Periodiek systeem en homeopathie
Jan Scholten ontdekte dat de werkingssfeer van homeopathische geneesmiddelen uit het mineralenrijk kan worden afgeleid uit hun plaats in het periodiek systeem der elementen. Deze nieuwe strategie wordt ‘groepsanalyse’ genoemd.
auteur: Fernand Debats, arts voor homeopathie en redactíelíd
datum: FEBRUARI 2011, JAARGANG 122, NR 1, p. 28 en 29
website: https://www.quodnatura.info/downloads/downloads-homeopathie/hm-het-periodiek-systeem.pdf
ln 1995 kwam Jan Scholten met het nieuwe inzicht dat de werkingssfeer van homeopathische geneesmiddelen uit het mineralenrijk kan worden afgeleid uit hun plaats in het periodiek systeem der elementen. ln een deel van de homeopathische wereld stuitte dit op groot verzet. Men probeerde deze inzichten controversieel te maken en vermaarde homeopaten als George Vithoulkas namen openlijk stelling tegen deze ‘nieuwlichterij’, die niet zou stroken met de ideeën van Samuel Hahnemann en
zijn grote opvolgers als James ïyler Kent. Maar voor wie het kon bevatten werd deze nieuwe aanpak ervaren als een opening naar totaal nieuwe mogelijkheden om het simillimum te vinden. Wat is nu het kenmerkende van deze nieuwe strategie, de zogenaamde groepsanalyse?
HET PERIODIEK SYSTEEM
Het periodiek systeem der elementen is een ordening van de in onze materiële wereld bekende atomen op basis van het aantal protonen (positief geladen deeltjes) in de atoomkern. Het aantal elektronen (negatief geladen deeltjes) komt bij elk atoom ovêreen met het aantal protonen. Deze elektronen cirkelen om de protonenkern heen in verschillende banen die ‘schillen’ genoemd worden. Dit wordt vaak vergeleken met planeten die in banen om een zon cirkelen. De plaatsing van de elektronen in de schillen bepaalt de kenmerken van het element. bijvoorbeeld of het een metaal is of een edelgas. Wanneer een schil vol is, wordt een volgende aangelegd, zodat op gezette tijden elementen met een vergelijkbare buitenste schil ook vergelijkbare kenmerken krijgen. ln het periodiek systeem worden de vergelijkbare elementen onder elkaar geplaatst. Zo staan de edelgassen helemaal achteraan onder elkaar en daarvóór een kolom met de zogenaamde halogenen; de metalen en halfmetalen staan op dezelfde manier gegroepeerd.
GROEPSANALYSE
Deze groepen blijken ook in gepotentieerde vorm vergelijkbare homeopathische kenmerken te hebben. Zowel de verticale kolommen, die in de groepsanalyse ‘stadia‘ genoemd worden, als de horizontale rijen, ‘series‘ geheten, hebben gemeenschappelijke trekken in hun geneesmiddelbeeld. Het belangrijkste kenmerk van de groepsanalyse is dat een bepaald element wordt bestudeerd aan de hand van zijn plaats in het periodiek systeem, met andere woorden: vanuit zijn serie en stadium. Dit opende de mogelijkheid te voorspellen welke eigenschappen nog onbekende middelen hebben. De kenmerken van de series vindt u in tabel 1 kort samengevat.
Elke serie in het periodiek systeem der elementen, elke horizontale rij dus, heeft achttien stadia.
De kenmerken van de stadia worden in de groepsanalyse aangeduid met een serie kenwoorden.
Zo wordt het tweede stadium beschreven met de woorden: bekijken, aanschouwen, opmerken; toekennen, waarderen; aanklagen, kritiseren; onzeker, verlegen, timide; toetreden, aansluiten, plaatsbepalen; toegeven, aanpassen; toekijken, passief; toedekken, afschermen; steun, verharding; ‘aan’, ‘toe’ (als voorvoegsels); twee, besef van de dualiteit.
Het tiende stadium, net over de helft, waar zich de meest edele metalen nikkel, palladium en platina onder elkaar bevinden, wordt beschreven met de woorden:
toppunt, centrum; succes, schitteren; vanzelfsprekend; zelístandig, edel; zelfbewust, hooghartig; evenwicht, balans; star, verstarring; ‘zelf’.
Het gaat er nu niet om de volledige series en stadia te bespreken, maar om een idee te krijgen van de groepsanalyse. Door de thema’s en problemen van de desbetreffende serie en het desbetreffende stadium met elkaar te verbinden, kan de essentie van het middel gevonden worden. De hierboven genoemde kenmerken van stadium twee gelden onder andere voor magnesium, dat zich in de siliciumserie bevindt, die als kenmerken heeft: ander, jij; relaties, familie; liefde – haat; communicatie; taal, leren, spel; presentatie; spel; puber; huis, buurt.
Om nu de kenmerken van magnesium te vinden combineren we die van de siliciumserie met die van stadium twee.
We komen dan tot de volgende combinaties: plaats bepalen in de familie; onzeker over de groep; kritiek geven op anderen: agressie; bang om kritiek te krijgen van anderen; toegeven uit angst voor agressie en haat; aanpassen om liefde te krijgen; passiviteit leidt tot Iiefde (pacifisme); passief in relaties; kwetsbaar ten opzichte van de familie; onzekere liefde of haat.
Wanneer we nu al deze thema’s overzien, komen we tot het centrale thema van magnesium: onzeker wat betreft de plaatsbepaling in relaties.
COMMUNICATIE MET SYMBOLEN EN PARABELS
Mensen hebben een diepgeworteld gevoel voor symboliek en rituelen dat het mogelijk maakt het met woorden onzegbare toegankelijk te maken voor communicatie (zie: ‘Non-duale elementen in de homeopathie’, pagina ’12). Het beschrijven van groepskenmerken door associatieve reeksen van begrippen is een methode om onzegbare symbolische inhouden benoembaar te maken.
HELDENMYTH ES
ln Secret Lanthanides geeft Jan Scholten ons inzicht in de kenmerken van een serie elementen die bekendstaan als de lanthaniden. Hierbij verwijst hij naar de mythe van Heracles, die vertelt hoe deze held twaalf werken moest verrichten in opdracht van koning Euristheus om de straf van wraakgodinnen te ontlopen.
Verhalen en parabels zijn geëigende dragers van informatie uit het alleen direct ervaarbare. De lanthaniden zijn elementen die in gepotentieerde vorm de ontwikkelingsweg van ons mensen naar innerlijke autonomie (het individuatieproces) kunnen vergemakkelijken. Deze innerlijke ontwikkelingsweg vinden we in talrijke heldenmythes uit velerlei culturen.
Groepsanalyse is dus niet een nieuw categoriseringssysteem, maar het vernieuwende is het gegeven dat het een toegangsweg is naar de werkelijkheid op basis van symboolinhouden. Het toepassen van de similliawet met behulp van symboolinhouden en levensloopmythen maakt diagnostiek mogelijk die dichter bij de werkelijkheid ligt dan het vergelijken van de woorden die symptomen aanduiden in een homeopathisch repertorium.