Plaats in het gezin
Op een dag werd je geboren in jouw gezin. Het lot gaf je jouw plaats, waardoor je het eerste, het tweede, het zevende of het zeventiende kind van je ouders werd.
Die plek in het gezin is niet zonder betekenis. Je begrijpt vast dat dat van invloed is op je ontwikkeling als kind. Die plaats in dat gezin vormt je en heeft invloed op je karakter, op je doen en laten. Die plek geeft jou andere eigenschappen, kenmerken en mogelijkheden dan jouw broers en zussen. Die plek heeft invloed op je werk, het heeft invloed op de manier waarop je je relatie vorm geeft. Dit is iets anders dan de rol die je vervuld in het gezin. (lees daarover: Rollen-in-het-familiesysteem)
Die plek wordt gevormd door broers en/of zussen die (mogelijk) voor jou en/of na jou geboren werden, maar ook door eventuele miskramen en vroeggeboortes met overlijden tot gevolg.
Voor elke positie geldt dat je gewenst, ongewenst en/of niet gepland kunt zijn. Ook dat heeft een enorme invloed op je leven. Zo ontstaat jouw blauwdruk (lees hierover: Blauwdruk-van-je-leven). Daarover gaat dit artikel niet.
Ik heb het in dit artikel ook niet over het gedrag van de kinderen ten opzichte van elkaar en van (de reactie daarop van) de ouders. Er kunnen kinderen op een voetstuk zijn gezet; er kunnen kinderen zijn buitengesloten; er kunnen kinderen zijn gepest door vader en/of moeder en/of broer en/of zus.
Laten we de posities en hun invloeden eens bespreken. We beginnen met de vier grondtypen:
De oudste
Als oudste kind ben je het eerste kind van je ouders (open deur-opmerking). Jij maakt je ouders ouders. Voor jouw geboorte waren ze een man en een vrouw en hadden een relatie met elkaar. Jij bracht daar als oudste een extra dimensie aan. Elk kind is in het gezin een keer de jongste, maar alleen de oudste is de oudste en blijft de oudste.
De ouders genieten over het algemeen van alle eerste dingen die het kind doet.
De ouders willen het bij een oudste graag goed doen en over het algemeen zelfs beter dan hun ouders het gedaan hebben. Daardoor zitten de ouders vaak veel te veel bovenop het kind.
Aan de andere kant krijgen oudste kinderen ook (wanneer er broertjes en zusjes komen) verantwoordelijkheden en gaan ze de ouders helpen. Ze worden vaak ook aangesproken op hun oudste positie: jij moet het goede voorbeeld geven.
Het oudste kind kan soms niet de bedoeling zijn geweest, een ongelukje, waardoor men moest trouwen met alle spanning vandien. Ook dat hoort bij de blauwdruk van het kind.
Lees hierover meer: Plek-oudste-kind-in-het-gezin-eigenschappen-oudste-kinderen
Het enige of enkele kind is de oudste, maar hoeft geen stapje opzij te doen voor een volgend kind.
Het enige kind is een kwetsbare positie, je staat er letterlijk en figuurlijk altijd alleen voor. Je vormt als het ware met je ouders een geheel en het gevaar is groot dat je te jong volwassen bent. Je hebt geen broerjes en zusjes om mee te schuren en je hebt geen broertjes en zusjes om van te leren. Maar je hebt ook geen broers en zussen om een bondtje mee te vormen tegen je ouders.
Als je ouders overleden zijn, kun je met niemand broer en zus-herinneringen ophalen
Leer hierover meer: Enig kind zijn: de voor- en nadelen | Mens en Samenleving
De middelste (ook wel sandwichkind genoemd)
Het middelste kind heeft aan de ene kant een heel ondankbare positie. Hij doet de dingen bijna nooit voor het eerst, want dat is al gedaan door de oudste. De middelste is ook niet zo schattig en lief als de jongste. Hoe zorgt een middelste toch voor de broodnodige aandacht? Je wilt graag uniek zijn en gezien worden om wie je bent. Er is een kans dat je de competitie aangaat en beter wilt zijn en het anders wilt doen en je afzet tegen de oudste. Aan de andere kant is het een makkelijke positie, omdat je een keuze hebt: je kunt of meedoen of je eigen weg gaan.
Lees hierover meer: https://mens-en-samenleving.infonu.nl/pedagogiek/113681-het-sandwichkind.html
De jongste
Bij jongste kinderen hebben ouders hun sporen al verdiend bij het opvoeden van de twee oudere kinderen. Ze hoeven eigenlijk niet meer zo nodig hun best te doen. Ze zijn nu al ervaren.
Het nakomertje
Ongedachte en onverwacht lijkt er zich soms nog een kind aan te dienen. De moeder dacht bijvoorbeeld al in de overgang te zijn, maar dan blijkt er nog een kindje te komen. Mijn gyneacoloog vertelde mij dat zij onlangs een vrouw van 55 jaar had, die zwanger bleek te zijn.
Sommige echtparen kiezen bewust voor (nog) een kind op latere leeftijd, met als doel:
* Kansbaby => Dit kind wordt geboren, omdat er een broertje of zusje is overleden of erg ziek is (en bijvoorbeeld genetisch materiaal nodig heeft) of omdat een of meer kinderen
* Lijmbaby => Dit kind wordt geboren, omdat de ouders hopen dat dit kind hun relatie nieuw leven in zal blazen.
* Toegift => Mogelijk hebben ouders een slechte (financiele) start gehad, waarbij ze nu echt volop van dit kind willen genieten
* Taak => Soms voelen moeders zich beter tijdens een zwangerschap door de hormonen en willen ze op deze manier bijvoorbeeld de depressie te lijf gaan.
Deze bewuste keuze van de ouders is vaak een te grote opgave voor het kind, waardoor het leven als een last ervaren wordt.
Het is voor een nakomertje vaak lastig zijn plek te vinden in het gezin dat al compleet leek. Het voordeel is dat er vaak meer welvaart is bij oudere ouders. Het blijkt dat nakomertjes zich eenzaam voelen.
Hij of zij is eigenlijk een enig kind en moet zijn eigen speelkameraden van buiten halen. De oudere broers en zussen nemen de ouders veel taken uit handen en worden de ouders van dit jongste kind, waarbij ze hem/haar allemaal hun aanwijzingen geven en hun kansen zien om dit kind te kneden naar hun wensen.
Leer hierover meer: De betekenis van een nakomer of nakomertje in het gezin | Mens en Samenleving
Hieronder zie je als voorbeeld een kleine geneogram van een gezin met zeven kinderen. De oudste is een meisje en na 1 jaar werd er een jongen geboren. In totaal kwamen er 7 kinderen. De oudste en jongste schelen 16 jaar. Er ontstonden qua leeftijden 3 groepen: de oudsten, de jongsten en het nakomertje.
KINDERRIJTJES
Hierboven besprak ik de vier grondtypen van een gezin met kind(eren): het enige, het oudste, het tweede en het derde kind (de jongste).
In de kleine geneogram die hierboven gemaakt is (figuur) van het gezin met zeven kinderen, worden 3 kinderrijtjes zichtbaar. De eerste drie kinderen vormen een groep: de oudsten. De volgende drie kinderen vormen een groep: de jongsten en tot slot wordt het nakomertje geboren.
De oudste groep vormt eigenlijk het patroon dat ook in een gezin met drie kinderen te zien is. De jongste groep met de volgende kinderen vormen dan ook weer een ‘nieuw’ gezin. Al is voor de ouders het nieuwe bij dit rijte er wel van af. In het gezin van die kleine geneogram, zijn er dus eigenlijk drie kindergroepen, of wel twee kinderrijtjes en een enig kind. De kinderrij gaat opnieuw tellen als er drie jaar of meer leeftijdsverschil tussen opvolgende broers en zussen zit. De invloed van het leeftijdsverschil is dan zodanig dat er als het ware een nieuwe generatie geboren wordt in het gezin. Er is al een opvoedingsverschil tussen de oudste en de jongste in 1 kinderrijtje, maar er is ook een verschil in opvoeding tussen de kinderrijtjes.
Hieronder staat een voorbeeld van een klein geneogram waar gelijk al zichtbaar wordt hoe groot het leed en de verdeling is voor het oudste geboren kind:: een vader en moeder krijgen drie miskramen, en 6 levende kinderen, waarvan de eerste alleen staat tussen de miskramen.
Het oudste in leven zijnde kind staat temidden van miskramen. De moeder had daar zwaar onder te lijden. Ze dacht al dat ze dit meisje ook niet zou houden. Toen ze bleef leven en de andere miskramen volgden werd ze depressief. De miskramen trokken een zware wissel op haar huwelijk en op haar eigen gestel. Toen de andere zwangerschappen voldragen werden, werd de oudste dochter de moeder van de andere kinderen en gaf haar leven er voor op. Ze was geboren te midden van de dood en verdiende haar bestaan door voor de andere kinderen een moeder te zijn. Het was een hele klus voor haar om al die draadjes en bewegingen die niet kloppen los te maken, voordat ze aan haar eigen leven toekwam. Bert Hellinger (Duitse psychotherapeut die een therapeutische methode ontwikkelde om systemen zichtbaar te maken, die bekend staat als Familieopstellingen en Systemische opstellingen) leerde ons de levenswetten van het familiesysteem:
1) Iedere neemt zijn eigen plek in
2) iedereen hoort er bij
3) balans tussen geven en nemen
4) erkennen wat er is
In dit gezin nam de moeder haar plaats niet in; nem de oudste dochter de plaats in van de moeder; werden de miskramen lang verzwegen; was er onbalans in geven en nemen (ouders horen meer te geven aan de kinderen dan te nemen van de kinderen) en werd niet erkend wat er is, nl. dat de oudste dochter eigenlijk verantwoordelijk was voor de andere kinderen. Het is een hele tour om op latere leeftijd dat voor jezelf recht te zetten. Het is alle lijntjes en patronen ontwarren en benoemen: erkennen wat er is. Daar gaan veel coachgesprekken aan vooraf, maar ook komt de loyaliteit aan de ouders onder druk te staan, want het kind ontleende zijn bestaansrecht juist daar aan.
Zo kan het gaan, zichtbaar en onzichtbaar, en schaduwwerk is nodig om dit aan het licht te brengen en te genezen.
Tot slot wil ik laten zien hoe indrukwekkend het is als er ook nog adoptie en pleegkinderen bij komen kijken. Het is bijna onmogelijk om de systemisch wetten te eren en te achten. Er lopen dan ook veel lijntjes door elkaar.
De onderstaande figuur zie je het kleine genogram van een familie Z. De man en vrouw wilden samen heel graag een groot gezin.
Het eerste kind liet op zich wachten en zij starten de adoptieprocedure.
Voordat het eerste aoptiekind in zicht kwam, was mevrouw onverwachts zwanger en werd er een jongetje geboren: het oudste kind. Een verrassing! Een groot kado!
Al snel volgde er weer een zwangerschap, maar dit monde uit in miskraam, tot groot verdriet van de ouders.
Toen kwam het eerste adoptiekind uit het buitenland, maar voordat deze ontvangen kon worden, waren er nog twee miskramen.
Het eerste meisje kwam bij hen, toen ze bijna 1 jaar oud was. Het was hun oudste adoptiedochter. Het tweede kind in dit gezin.
Een jaar later kwam hun 2de adoptiedochter, uit een ander buitenland, van een ander continent dan de 1ste. Zij was 5 jaar oud, dat wil dus zeggen 2 jaar ouder dan de eigen oudste zoon die inmiddels ruim 3 jaar was en 3,5 jaar ouder dan hun 1ste adoptiedochter, die inmiddels bijna 2 jaar was, maar dat leek geen probleem te zijn. De moeder had altijd veel hektiek aangekund en daarvan gehouden, dus ze draaide haar hand, dacht ze, hier ook niet voor om.
Tijdens het ophalen van deze dochter, bleek ze zwanger voor de vijfde keer, maar ook dat werd een miskraam (inmiddels de 4de).
Toen ik dit verhaal hoorde, kon ik het bijna niet geloven. Als buitenstaander raakte ik de draad kwijt, maar gelukkig aan de hand van het maken van een genogram kwam het inzicht, maar ook de verwondering: hoe doet een moeder dit, terwijl de vader druk is met zijn eigen werkzaamheden?
Het was natuurlijk voor iedereen zoeken in deze hektiek. De moeder probeerde te zorgen dat iedereen kreeg wat hij of zij nodig had, maar het was extra lastig om – de eigen zoon, het oudste kind; de oudste adoptiedochter en de jongste adoptiedochter, die qua leeftijd de oudste was – ieder hun eigen specifieke plek te geven. Daarbij had de moeder ook 5 miskramen achter de rug, die ook diepe indrukken achter lieten.
Maar de wens om een groot gezin te hebben bleef en de deur stond open.
Er leek even rust te komen, maar ze kregen onverwachts een hulpvraag of ze een baby wilde opnemen, omdat de natuurlijke moeder niet in staat was voor het babytje te zorgen. Dit jongetje kwam uit hun eigen woonplaats. Ze ontvangen ook dit babytje met liefde: zo waren er vier kinderen: 1 van net 4 jaar (hun eigen zoon), 1 meisje van 2,5 jaar, 1 meisje van 5,5 jaar oud en dit babytje.
Al snel was ze weer onverwachts zwanger, maar inmiddels durfde ze niet meer te hopen dat er nu wel een voldragen zwangerschap zou komen. Dus negeerde ze de zwangerschap deze keer. En het klopte: ook deze eindigde na een 12tal weken in een miskraam: de zesde. Maar gelukkig had ze nu een babytje om de aandacht af te leiden. Dit babytje zag af en toe zijn eigen ouders, omdat die op bezoek mochten komen om het opgroeien toch te volgen.
Ook nu leek de rust weer te keren. In een groot huis had ieder zijn eigen kamer en was er ruimte genoeg in de kinderkamer om met elkaar te spelen, maar vooral ruzie te maken. Ieder kind moest zijn plek bevestigen ook al leken ze in dit gezin welkom en was er voor iedereen genoeg.
Een half jaar later was de 7de miskraam. De moeder begon de eerste tekenen te vertonen dat ze het niet meer aan kon. Het was teveel verdriet, teveel verlies. Gelukkig was er een groot netwerk en kon deze zwakte met hulp van buiten goed opgevangen worden. Het gezinsleven leek er niet onder te lijden. En ze knapte gelukkig weer op.
Na ruim 2 jaar was de grote verrassing: ze was weer zwanger en dit keer ging het tegen beter weten in goed en werd er na 6 jaar weer een gezonde jongen geboren.
Nu hadden ze 2 eigen jongens (al zouden ze dat nooit zo zeggen), 2 adoptiedochters en 1 pleegzoontje.
Toen kregen ze na weer twee jaar nog een bericht: er was nog een mogelijkheid om een kind te adopteren! Het huis was groot genoeg. Er waren mogelijkheden te over, dus ook voor dit meisje werd ruimte gemaakt. De derde adoptiedochter kwam in huis, welisaar 1 jaar ouder dan de benjamin.
De moeder liet zich steriliseren, want het drama van weer een miskraam kon ze niet aan. En inmiddels was het huis aardig gevuld.
De kinderen werden steeds meer overgelaten aan hulp van buiten, want de moeder raakte verder in een depressie. Maar iedereen verwachte dat het weer snel zou oplossen net als de vorige keer. Vandaar dat ook de laatste adoptiedochter, die weliswaar 7 jaar oud was (dus ouder dan de jongste zoon, ouder dan de pleegzoon en ouder dan de laatste adoptiedochter) maar dat was geen probleem. Het huis was groot genoeg en ieder had zijn eigen plek, leek het. Lijfelijk was in alles voorzien, maar psychisch en emotioneel kunt u zich voorstellen dat het chaos was.
De moeder kon het leven steeds minder aan en verbleef meer en meer op haar eigen kamer.
Langzaam maar zeker vervulde de jongste zoon de rol van de reddende engel en deed er alles aan om de schade te beperken, maar dat was natuurlijk ver boven zijn macht en vermogen. Kinderen liepen weg. Kinderen maakten hun school niet af. Kinderen kwamen weer terug. Het was een gaan en komen, de ene misere volgde de anderen op.
En de moeder voelde zich machteloos en oneerlijk behandeld omdat zij er toch zoveel voor over hadden gehad om deze kinderen een huis te bieden.
Ook dit vraagt voor elke kind een intensief traject, ook als er geen zichbare narigheid geweest zijn. Er was veel verwarring van plaats tussen de kinderen. Er werd niet echt erkend wat er allemaal gebeurd was. Ook was er eigenlijk geen plaats voor de natuurlijke ouders, omdat men wilde vergeten wat achter hen lag en vooruit het leven wilde aangaan. Maar daarmee worden 4 biologische ouders in verre landen niet echt erkend. De balans van geven en nemen was niet altijd duidelijk. En iedereen hoort erbij was met het gaan en komen, het weglopen en weer terugkomen een lastige beweging. Ook nu maakte een tekening veel duidelijk en gaf ook erkenning: Ja, zo chaotisch en verwarrend was het. Nog lastiger werd het verschil in verstandelijk vermogens: de eigen zonen hadden een erg hoog IQ, waren ondernemend en inventief. Dat waren duidelijke familietrekken. De geadopteerde kinderen hadden een laag IQ, waardoor men in een heel ander circuit terecht kwam, zoals andere scholing en veel hulpverlening. Maar kosten en moeite werden niet gespaard om de kinderen zo gelijk mogelijk te behandelen.
Kortom veel knopen waren er te ontwarren, veel plekken moesten worden verruild om de eigen plek in dit gezin te kunnen innemen, veel verhalen moesten worden verteld en biologische ouders moesten worden opgezocht. Veel werd gedaan uit pure liefde, maar ook uit onwetendheid. Zo gaat dat.