Rituelen die belemmeren
Passe-Partout schrijft: ‘Een ritueel is een serie symbolische handelingen in een herkenbaar patroon. In het begeleidingswerk ondersteunt het ritueel de overgang naar een volgende ontwikkelingsfase.’
Anselm Grün: ‘Rituelen realiseren iets wat past bij de mens en zijn levensritme, wat goed voor hem is.’
Ik realiseer mij, toen ik mij voorbereidde op Podium VanKooten over RITUELEN, dat ik tot mijn verbazing geen hoofdstuk in mijn boek heb over dit onderwerp. Ik denk dat dat een gemiste kans is, die ik hier probeer recht te zetten.
Tijdens het Podium VanKooten in maart 2022 met Elisabeth de Bruijne, theoloog en rituelenmaker, werd het ritueel besproken dat tijdens mijn verblijf in het revalidatiecentrum plaatsvond.
Ik had 4 weken in het ziekenhuis gelegen en daar te horen gekregen dat ik niet meer beter zou worden. Ik werd toen overgeplaatst naar het revalidatiecetrum om met deze boodschap en de consequenties daarvan te leren omgaan. Een heel team van therapeuten stond om mij heen. Door een therapeut werd ik uitgenodigd om op een bepaald moment mijn visitekaartje, waarop stond dat ik hoofd van de afdeling Communicatie & P.R. was, te verscheuren.
In mijn boek staat het zo: ‘Tijdens een van de sessies wordt me gevraagd om een visitekaartje mee te nemen. Dat moet ik verscheuren. Op een blanco visitekaartje moet ik iets nieuws schrijven. Dit staat symbool voor het feit dat ik niet meer zal werken en dat mijn carrière voorbij is. ‘Dineke van Kooten: kneus’, is het enige wat ik kan verzinnen. Ik voel me waardeloos, aan de kant gezet, en ik heb absoluut niet het idee dat ik nog ergens goed voor ben. Ik worstel elke dag met mijn duistere gedachten. Het is een vreselijke tijd. Vanbinnen huil ik; ik voel me wanhopig. Niemand kan me vertellen hoe ik vanaf nu moet gaan leven, nu het leven compleet anders is geworden.’
Nu denk ik: dat is een heel verkeerd ritueel geweest en dat ritueel is vooral belemmerend, in plaats van genezend geweest.
Er werd zeker iets groots inzichtelijk gemaakt en neergezet EN het markeerde een overgang, maar het bracht me in de leegte. Paul Tillich leerde mij later dat de mens drie existentiële angsten tegenkomt in zijn persoonlijke ontwikkeling: 1) de angst voor dood en noodlot; 2) de angst voor leegte en zinloosheid en 3) de angst voor schuld en schaamte.
Wat dit ritueel met mij deed is, dat het mij van het volle leven in de existentiële angst van leegte en zinloosheid bracht, zonder handvatten. Ik werd voor mijn gevoel daar neergezet en moest het daar maar zien te rooien. Er was geen bedding. Het ritueel veroorzaakte eerder een vrije val. Er was geen dragende aanwezigheid van anderen om mij heen. Zij wisten ook niet wat mij overkwam en wat ze daarin konden doen.
Wat had ik nodig gehad? Een nieuwe invulling, een nieuwe betekenis van die nieuwe ruimte waar ik onverwachts in terecht was gekomen.
Nu bedenk ik mij: wat zou het fijn geweest zijn als hij mij op een groot vel papier had laten liggen en de omtrek van mij daarop getekend zou hebben.
Dan had hij mij de opdracht kunnen geven, om alle bezoekers daar een kwaliteit van mij op te laten schrijven of iets wat ze in mij waarderen, ondanks mijn niets meer kunnen. Of dat hij de opdracht had gegeven om bijvoorbeeld op de contouren van mijn benen te laten schrijven wat ik nog wel kon doen, ondanks mijn enorme beperkingen. Dat had me misschien getrokken of gelokt naar een nieuwe invulling, naar een andere manier van kijken.
Een ander ritueel had mij misschien ook kunnen helpen. Ik was mij er niet bewust van dat mijn kledingkast – mijn jurkjes, hakjes en mantelpakjes – onaangeroerd bleef en het me jaren heeft gekost om daar afstand van te doen.
Hoe kleed je je, hoe verzorg je je als je dag en nacht op bed ligt?
Eerst droeg ik pyjama’s, want ja, als je in bed ligt dan is dat de bijpassende, meest passende kleding. Toen ruilde ik ze in voor oversized, vormloze kleding. Kleding die praktisch en tijdloos was, waarin ik kon zitten en kon liggen, zonder al te veel moeite. Kleding die mij niet flatteerde, die mij niet deed stralen, die mijn uitstraling naar beneden haalde. Ik kleedde me zoals ik me voelde: waardeloos en nutteloos. Ik maakte mij niet meer op, ging naar de kapper om mijn haar zo te laten knippen dat het praktisch was voor mijn lig- en zithouding.
Dit maakte mij ook niet meer aantrekkelijk voor mijn partner, ik droeg geen spannende lingerie meer. Ik zag er niet meer stralend uit.
Hoe had ik dat anders kunnen doen? Hoe verzorg je jezelf en besteed je aandacht aan jezelf als je chronisch ziek bent en op bed ligt?
Ik vroeg het Elisabeth. Als ik nu vanuit die situatie bij je kwam, wat zou jij me dan aanraden? Welk ritueel zou je voor deze overgang maken?
Ze zei me dat het gaat om kleine dingen: je gezicht masseren; je handen masseren; een lekker luchtje op doen. Als het moeite kost, kan je kijken of een permante eyeliner, permanent aangebrachte wenkbrauwen zouden kunnen helpen. Je kunt af en toe vragen of iemand de tijd neemt om jouw gezicht te verzorgen als je dat niet zelf lukt. En qua kleding zou je een kledingstijladviseur kunnen vragen om met je mee te kijken en mee te zoeken.
Het lastige is dat we door mijn ziekte ook te maken kregen met een krap budget, waarvoor ik mij verantwoordelijk en schuldig voelde. Alles wat door mij (extra) geld kostte (en dat kostte ik al, omdat wij voor tal van zaken eigen bijdrages moesten betalen), probeerde ik te laten vallen. Met de blik van nu, zie ik dat ik mijzelf en mijn omgeving daar niet mee geholpen heb.
Meer weten over de RITUELEN? Kijk op: https://www.dinekevankooten.nl/archief/podiumvankooten-2022-maart/