‘Deze genezing is niet te verklaren’
Na een oproep in deze krant ontving huisarts Dick Kruijthoff tientallen ervaringsverhalen over gebedsgenezing. Denkt hij nu dat wonderen bestaan? „Ik ben op bijzondere dingen gestuit.”
Interviews voor de radio, patiënten die hem aanspraken in zijn praktijk, een uitgever die mogelijkheden zag voor een boek. Ja, zegt huisarts Dick Kruijthoff, er is de afgelopen maanden heel wat gebeurd. Vorig najaar deed Kruijthoff zijn verhaal in deze krant. Eén van zijn patiënten, vertelde hij, was na een bezoek aan een gebedsgenezingsbijeenkomst genezen van dystrofie. Dat had hem als arts en gelovige aan het denken gezet. „Komt dit vaker voor, maar redeneren wij het weg? Of beweren mensen dat ze genezen zijn, maar is dat eigenlijk niet zo?” Uiteindelijk tellen de feiten, stelde Kruijthoff. Als iemand zegt wonderbaarlijk genezen te zijn, moet dat medisch vastgesteld worden.
auteur: Emiel Hakkenes
datum: 22 februari 2010
website: https://www.trouw.nl/nieuws/deze-genezing-is-niet-te-verklaren~b20bb117/
Om meer te weten te komen over gebedsgenezing riep Kruijthoff op ervaringsverhalen in te sturen. Dat leverde tientallen reacties op.
Sommige briefschrijvers melden verheugd dat zij genezen zijn. Onder hen Wolter Bouwhuis uit Barger-Compascuum. Vorige zomer liep hij scheur op in het spierpeescomplex van zijn rechterschouder. Op een maandag in het najaar zou hij geopereerd worden. „Ik zag hier erg tegenop en probeerde te vertrouwen op een wonder”, schrijft Bouwhuis. Op de vrijdagavond voor de operatie besloot hij naar een gebedsgenezingsbijeenkomst in Zwolle te gaan, met voorganger Wim Kok uit Leuven. „Ik ging met de auto”, beschrijft Bouwhuis. „Ik stuurde en schakelde met de linkerarm.”
Tijdens de bijeenkomst sprak voorganger Kok de woorden: ’In Jezus’ naam, doe iets wat je niet kunt.’ Bouwhuis: „Ik begon mijn arm te bewegen. Wim Kok zei: ’Er wordt iemand genezen aan zijn arm.’ Ik riep: ’Dat ben ik!’”
De weken daarvoor, schrijft Bouwhuis, kreeg hij zijn hand niet hoger dan zijn schouder. Na zijn bezoek aan de bijeenkomst in Zwolle kon hij zijn arm weer volledig bewegen.
Twee dagen later meldde Bouwhuis zich voor de afgesproken operatie. „Aangezien ik wist dat ik genezen was, wilde ik die niet ondergaan.” De operatie werd afgeblazen en Bouwhuis liet een echo van zijn schouder maken: die bleek in orde. Zijn huisarts stond versteld, maar Bouwhuis zegt zelf: „Overal vertel ik wat Jezus voor mij gedaan heeft.”
De casus van Wolter Bouwhuis is interessant, zegt Dick Kruijthoff. „Een afgescheurde schouderpees is een hard medisch gegeven.” Bij een heel aantal van de verhalen die Kruijthoff binnenkreeg, ging het juist om aandoeningen waarvan medici betwijfelen of ze wel een uitsluitend lichamelijke kwaal zijn. Kruijthoff: „Een afgescheurde pees kan niet spontaan genezen.”
Kruijthoff heeft inmiddels gesproken met Wolter Bouwhuis en zijn huisarts. Ook heeft hij overlegd met een radioloog. Conclusie: de schouderpees is intact. Kruijthoff: „Ik moet zeggen, dit is heel bijzonder. Ik kan het niet verklaren.”
Er zijn ook mensen die Kruijthoff hebben geschreven dat zij genezen zijn na een bezoek aan evangelist Jan Zijlstra. Maar die verhalen bevatten doorgaans te weinig feitelijke informatie om er harde conclusies aan te verbinden.
Nu zijn naam is gevallen: in meerdere brieven die Kruijthoff ontving, wordt er bitter en boos over Jan Zijlstra gesproken. De evangelist uit Leiderdorp (zie kader) lijkt soms verwachtingen te wekken die niet uitkomen.
Het gebeurde bij een gezin uit het midden van het land, waarvan de vader aan een ziekte leed waarvoor geen behandeling mogelijk is. Na vele aarzelingen (’is dit ziekteverloop niet de wil van God?’) besloten de kinderen van het gezin naar Jan Zijlstra te gaan. De evangelist haalde een zweetdoek uit zijn zak en droeg de kinderen op die thuis bij hun vader op het hoofd te leggen. Daarbij moesten ze ’de ziekte toespreken’, die dan vaders lichaam zou verlaten. De familieleden volgden die instructie op, baden en baden, maar vaders toestand verbeterde niet. Herhaaldelijke bezoeken aan Leiderdorp volgden en weer benadrukte Zijlstra: als de familie zou bidden, zou God hun vader genezen.
Vier maanden nadat de ziekte zich had geopenbaard, overleed de vader. „Wat hebben wij ons door het geloof in de genezing gericht op het aardse leven”, schrijft de dochter van het gezin. „We hebben bijna niet met mijn vader gesproken over zijn dood, zijn sterven. We hebben niet bewust afscheid genomen, want we moesten de symptomen negeren.”
Dick Kruijthoff vindt het een ’indringend’ verhaal. „Als verwachtingen niet worden ingelost, raken mensen beschadigd”, zegt hij. „Dat is ernstig.”
De laatste maanden, zegt Kruijthoff, heeft het onderwerp gebedsgenezing hem niet meer losgelaten. Hij heeft ook nagedacht over de opstelling van de kerken. „In reformatorische kerken lijkt het dogma te zijn dat wonderen alleen voorkwamen in Jezus’ tijd, terwijl in evangelische kring wordt gezegd dat ze nog steeds volop gebeuren. Die tegenstelling is niet vruchtbaar.”
Katholieken, zegt Kruijthoff, hebben de zaken op dit punt goed georganiseerd. Als er – bijvoorbeeld in Lourdes – sprake is van een wonderbaarlijke genezing, onderzoekt een speciale kerkelijke commissie van medici zeer grondig of die ’zeker, onherroepelijk en medisch onverklaarbaar’ is. Zo’n commissie, vindt Kruijthoff, zouden protestanten ook in het leven moeten roepen. Hij is zelf ’mogelijkerwijs’ bereid daar zitting in te nemen. „Objectiviteit is gewenst. Zo voorkom je dat mensen beschadigd raken.”
Grote vraag aan de huisarts, nu hij de vele ervaringsverhalen heeft gelezen: gebeuren er wonderen? Kruijthoff aarzelt even. Dan zegt hij: „Ik ben op bijzondere dingen gestuit.”