Publiek sterven
Publiek sterven
Van bekende Nederlanders verwachten we dat zij hun ervaringen met de naderende dood met ons delen. Hun sterven maakt gesprekken los die zonder hen nooit begonnen waren. Maar het delen van leed heeft ook een schaduwzijde.
Op 13 maart van dit jaar barstte René Gude in een van de meest bekeken talkshows op de Nederlandse televisie in huilen uit. De toenmalige Denker des Vaderlands was al vaker te gast bij ‘De Wereld Draait Door’. Dat hij leed aan botkanker was bekend, dat hij daaraan al een been had verloren ook. Hij praatte er bijna luchtig over: “Sterven is doodeenvoudig, iedereen kan het”. Maar nu brak hij dus – uit verdriet dat hij van alles en iedereen afscheid moest nemen. Hij stierf de volgende avond, 58 jaar oud. Dat maakte zijn laatste optreden nog gedenkwaardiger. Maar het maakte ook vragen los. Is het niet pijnlijk om zoiets intiems als bijna-sterven te delen met talloze onbekende Nederlanders? Is dit ‘publieke sterven’ geen vorm van aandachttrekkerij? Van een doorgeslagen behoefte aan waargebeurd drama?
auteur: LEONIE BREEBAART
datum: 30 december 2015
website: https://www.trouw.nl/nieuws/publiek-sterven~bc4687e54/
Een tendens is het zeker, publiek sterven: schrijvers, journalisten, bekendheden als zanger Thé Lau en voorheen onbekenden als de bloggende kankerpatiënte Laura Maaskant, houden het grote publiek op de hoogte van hun ziekteproces richting de dood, zoals ook René Gude dat deed. Dat schrijvers zulke ervaringen delen is natuurlijk niet nieuw. Renate Rubinstein deed dat midden jaren tachtig al in haar boek ‘Nee heb je’. Martin Bril volgde haar. Schrijvers proberen nu eenmaal alles wat ze tegenkomen in woorden te vangen – hun ziekte ook. Maar de opkomst van de blog maakt het genre wel laagdrempeliger: iedereen kon meedoen, eerlijkheid telde zwaarder dan literaire verdichting.
De voorheen onbekende kunstgeschiedenisstudente Laura Maaskant begon in 2013 met een blog over haar leven met kanker. Net als Gude leerde ze juist door het vooruitzicht van de dood het leven te waarderen. Levenslust in het aangezicht van de dood: dat is – af te lezen aan reacties op haar blog – ook wat anderen raakt. “Een leven waar je mag genieten, ja nu vandaag en wie weet morgen”, schrijft een lezer. Maar meer nog dan door haar ‘moed’, worden lezers geraakt door het feit dat Maaskant haar ervaringen überhaupt ruimhartig deelt.
Bedreiging
Toch heeft juist dat ‘delen’ zijn schaduwzijden, bekent de uitbehandelde kankerpatiënt Albert de Lange (57) in zijn laatste column daarover in Het Parool. ‘Dat publieke sterven, zoals het is gaan heten, is niet bevorderlijk voor de intimiteit in kleine kring. Als iedereen (bijna) alles weet, bedreigt dat toch het exclusieve samenzijn en voor je het weet is de column zelf het thema, niet de situatie. Of je krijgt als auteur de neiging dingen via de band te spelen, in plaats van het gesprek te voeren.’
In die opmerking ligt de hele discussie over publiek sterven besloten. Inderdaad heeft het iets pijnlijks om je intiemste gevoelens eerder te delen met een anoniem publiek dan met je vrouw, kinderen of beste vriend. Ik zou me daar als ‘naaste’ wel wat verraden door voelen. Tegelijk bied je Nederlanders die zich moeilijker uiten een manier om hun eigen gevoelens te leren kennen. “Wat Gude zegt, zo voel ik het ook.” “Lees dat stuk van Albert de Lange.”
Inmiddels lijken we van bekende Nederlanders ook min of meer te verwachten dat zij hun ervaringen met ziekte en dood met ons delen. Toen Joost Zwagerman op 7 september van dit jaar zelfmoord pleegde, waren veel bewonderaars geschokt. Hoe was het mogelijk ‘dat wij het niet wisten’? Bovendien: de vitale Zwagerman was toch tégen zelfmoord? Hij geloofde toch juist in het délen van zware gevoelens? “Ik hoop dat anderen zich minder schamen voor hun depressiviteit, zich iets minder eenzaam voelen”, had hij weleens gezegd.
Of Zwagerman het gewild had, weten we niet – de doden hebben nu eenmaal weinig te zeggen over hun begrafenis – maar de nationale schok over zijn eenzame dood werd meteen opgevangen door wat je een publiek rouwfeestje zou kunnen noemen. In een volledig aan Zwagerman gewijde aflevering van, opnieuw, ‘De Wereld Draait Door’ mochten bekende Nederlanders uitleggen waarom hij zo’n goede vriend was geweest, en zo’n belangrijke schrijver. Troostend, bijna gezellig zag dat eruit – zoals een begrafenis gezellig kan zijn omdat je je allemaal nog even verenigd voelt rond die éne persoon.
Als de doden al weinig mogen zeggen over hun begrafenis, geldt dat voor BN’ers helemaal. Die vervullen een publieke rol – zelfs als ze dood zijn; ze zijn onderwerp van gesprek, ze maken gesprekken mogelijk die zonder hen nooit begonnen waren. Na Zwagermans dood kreeg de hulplijn tegen zelfmoord 113online een stortvloed aan hulpvragen te verwerken.
Of de bekende overledene het wil of niet: hij of zij is een symbool van reflectie. Soms reikt de ervaringsdeskundige het publiek zélf al woorden aan om het drama te accepteren, zoals René Gude deed. Na de zelfmoord van Joost Zwagerman ontbrak het juist aan zo’n verklaring. Maar zo’n gat in ons begrip maakt bij het grote publiek nóg meer denkactiviteit los. Hoe kun je zo succesvol en zo ongelukkig zijn? Is de dood soms ook een uitweg? Het zijn lastige, soms angstaanjagende vragen, maar in een cultuur die verder weinig ruimte biedt aan het memento mori, is het goed om ze hardop te stellen – al gaat dat nog vaak via de band van de bekende Nederlander.