Vragen van lezers
Na het lezen van het boek, hebben lezers soms vragen die ze graag met mij willen delen.
Ik vind dat een heel leuke uitdaging, die ik van harte welkom heet!
Corjan
1) Kun je jouw boek – waarin het gaat over ziekte – ook lezen als een noodzakelijke oproep om ervaringen op te diepen en in een nieuw licht te beschouwen?
Ja, dat klopt. Mijn verhaal laat zien dat je lot invloed heeft op hoe je vandaag ervaart.
Ik kan als mens mijn lot niet veranderen. Ik heb als mens wel alles in handen welk antwoord ik geef op mijn lot: word ik slachtoffer van het leven; word ik aanklager van het leven; word ik de redder van het leven van anderen, zodat zij niet hoeven mee te maken, wat ik heb meegemaakt? Of ga ik mijn leven ontdekken? Of zoals Søren Kierkegaard (1813-1855, een Deens filosoof) zegt: „Het is beslist waar dat het leven naar achteren moet worden begrepen. Het leven moet naar voren worden geleefd.” Of zoals Carl Jung uitnodigt om je eigen ontwikkkelingsproces te gaan: het individuatieproces. Dat proces zorgt dat er balans komt tussen de onbewuste drijfveren en ons bewuste handelen en zijn. Daar waar het leven tegen zit, daar waar het leven stokt, door ziekte, werkloosheid, scheiding, overlijden van een dierbare, daar wil iets uit mijn onbewuste ontdekt worden, waardoor mijn bewustzijn vergroot wordt.
2) Jij gaat als auteur – in navolging van vele filosofen – uit van het principe om te leren van ‘de noodzakelijkheid van het leven’ waaronder ziekte en lijden. Dat is toch geen verheerlijking maar een leerproces?
Ik zou de laatste zijn die het lijden en ziekte zou verheerlijken. Waar we kunnen moeten we lijden en ziekte voorkomen, en/of alles doen wat mogelijk is voor verbetering inzetten. Lijden en ziekte zijn inmens ingrijpend. Lijden en ziekte wil niemand, noch voor zichzelf, noch voor zijn vijand. Laat dat duidelijk zijn.
Lijden en ziekte zijn mijns inziens wel een onontkoombaar onderdeel van het leven. Voor de één is dat vanuit de menselijke maat onbegrijpelijk teveel en voor de ander lijkt het zorgeloos en moeiteloos. Een leven zonder lijden en ziekte, is een leven dat voortkabbelt waardoor je als het ware het leven verlaat, zoals je er bent ingekomen. Dat is niet mijn tip van de dag. Groeien doe je door schuren. Reken maar dat lijden en ziekte schuren (en soms splinters achter laten).
Je kunt lijden en ziekte negeren, je kunt het bestrijden, maar op een dag wordt elk mens gevraagd het lijden aan te kijken (en de splinters eruit te halen). En eigenlijk vind ik die dag genade, want dan ga je ontdekken hoe je op lijden en ziekte reageert en wat het je mogelijk te bieden heeft.
Ik denk dat ten diepste in elk lijden, in elke ziekte een uitnodiging zit, die mij iets wil geven wat ik anders niet had ontdekt. Het is dus een intensief proces, met vallen en opstaan, met wanhoop en onverwachte vreugde, omdat het iets existentieels bloot kan leggen.
3) De ‘levenslessen’ zijn een aanzet om niet te accepteren dat ‘het is zoals het is’ maar dat er wegen zijn om stappen te zetten. Wel mooi gezegd, maar daar is veel moed voor nodig, toch?
Kijk maar naar het levensverhaal van Edith Eger (schrijfster van ‘de Keuze; leven in vrijheid’ en hoe lang zij erover gedaan heeft om stappen te gaan zetten.
Edith Eger wordt in een interview in de Volkskrant gevraagd: Pas als u het beroemde boek ‘De zin van het bestaan’, geschreven door Viktor Frankl, leest, beseft u dat zwijgen over uw verleden niet de beste manier is. Edith Eger zegt: ‘Viktor schrijft: ‘Alles kan van iemand worden afgenomen behalve één ding, de laatste van de menselijke vrijheden, en dat is dat iemand in alle gegeven omstandigheden kan kiezen welke houding hij aanneemt. Elk moment is een keuze.’ Voor mij was dat zo’n ongelooflijke eyeopener. Viktor en ik zijn later goed bevriend geraakt, en hij bleek in Auschwitz hetzelfde te hebben gedaan als ik: op de meest verschrikkelijke momenten uitchecken en aan iets anders denken. Zoals ik, toen ik voor Mengele danste, aan Romeo en Julia. Of aan mijn grote liefde Eric, die vlak voor we werden gedeporteerd naar me riep dat hij mijn mooie ogen en handen nooit zou vergeten. En aan mijn moeder, die me in de trein nog influisterde dat niemand dat wat je in je gedachten hebt van je kan afpakken.”
Ja, twee ongelofelijk mooie doorleefde mensen, die ons vanuit hun ervaring leren: ‘Niet wat je overkomt bepaalt je leven, maar hoe je er op reageert!’
Ja, daar is moed voor nodig en vooral het lef om te verdwalen, lef om het niet te weten, lef om anderen te vragen, lef om van de regen in de drup te komen. Ja, dat is dus uit je comfortzone van slachtoffer stappen! Dat is wat Jezus volgens mij bedoelt: wie bereid is zijn leven te verliezen, die zal het behouden! Wie zijn leven wil behouden (koste wat het kost) die zal het verliezen!
4) Heb je eenzaamheid ervaren tijdens je ziekteproces? En hoe manifesteerde zich de eenzaamheid?
Ja! Ja, ik heb grote eenzaamheid ervaren.
En ik moet zeggen dat ik het grootste deel van die eenzaamheid zelf gecreeerd heb.
Ik wilde niet tot last zijn en vertelde niet van mijn angsten en mijn zorgen. Ik probeerde van elk detail te genieten als er iets te genieten viel en dat niet te bezoedelen met mijn verdriet, met mijn pijn, met mijn negativiteit, zoals ik dat noemde. Ik slikte het weg. Ik vroeg er geen aandacht voor, maar dat donkere, dat uitzichtloze zat wel in mijn lijf, in mijn ziel. Ik had er over moeten praten. Ik had er proportionele ruimte voor moeten vragen/nemen. Dat was kloppend en passend geweest, dan had ik niet zó eenzaam geweest.
5) Je ‘rekende’ niet op genezing. Hoe schokkend was je plotselinge genezing?
Ik zeg altijd: je hoeft niet te geloven om genezen te worden! Ik kon het gewoon niet geloven! Ik kon het niet bevatten! Ik wist diep van binnen dat ik genezen was. Een zeker weten, diep in mij. En toch dacht ik: laten we het maar eens zien of het morgen of volgende week ook nog zo is. Zo maakte ik het behapbaar en kon ik er aan ‘wennen’.
Het was dus bijna te groot. Het was in ieder geval erg ingrijpend. Alsof ineens mijn gevangenisdeuren open gingen, terwijl ik dacht levenslang te hebben.
Ziek worden is een proces. Dat heeft bij mij 3 jaar geduurd. Maar beter worden is net zo’n proces. Ik had van mijn 29ste tot mijn 43ste op bed gelegen, veertien jaar buiten de maatschappij gestaan. En dan? Die tijd ben ik echt kwijt! Die is niet meer in te halen. Ik heb een achterstand waardoor ik niet zo maar invoeg. Hoe doe je dat? Ik had geen flauw idee.
Ik heb me vooral gestort op het zo snel mogelijk weer aan het werk gaan, want ik wilde geen klaploper van een uitkering zijn, maar dat was natuurlijk onbegonnen werk. Ik heb de ene na de andere opleiding gedaan om zo’n mijn arbeidsgat van 14 jaar te compenseren.Niemand zat op mij te wachten! Ik moest achteraan in de rij aansluiten.
Maar eerst moest ik gewoon bij het begin beginnen….
Ik moest leren weer alle dagen zitten, lopen ed. Dat had ik 14 jaar mondjesmaat gedaan.
Heel mijn spierenstelsel was gewend aan liggen, horizontaal. Nu moest het enorm wennen aan de verticale stand.
Berend
1) Ergens in je boek komt een aantal keren de tekst dat ‘God alles laat meewerken ten goede’! Is dat niet erg wrang?
Nou, je pakt wel gelijk het meest precaire en delicate uit mijn boek!
Klopt! Ik heb het zelfs in de Inleiding gebruikt, waarin ik zeg: “Ik heb het vaste geloof dat God alles ten goede gebruikt in een mensenleven, hoe onwaarschijnlijk dat soms ook lijkt. Ik heb aan den lijve ondervonden dat de vreselijkste ervaringen uit mijn leven me uiteindelijk bijzondere lessen leerden of geweldige dingen opleverden.“(pagina 12)
Op pagina 116 zeg ik: “Het leven vraagt van mij dat ik een antwoord geef op mijn lot. Dingen overkomen mij niet voor niets. Ik denk dat ieder mens kan dragen wat hem overkomt, hoe vreselijk het ook is. De strubbelingen van het leven zijn er niet om mij neer te halen. De hobbels en bobbels zijn kansen, uitdagingen die op mijn pad komen, waardoor ik verrijkt word, waardoor ik leer. Kansen om dichter bij mijn ‘ware zelf’ te komen. In het moment is het moeilijk en lijkt de storm soms te zwaar, maar terugkijkend kan ik het begrijpen en zie ik dat mijn moeilijkheden ten goede zijn gekeerd. Het leven wordt vooruit geleefd en achteruit begrepen, las ik bij de Deense filosoof Søren Kierkegaard.“
Op pagina 227: “Toch, hoe meer jaren er voorbijgaan, hoe dankbaarder ik ben voor mijn hele leven. Niet alleen voor mijn genezing en de gezonde jaren, maar ook voor de zieke jaren en de jaren van onwetendheid die daaraan voorafgingen. Al die jaren samen hebben mij gevormd tot wie ik nu ben. Dit ben ik. Door alles heen mocht ik mezelf leren kennen. Tegelijk word ik er stil van, als ik bedenk hoe groot de betekenis is geweest van de jaren dat ik ziek ben geweest. Ik geloof dat God in een mensenleven alles ten goede gebruikt, wat er ook gebeurt. Ik ben daar zelf een wandelende getuige van. Ik zou, als ik iets kon veranderen aan mijn leven, niet besluiten dat ik niet ziek had willen worden, noch enige andere ervaring willen weggummen.“
Pagina 231: “Als mij nu een tegenslag overkomt, zou ik die graag met open armen willen ontvangen. Ik wil leren leven als de vogels in het veld. Ik wil leren omarmen wat Jezus zei en me geen zorgen maken over de dag van morgen. Ik wil leren dat zorgen en angst me niet overweldigen, en vragen of ik er wel doorheen kom, me niet teisteren. Soms echter, moet ik achteraf toch met schaamte terugkijken, omdat ik me wél zorgen maakte, omdat ik geen vertrouwen had. En omdat ik opnieuw zie dat ook die tegenslag weer ten goede is gekeerd.“
Het is een tekst waar je verschillende kanten mee op kunt, gevaarlijke kanten en een zegenrijke kant.
* Als je deze tekst vooraf gebruikt, dan heb je het, denk ik, niet begrepen. Je kunt dan alles gelijk doodslaan en de lijdelijkheid en passiviteit doortrekt je ziel. Je ligt en je wacht tot het ten goede wordt gekeerd. Daar zit geen enkele eigen verantwoordelijkheid bij. Je gedraagt je als een baby die in de wieg wacht tot mama hem/haar eruit haalt en drinken geeft.
* Als je deze tekst (mogelijk ter bemoediging) tegen een ander zegt, dan ben je wat mij betreft grens overschrijdend bezig. Het voelt buitengewoon arrogant. Jij gezonde zegt tegen mij zieke dat het allemaal wel goed komt! Ik heb dat zelf een keer meegemaakt. Het is afschuwelijk en deed mijn adem stokken.
Dit wordt vaak toegepast door iemand die zichzelf machteloos voelt in deze situatie en toch iets positiefs, mogelijk bemoedigends wil zeggen. Iemand die het bij zijn eigen lege handen niet kan uithouden! Die heeft nog wat werk te doen, maar zadelt daar mij mee op!
* Als je het achteraf zelf zegt, dan is het een verwondering. Althans zo geldt dat voor mij.
De tekst staat overigens in Romeinen 8: 28. Het zijn 6 woorden uit een zin van 23 woorden. Dus ik citeer het geheel uit zijn verband! De context is een gedeelte van vers 18 t/m vers 30 en gaat over de schepping die zucht als in barensnood. De hele schepping lijdt! Het gedeelte gaat over de hoop van de dingen die men niet ziet. Het gedeelte gaat over de Geest, die onze zwakheden te hulp komt. En gaat over dat wij worden uitgenodigd Jezus na te volgen, niets slaafs, maar actief op onze eigen manier!
Waarom heb ik het zo uit zijn verband gehaald? Omdat het een zestal woorden zijn die mij bemoedigen, die mij hoop geven, die mij enorme verwondering opleveren als ik terug kijk op mijn leven.
2) Hoe kijk je uberhaupt tegen het LIJDEN aan? Is dat zinloos of zinvol?
Haha – denk je dat als heel veel filosofen, theologen en mystici dikke boeken hebben geschreven over de zin en onzin van lijden, dat ik dat hier even zo kan beantwoorden? Volgens mij past mij een grote mate van bescheidenheid.
Ik vraag me af of een leven lang voldoende is om een antwoord op die vragen te vinden.
Ik heb wel een persoonlijke kijk op lijden, maar ik heb daar ook een enorme ontwikkeling in doorgemaakt. Van lijden overkomt je en moet je met man en macht zo snel mogelijk bestrijden naar lijden kon wel eens een belangrijk onderdeel van het leven zijn, zoals ademhalen.
Dan heb ik het niet over het lijden dat we elkaar aan doen. En ook nog niet over het lijden dat ik mijzelf aandoen, door alles wat ik mijzelf vertel over mijzelf en de ander en de manier waarop ik het gedrag van andere negatief interpreteer, zonder te verifieren. Snap je? Lijden heeft zoveel lagen, zoveel facetten. Daar raak je niet over uitgedacht, laat staan dat je een eenduidige theorie over lijden kunt ontwikkelen. Net zoals dat onmogelijk is als we het over ‘God’ hebben.
Schijnbare zinloosheid kan zin krijgen en zichtbare zin, kan zinloos worden.
Op dit moment doe ik een driejarige Jungiaanse opleiding. Het laatste college werd gezegd dat Jung lijden ziet als de noodzakelijke motor om je bewustzijnsproces te gaan ontwikkelen, waardoor je individuatieproces op gang komt. Daar kan ik het in ieder geval mee eens zijn. Zonder lijden geen vruchten, zonder lijden geen proces van wakker worden.
3) Ben je na je genezing geloviger geworden?
Als het goed is ontwikkelt je geloof zich in dezelfde mate als je persoonlijke ontwikkeling. Ze hebben beide invloed op elkaar. Door persoonlijk ontwikkeling word je wakker of wakkerder, waardoor je bewust gaat leven of bewuster leeft, waardoor je meer dingen zult zien en ervaren. Gedrag wordt steeds meer een keuze en steeds minder een instinctieve reactie.
Dus eigenlijk toen ik in het begin van mijn ziekte op zoek ging naar hoe een mens tóch er mag zijn, ondanks zijn nutteloosheid en waardeloosheid, toen veranderde mijn kijken naar mijzelf en mijn kijk op God, de Eeuwige.
Ik las boeken uit de steeds grotere breedte van de protestantse kerken en van daaruit ontdekte ik de diepte en breedte van de rooms katholieke kerken en van daaruit de joodse gedachtegoeden, want ook daar zijn allerlei stromingen in. Het zijn net draadjes die je vindt in een kluwen van allerlei kleuren. Trek aan het draadje, volg het draadje en je vindt de lijnen en wat hen samen bindt en waarin ze verschillend zijn.
Steeds meer ontdekte ik dat wanneer je heilige ervaringen en inzichten gaat institutionaliseren, het dogma’s worden waarin we God (en onszelf) gevangen zetten. Daar is God te groot voor. Ik zelf ben te klein om dat voor elkaar te krijgen.
Dus ja, mijn geloof heeft zich ontwikkeld! Maar of daar een maat van grootte of breedte aan te hangen is, dat weet ik niet. Het is zeker intenser, maar van een andere ‘soort’. Ik zeg wel eens grappender wijs, met een ondertoon, dat ik niet meer hoef te geloven, want ik heb het aan den lijve ervaren en gezien! Dat is een soort weten van een andere orde, die ook een heel erg groot niet weten in zich heeft. Ik weet en daardoor weet ik steeds minder en ervaar ik steeds meer.
Willie
1) Vond je je genezing niet een beetje een te groot ‘Gods wonder’?
Voor mij wás het een Gods wonder in de punt des tijds.
Voor mij stond het wonder niet op zichzelf, maar pastte het in het individuatieproces dat ik ging/ga.
Op dat moment was het zover dat er iets moest gebeuren wat ik niet zelf kon doen.
Ik ga er vanuit dat wat ik zelf kan doen, ik zelf moet doen en dat er momenten zijn dat het te groot voor een mens is en dat dan de Eeuwige daarin doet wat gebeuren moet.
Het is voor mij zeker een heel belangrijk en onverwachts moment geweest! En er zijn nog veel bijzondere momenten daarvoor en daarna geweest, maar die zijn minder zichtbaar. Hier kon ik niet om heen! Dit is wel het meest ingrijpende en zichtbare. Het ene moment kun je nauwelijks zitten en lopen en heb je heel veel pijn en het andere moment zijn die belemmeringen weg.
2) Hoe kijk je tegen de invloed systemisch werk (met grondlegger Bert Hellinger) aan?
Tjonge, dat is wel een heel grote vraag.
Voor mij is systemisch werk, zijn opstellingen (mits integer en zorgvuldig uitgevoerd!) heel belangrijk geweest. Els van Steijn heeft daar al twee boeken over geschreven. Ik heb daar zelf een e-learning over gemaakt!
In systemisch werk kijk je naar vier belangrijke peilers:
a) Neemt ieder de plek in die hij van geboorte heeft? Neem jij de plek in die bij jou hoort? (Ik ben de zesde van zeven kinderen en daarmee de één na jongste.)
b) Hoor je erbij? Zet je jezelf nergens buiten waar je bij hoort?
c) Klopt de balans van geven en nemen?
d) Wordt erkent wat er is? Niets mag worden doodgezwegen, geheim gehouden, anders oefent het onbewust net zo lang zijn invloed uit totdat het zichtbaar wordt.
Na mijn genezing ben ik als eerste een opleiding hierin gaan doen, toen ik er mee kennis maakte en heb ik een coach gekregen die hier heel veel ervaring en heel veel verstand van heeft (Parre en Deden). Bij mij en mijn gezin van herkomst waren we niet bekend met deze vier wetten en overtraden we ze zonder problemen. Wat natuurlijk helemaal door onze familiegeschiedenis was veroorzaakt.
Volgens mij maakt systemisch werk op een eenvoudige manier zichtbaar wat er in de onzichtbare laag, het collectieve onbewuste van de familie, leeft.
Hoe meer je dat bewust en zichtbaar maakt, hoe meer heling er plaats vindt.
En heling is nodig om bewust te leven, volwassen te worden, wakker te worden.
Daarom stopte mijn genezing niet op het moment van 29 oktober 2006, maar gaat het tot op de dag van vandaag door.
3) Hoe kun je zo integer omgaan met je moeder, je partner en alle anderen?
Allereerst elk mens verdient integriteit en respect is mijn mening!
Het lijkt alsof je integriteit tegenover oordeel zet? Geen enkel mens verdient een oordeel. Wat hij of zij ook gedaan heeft.
Integriteit is voor mij vanzelfsprekend als je je eigen menselijke maat weet. Als je je eigen geschiedenis van haver tot gort kent. Als je weet dat je in staat bent om dezelfde dingen te doen die je afkeurt bij andere mensen, als je die geschiedenis zou hebben. Daarmee verontschuldig je de ander niet! Daarmee praat je het niet goed! Elk mens moet de consequenties van zijn daden nemen en als dat om het oordeel van een rechter vraagt, dan is dat zo!
Maar ik als mens heb iedereen integer te behandelen. Als je begrijpt dat mensen goede redenen hebben om te doen, zoals ze doen. Als je de geschiedenis van iemand zichtbaar maakt, acht je de ander, acht je zijn achtergrond en acht je alles wat de ander beweegt!
Oordeel is er alleen als jij denkt dat je het beter weet, beter kunt en beter doet! Ik zie daarom geen enkele aanleiding om de ander te veroordelen, want ik weet het niet beter, ik kan het niet beter en ik doe het niet beter. Als ik mijn moeder was geweest, had ik het ongetwijfeld net zo gedaan of erger. Als ik mijn partner was geweest, had ik het ongetwijfeld net zo gedaan of erger. Ik ben mens en maak fouten, heb een beperkte kennis en inzicht.
Daarom heb ik geleerd vanuit mijn hart te zeggen:
Ik acht jou; ik acht jouw achtergrond; ik acht alles wat jou beweegt.
Ik merk dat ik daardoor met een open hart naar iemand kan luisteren.
4) Oke, maar je wijdt een paragraaf aan jouw zwarte schaap zijn. Was je toen niet gewoon dwars en recalcitrant? Had je gewoon zin om ergens tegenaan te schoppen? Hoe zie je dat nu?
Klopt, het is de eerste paragraaf van hoofdstuk 6 dat gaat over ziek-zijn en familierelatie. Ik leg dat fenomeen eigenlijk niet goed uit in mijn boek. Ik noem het alleen in de ‘titel’ van de paragraaf. Het zwarte schaap zijn is een uitdrukking, waarmee wordt aangegeven dat iemand het buitenbeentje van een groep of familie is.
Ik heb erg lang met mijn zwarte schaap zijn geworsteld. Het leek alsof ik tegendraads, eigenwijs of koppig was, maar dat was niet mijn intentie. Dat was een beeld wat van mij ontstond omdat mijn gedrag (het enige zichtbare) zo geinterpreteerd werd. Ik was oprecht op zoek naar de bestaande gewoonten en de mores van mijn familie. Ik probeerde te doen zoals zij deden, maar ik begreep niet waarom zij deden zoals ze deden, waardoor ik de plank missloeg. Ik voelde mij zo ontzettend dom!
Nu weet ik dat ik, zoals Jung dat zegt, de schaduw van het gezin zichtbaar maakte, onbewust, onbedoeld. Als je de schaduw van een groep zichtbaar maakt, dan is dat onveilig voor de groep en men zal er alles aan doen om de veiligheid, de bestaande gewoonten en de mores van de groep te handhaven, waardoor men zich eigenlijk onbewust makkelijk tegen die ene dissident keert. Dat hoeft niet boos te zijn! Dat kan met veel liefde gepaard gaan. Men kan met alle goede bedoelingen en met behulp van beloningen die ene weer in het gareel proberen te krijgen, waardoor de rust in de groep weerkeert en men kan blijven doen wat men altijd deed en daardoor ook krijgt wat men altijd kreeg. En als het niet liefdevol lukt, dan probeert men vanuit die liefde voor de groep, met wat dwang de ander tot orde te roepen. Want de mores van de groep laat zien: Zo hoort het! Zo moet het!
Het vervelende voor toen, het goede voor nu is, dat ik eigenlijk altijd de schuld bij mijzelf heb gezocht: ik begreep het niet; ik zag het niet; ik kon het niet. Maar daardoor ben ik op zoek gegaan. In eerste instantie ben ik op zoek gegaan naar hoe ik mijzelf kon veranderen, zodat ik in de groep paste. Maar dat zoeken heeft me uiteindelijk nu gebracht waar ik nu ben. Ik ben mij bewust geworden van het familiesysteem, ik ben mij bewust geworden van mijn eigen patronen daarin, waardoor ik nu eigen keuzes kan maken, zonder dat ze afgedwongen worden door de groep! Door mijn eigen zoektocht ben ik dus ook meer te weten gekomen over de geschiedenis van mijn gezin van herkomst, van de families waar mijn ouders uit komen en kan ik daardoor hun gedrag achten, omdat ik hun achtergrond acht en steeds beter zie wat hen beweegt en dat acht.
5) Jij hebt het regelmatig over wanneer iets KLOPPEND is. Wat bedoel je daarmee? Zit je dan toch niet in: “Zo hoort het! Zo moet het!”?
Dat vind ik een fijne vraag!
Het is waar wat je stelt!
Je kunt bekijken en onderzoeken of iets
1) feitelijk klopt. Je bent op zoek of iets de waarheid is of niet. Doe je recht of doe je onrecht? In een discussie kom je dan tegenover elkaar te staan. Het ene is goed en het andere is fout! Dat hoort bij de ontwikkelingsfase: “Zo hoort het! Zo moet het!” Of
2) gevoelsmatig klopt met name of de energie blijft stromen of dat hij wegvloeit! Wat doet het met mij? Wat is voor mij passend en wat is voor jou passend. En waar vinden we elkaar? In een discussie blijf je samen zoeken naar het punt waar je elkaar kunt vinden en het ook nog kloppend is. Dan hoeft niemand zich aan te passen! Dat hoort bij de fase: Wie ben ik?
6) Heb je eerdere pogingen gedaan om een boek te schrijven?
Jazeker, in 2008 (ruim 1,5 jaar na mijn genezing) heb ik een manuscript ‘pelgrim in pyjama‘ geschreven en zelfs ingediend voor de Henri Nouwen Manuscript Prijs 2008.
Nu, er op terugkijkend, was dat veel te vroeg en was het een ego-document van het kaliber ‘en toen en toen en toen’. Het overzicht en het inzicht dat ik nu heb, had ik toen absoluut nog niet. Ik zat er nog midden in.
Ik kan goed schrijven, maar niet over mijzelf, dan word ik te zakelijk en te gedetailleerd, bagatelliseer ik makkelijk, met de emotie eruit gefilterd en worden het treinmededelingen.
Mijn ghostwriter, Krista Huisman, had 197x het woord ‘nooit’ gebruikt en even zoveel keren het woord ‘altijd’. Ik heb ze er in eerste instantie allemaal uitgehaald, maar toen was het niet meer leesbaar. Nu leest het als een trein. Daar zijn dat soort woorden voor nodig!
Sophie
Tijdens het lezen van je boek vroeg ik mij af:
1) Wat is voor jou het belangrijkst dat je nu over jezelf weet en wat je vroeger (nog) niet wist?
Dat is een mooie vraag! Ik wist vroeger niet wie ik was. Ik wist niet dat ik zo sensitief ben en zo goed voelde. Ik wist niet dat ik zo goed vragen kan stellen omdat ik op zoek ga naar wat stroomt en niet stroomt en daardoor snel bij de kern kom. Ik wist niet dat mijn doof-zijn er voor gezorgd heeft dat ik mijn andere zintuigen heel erg goed ontwikkeld heb: ik zie, ik ruik, ik voel, ik proef dingen die anderen niet zien, niet ruiken, niet voelen, niet proeven. Dat was een eye-opener voor mij. Ik ben wat dat betreft een echte kanarie in een kolenmijn. En daardoor zo goed in mijn vak.
2) Hoe zou je jouw missie omschrijven?
Mijn missie lijkt buitengewoon egoistisch, omdat het niet over anderen gaat, maar eigenlijk alleen op mij gericht is. Mijn missie is: worden wie ik bedoeld ben te zijn. Daar heb ik mijn handen vol aan. Alleen als ik tot die kern doordring, dan heb ik geleefd? Alleen als ik dat op het spoor ben, dan ben ik tevreden.
Dus wanneer ik een missie zou hebben die zich met anderen bezig houdt, dan ben ik bezig mijn waarde te verdienen. Dan ben ik om wat ik heb, wat anderen over mij zeggen of om wat ik doe.
Mijn missie is een ontdekkingstocht!
3) Wat zijn jouw kernwaarden?
Ik vind het bezig zijn met kernWAARDEN een hele lastige. Kernwaarden zijn wat mij betreft gebaseerd op overlevingsmechanismen, op je geschiedenis en gaan voor mij uit van dualiteit: dit vind ik goed en dat vind ik fout. Kernwaarden kunnen dus veranderen, maar mensen laten zich er soms door vastzetten.
Ik ben wel bezig met wat mijn GAVEN en kernTALENTEN zijn, die heb ik vanaf mijn geboorte meegekregen en die heb ik te ontwikkelen. Dat is mijn drijfveer om die tot ontkiemen te brengen. Ik wil niet dat er bij mijn overlijden 1 talent ongebruikt naast mijn kist staat. Of dat er 1 talent dat niet van mij is in mijn kist ligt, waar ik tijd in heb gestopt om dat toch te bemachtigen/ontwikkelen. In beide gevallen ben ik dan niet tot mijn bestemming gekomen.
Op YouTube vind je deze lezing van Marc Hoogvliet, waarin hij dat uitlegt
Op Spotify vind je mijn podcast over tot je bestemming komen.
4) Heb je ergens spijt van (gehad)?
Zeker!
* Ik heb spijt dat ik niet op mijn 18de het huis ben uitgegaan, maar ik durfde toen niet.
* Ik heb spijt dat ik mijn moeder zo verrot gescholden heb in mijn puberteit en allerlei verwensingen over haar heb uitgesproken. Zo groot was mijn machteloosheid en ik had geen andere instrumenten om duidelijk te maken dat ik het niet meer wist en niet meer kon en absoluut niet begreep wat ze van mij wilde.
* Ooit, heb ik eens op weg naar school melk uit een treinraampje gegooid, niet beseffend dat we langs een perron reden en dat het echt iemand vol raakte! Ik schaam me. Misschien was iemand wel op weg naar een bruiloft of een sollicitatiegesprek… Mijn onhandigheid ten top met voor iemand anders hoe dan ook gevolgen.
Maar weet je, spijt komt altijd achteraf veroorzaakt door voortschreidend inzicht.
5) Wat is geluk voor jou?
Geluk is voor mij dat moment waarop ik merk dat zo boven, zo beneden, zo binnen, zo buiten samenvalt. Het moment waarop alles klopt! Het moment waarop ik stil verwonderd ben en niets hoef alleen maar zijn in dat moment.
6) Wat is je verlangen voor de mens?
Je hebt wel hele grote vragen. Daar zou een mens een boek over kunnen schrijven, daar filosoferen filosofen hun hele leven over.
Mijn diepe verlangen voor elk mens is dat hij/zij zijn/haar persoonlijke ontwikkeling gaat en komt daar waar hij/zij bewust weet wie hij/zij is en wat hij/zij kan en wil. Die weg waar je op een gegeven moment ziet wat liefde daadwerkelijk is en dat leert leven. Dat is geen weg over rozen en daarom is het zo lastig. We willen niet de ontwikkeling, we willen liever de status quo. Want: alles van waarde kost inspanning!
Ik gun dus ieder mens zijn individuatie proces, zijn schaduwwerk!
Wouter
1) In het eerste deel schrijf je jouw levensverhaal. In het tweede deel schrijf je levenslessen naar aanleiding hiervan. Wat mij onder andere raakte is de -communicatie tussen twee partners en de impact van de simpele zinnetjes. Met zo’n grote lading van beide kanten. Wat zou nu jouw reflectie / advies zijn op zo’n situatie als die hier/nu zich voordoet?
Mooi dat je dat zo zegt. Dat raakt mij zelf ook elke keer weer, als ik mijn eigen proces ga of in coaching, welke impact 1 woord of 1 zinnetje heeft, vaak in een vlaag van machteloosheid of hulpeloosheid gezegd. Bij de ander schiet dat ene woord of dat ene zinnetje rechtstreeks in een kinderwond en wordt dan een soort mantra of leidraad. Zonder dat gevraagd wordt of dat de bedoeling is/was. Dat kun je dus nooit voorkomen en de vraag is of je de impact bij die ander kan zien. Het enige dat helpt is communiceren: praten en vragen.
Soms – wanneer je goed afgesteld bent op je eigen lichaam – kun je bij jezelf iets van een lichamelijke reactie merken, soms een zucht bij je zelf of het inhouden van je eigen adem. Want in communicatie en in een relatie reageert mijn lijf ook op de (veranderende) energie bij de ander. En als ik dat in mijn lijf voel, dan vraag ik aan de ander of dat klopt. Dan kan je bijvoorbeeld een bagatellisserende opmerking bij de ander waarnemen, zoiets als: ‘ach, ik laat het langs mijn schouders afglijden’ of ‘ja, ik vond het niet leuk en dacht: ach, laat maar.’ Dat zijn opmerkingen die laten zien dat het in het onbewuste waarschijnlijk meer doet en op den duur zijn eigen leven daar gaat leiden/lijden.
2) Je schrijft over van boven naar beneden, van buiten naar binnen. De levensweg is weer de omgekeerde van binnen naar buiten, van beneden naar boven. Die weg vind ik persoonlijk moeilijk, bij jou lijkt dat bijna logisch als vanzelf sprekend te zijn gegaan. Welk advies heb je hier voor.
Wat mooi dat je dat zo woorden geeft. Volgens mij heb ik het over zo beneden, zo boven, zo binnen zo buiten. Ik denk dat je hieraan je eigen invulling hebt gegeven. En ergens heb je helemaal gelijk! Die weg is ook ongrijpbaar ergens, maar wel vanuit de psychologische ontwikkeling woorden te geven.
Een kind begint altijd eerst bij buiten. Hij of zij kijkt aandacht naar zijn moeder om zeker te weten dat hij op de juiste manier reageert en zo zijn veiligheid en voeding heeft gewaarborgd. Van moeder kijk je naar vader, kijk je naar je broertjes en zusjes, kijk je naar je leerkracht, naar vriendjes en vriendinnetjes en zo leer je de wereld in te trekken. Uiterlijke ontwikkelingen zijn belangrijk: hebben, doen en wat andere over ons zeggen. In je puberteit leer je bij je ouders weg te gaan. Dat is noodzakelijk. Je hoort op de een of andere manier los te laten en zelf te ontdekken wat zij je hebben meegegeven.
Als op je 23ste je prefrontale cortex is ontwikkeld, dan vraagt de gezonde ontwikkeling dat je de weg naar binnen gaat: wie ben ik eigenlijk? wat kom ik hier op aarde doen? (dus die derde ontwikkelingsfase van Dabrowskie).
Zo is het eigenlijk ook met de ontwikkeling van beneden naar boven. Op een dag kom je er toch achter dat hier beneden het toch niet (alleen) is. Je hebt je huisje, je boompje en je beestje en denkt op een dag: is dit het nu? Dan ga je juist je blik verruimen en kijken wat anderen daarover zeggen en dan ga je je verbinden met het grotere geheel. Als je die bewegingen hebt gemaakt en je daar bewust van bent (dat kan niet anders, want die bewegingen worden misschien onbewust ingezet, maar doen vragen in jou ontstaan waar je naar op zoek gaat en die je dan meer inzicht geven) dan komen ze ook steeds meer op één lijn te zitten.
Dit is geen rationeel proces, maar past bij en sluit haarfijn aan bij je psychologische ontwikkeling.
Dan kom je op het midden te zitten en zie je: zo boven, zo beneden, zo bidden, zo buiten!
3) Je schrijft over voelen, denken, intuïtie en gewaarworden. En je eigen volgorde hierin. Jouw primaire kleur is voelen. Hoe weet je dat deze primair is ten opzichte van de anderen hersenhelft, of is die andere nog minder ontwikkeld? (In ontwikkeling zijn groeien ze natuurlijk naar elkaar toe.) Maar je stellige keuze voor primair voelen, ging te snel voor mij. En wat als deze ordening toch anders zou zijn. Ofwel bewust versus onbewust?
Ik denk dat weinig mensen hier mee bezig zijn. Het maakt ook absoluut niet uit voor het dagelijks leven wat nu je primaire kleur is.
Bij mij zag ik het achteraf en begreep ik daardoor beter mijn leven en hoe ik in sommige situaties had gereageerd. Ik dacht nl. dat denken mijn primaire bezigheid was. Maar dat had ik mis. Denken was de primaire bezigheid van mijn omgeving en daardoor lukte het niet zo goed met hen te communiceren, omdat voor voelen geen ruimte was. Dus heb ik zelf een hele zoektocht gedaan en heb ik het denken onbewust ingezet als een overlevingsmechanisme.
Jij brengt hier hersenhelften in, dat heb ik volgens mij niet gedaan.
Het klopt dat tijdens je individuatieproces de vier elementen in evenwicht komen.
Het kan zijn dat mijn stellige keuze uit de lucht viel, dan heb ik je daar als lezer niet genoeg in meegenomen. Maar misschien kwam dat ook wel omdat ik het wel wilde uitleggen en tegelijk het gevoel had dat het misschien teveel voor dit boek was. Ik kan je verzekeren dat toen ik het bij mijn leermeester ontdekte dat er heel veel kwartjes op hun plek vielen.
4) Laatste pagina schrijf je over het zoeken naar balans. Er is nog geen harmonie. Het woord balans roept bij mij een soort vaste status quo op, een evenwicht. Is het leven niet meer vallen en opstaan. Langs verlangen en gemis, is dat niet de harmonie van ons dagelijks leven. En dat we als kinderen daarin groeien, nooit uitgeleerd dus. En de harmonie waar je naar verlangt het eeuwige leven. In het verlengde, je gaf een korte samenvatting in de twee woorden van dynamiek en discipline. De discipline om voorwaarts te leven. Welke polariteit hoort voor jou bij het woord discipline, is dat dynamiek of iets anders?
Ach, tot aan je dood is het een proces. De status quo is volgens mij niet te halen. Evenwicht kan voor mij geen status quo zijn, want er is niets zo veranderlijker dan een mens. Voor mij is evenwicht balanceren.
Maar zoals ik uit balans was in mijn puberteit en de tijd daarna, zo bijzonder in balans ben ik nu. Maar precies zoals je doet als je een weegschaal gebruikt om wat af te wegen: hoe langer je bezig bent hoe nauwkeurig je aan het afstellen bent, het wordt steeds verfijnder.
Discipline is het hulpmiddel voor persoonlijke groei en ontwikkeling. Naar mijn gevoel staat daar entropie tegenover. Ik bedoel dan vooral de beweging.
Je kunt daar meer over lezen in mijn artikel: https://www.dinekevankooten.nl/archief/serendipiteit-synchroniciteit-en-entropie/ en https://www.dinekevankooten.nl/archief/discipline-noodzakelijk-persoonlijke-ontwikkeling/
5) Je bent energiek en de achterstand in “verloren” tijd maak je meer dan goed. Kun jij zijn in het hier en nu en echt niets doen. Hoe doe je dat?
Wat een mooie, confronterende vraag. De verloren tijd kan nooit ingehaald worden is mijn overtuiging. Daar zit mijn drive niet.
In eerste instantie werd ik gedreven door het feit dat ik ontdekte dat ik 14 jaar uit de maatschappij geweest was en wilde ik ooit weer aanhaken bij de leefwereld van mijn leeftijdsgenoten, dan zou ik mij in moeten zetten. Dat gold ook voor werk, wilde ik ooit in het arbeidszame leven mijn plek in nemen, dan moest ik dat gat van veertien jaar zien te dichten. Dat kon niet door 24 uur per dag te gaan werken, maar wel door opleidingen te doen en veel te lezen.
Daarop volgde dat ik zes jaar later zonder een rooie cent uit mijn scheiding ben gekomen: geen pensioen, geen spaarpotje, geen zakcentje. Elke cent moest ik ter plekke verdienen. Daarbij kon ik geen arbeidsongeschiktheidsverzekering krijgen, omdat ik kwetsbaar was gezien mijn lange ziekteperiode.
Ik werd dus gedwongen door de omstandigheden.
Nu komt er zoveel bij elkaar waarvan ik geniet dat ik mij soms afvraag of ik altijd vrij heb en wel werk. Ik ben zo nieuwsgierig. Ik vind het geweldig om te leren en te lezen en te sparren.
Ik kan ongelofelijk genieten van een zeiltocht, van een concert, van een film of gewoon in het water liggen of in de zon zitten.
Ik zou dus nooit voor een baas kunnen werken, omdat ik die vrijheid nodig heb, van even onverwachts mijn agenda leegvegen.
Ik denk dat ik heel veel in het hier en nu ben. Ik maak me geen zorgen over de dag van morgen. Ik heb geleerd dat wat er ook gebeurt, ik daar mee om kan gaan. Maar ik neem ook mijn verantwoordelijkheid.
Maar als je vraagt: Staan je hersens wel eens stil? Heb je wel eens geen vragen? Uuuhhh….
Enne… ik heb 14 jaar gelegen. Ik geniet van de dynamiek van het leven!
6) Dineke, volgens mij is snelheid jouw handelskenmerk. In no time heb je een antwoord. In no time zit je bij een laag dieper in het gesprek of ben je bij de kern van de zaak. Welke winst zit er voor jou in als je zou vertragen?
Ik weet niet of ik snelheid als mijn handelskenmerk zie. Ik ben niet uit op snelheid. Ik ervaar mijzelf zelfts niet als snel.
Snelheid wordt vaak geinterpreteerd als impulsivef. Impulsiviteit gaat vaak over het onbewust volgen van je instincten en wordt makkelijk gelabeld als: maar wat doen.
Ik ben uit op de kern van de zaak, op de bodem, op waar het om gaat. Daardoor omzeil ik makkelijk koetjes en kalfjes verhalen.
Er zijn dingen die voor een ander lijken dat ik dat snel doe, maar dat heeft voor mij een andere oorzaak: ik ben heel intuitief en ik voel heel erg of iets voor mij klopt ja of nee. Die twee aspecten die bepalen voor mij of ik dan iets wel of niet doe. Als ik intuitief geen idee heb en/of als het voor mij niet klopt, dan kan ik heel erg lang over iets doen. Dan blijf ik ondertussen – vaak in mijn achterhoofd – zoeken, want ik weet dat er ergens een antwoord op mij ligt te wachten, dat zich zal aandienen.
Heb ik wel een idee, maar deel ik dat niet, dan kom ik in een soort achtbaan, waardoor er steeds meer ideeën komen. Dus ik moet mijzelf bewust beperken.
Maar bewust versnellen of bewust vertragen is er voor mij niet bij, omdat ik daar gewoon niet mee bezig ben.
In mijn werk of in contact met een ander, kan ik voor mijn gevoel heel erg vertragen, ben ik buitengewoon geduldig omdat het dan soms niet kloppend voelt om iets al te zeggen. Je wilt niet weten hoe ik wacht totdat het moment daar is, soms minuten, soms uren, soms dagen, soms maanden. En soms komt dat moment tot mijn spijt nooit. Dat is niet aan mij, maar aan de ander.
Er zijn ook zaken die ik onmiddellijk regel als ik weet dat het klopt en intuitief weet dat ik dat te doen heb. Ik heb dan al een e-mail geschreven, terwijl ik nog met iemand anders aan de telefoon zit. Als ik dan vertraag, dan doe ik het niet meer omdat ik dat bijvoorbeeld te eng vind en de lijst met mitsen en maren met de minuut groeit.
Er zijn dingen die ik buiten gewoon gedisciplineerd aanpak, omdat ik weet als ik dat niet met discipline doe, het er nooit meer van komt, of dat ik dan verzuip: zoals uit bed komen, douchen, het huishouden en de vaat die ik nog met de hand doe, maar ook mails of apps beantwoorden. Als je niet binnen een dag van mij een antwoord hebt gehad, dan kun je er vanuit gaan dat je het niet meer krijgt, omdat ik dat soort dingen gewoon weg vergeet. Daarom heb ik ook een online agenda, want dat zou echt mis gaan als ik dat zelf moest regelen.
Snelheid wordt soms opgevat als geen aandacht hebben voor, geen tijd besteden aan.
Helaas geldt dat voor mijn intensieve manier van leven niet. Ik heb eerder teveel dan te weinig aandacht, denk ik.
Cornelis
1) Dineke, ervaar je jouw genezing als gebedsgenezing?
Dat hangt er natuurlijk helemaal van af wat je onder gebedsgenezing verstaat!
Wikipedia zegt: “Bij gebedsgenezing (ook spirituele genezing) wordt door het aanroepen van bovennatuurlijke krachten gepoogd iemand te genezen. De praktijk omvat een breed scala aan gebruiken in verschillende culturen, die naast of soms in plaats van de geneeskunde worden toegepast.”
Als je gebedsgenezing ziet als een gebeurtenis die door mij vooraf beoogd was, doordat ik bewust naar iemand ging, die voor mij persoonlijk op mijn verzoek heeft gebeden voor mijn lichamelijke genezing al dan niet in een hierop gerichte samenkomst, dan zeg ik dat ik mijn gebedsgenezing niet op dit manier ingezet, gezien of ervaren heb.
Tijdens mijn ziekte heb ik in 2002 een artikel geschreven dat gepubliceerd is in CV/Koers en nu op mijn website staat (https://www.dinekevankooten.nl/archief/een-zieke-kijk-op-gebedsgenezing/) waarin ik woorden heb gevonden waarom ik zelf niet gebruik zou maken van een gebedsgenezingsbijeenkomst zoals hier besproken.
Ik ging op vrijdag 27 oktober 2006 naar het klooster in Gent, in de veronderstelling dat ik zondag 29 oktober in dezelfde (of iets slechtere) toestand weer naar Nederland zou gaan. Op een moment in de kapel sprak de priester een algemeen afsluitend gebed uit, waarvan hij niet in de veronderstelling was dat ik daar op dat moment door genezen zou worden. Toch werd ik ten tijde van het algemeen uitspreken van zijn gebed voor mijn gevoel aangeraakt en kwam er een grote kracht die mijn hele lichaam doortrok, waardoor ik op dat moment in een punt des tijds een ervaring opdeed met als gevolg dat daarvoor totaal anders was dan daarna. Ik ervaarde voor het uitspreken van die zinnen dat ik erg veel pijn had, dat ik veel moeite had met lopen dat meer op schuifelen leek, en niet kon staan, en nauwelijks kon zitten zonder pijnvermeerdering. Ik ervaarde na het uitspreken van die zinnen dat ik geen pijn meer had en een week later werd bevestigd dat ik geen ontstekingen meer in mijn bekken had, geen beschadingen en geen scheefstand, waardoor ik lopen, zitten en staan op een normale manier kon doen. Het enige wat ik moest doen daarna is conditie opbouwen. Want voordat moment bracht ik mijn leven voornamelijk horizontaal door en na dat moment voornamelijk verticaal. Ik ervaar tot op de dag van vandaag dat dat ene moment, tijdens het uitspreken van de woorden ‘God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest, u hoeft 1 woord te spreken en mijn lichaam is genezen! Spreek Heer!’ mijn leven totaal veranderde. Ik ervaar dat zeker als een genezing op het gebed.
2) Je hebt het over geest, ziel en lichaam. Daar had ik graag wat meer van willen horen. Kun je wat meer over vertellen?
Nou, daar zou ik een boek over kunnen schrijven. Watchman Nee heeft daar bijvoorbeeld een boek overgeschreven van meer dan 800 pagina’s.
Op mijn website heb ik daar een artikel aangewijd dat je hier kunt lezen: https://www.dinekevankooten.nl/archief/lichaam-ziel-en-geest/
Het lastige is dat geest en ziel door elkaar gehaald worden, zo praten we als het om psychiatrische klachten gaat makkelijk over geestes ziekten, maar eigenlijk bedoelen we daar of een ziekte van de ziel mee of een ziekte in het brein (onbalans in chemische stoffen met alle gevolgen van dien), dus van het lichaam mee.
Gijsje
1. Je schrijft: “ik wil niet dat er bij mijn overlijden 1 talent ongebruikt naast mijn kist staat. Of dat er 1 talent dat niet van mij is in mijn kist ligt, waar ik tijd in heb gestopt om dat toch te bemachtigen/ontwikkelen. In beide gevallen ben ik dan niet tot mijn bestemming gekomen”.
Wat doet het met jou en je innerlijk kind als er wel een ongebruikt talent zou zijn en je dus (volgens jou) niet tot je bestemming bent gekomen?
[Ter info: Het innerlijk kind (of kwetsbare kind) bestaat uit al onze kinderlijke gevoelens, instincten en intuïties, energie en creativiteit. We ontwikkelden overlevingsmechanismen, die destijds nodig waren om onszelf te beschermen tegen te pijnlijke situaties. Deze onverwerkte gevoelens en emoties uit onze kindertijd spelen nu nog vaak onbewust en onbedoeld een rol, en bepalen voor een deel ons leven. Wanneer je je persoonlijke ontwikkeing doet, worden deze gevoelens en emoties verwerkt en krijgen ze een andere betekenis, waardoor deze overlevingsmechanismen niet meer nodig zijn en kunnen ze met pensioen, zodat ik steeds meer in het hier en nu bewust kan kiezen voor mijn reactie.]
Mijn innerlijk kind heeft de neiging te denken dat het geen talenten heeft. Mijn innerlijk kind wil zich het liefst niet laten zien en wil het liefst voor de zekerheid dat wat ze heeft onder de grond stoppen, want ze denkt dat anderen het veel beter kunnen dan zij. Mijn volwassene die haar proces gaat en doet, weet dat elk mens gaven en talenten heeft gekregen en dat het de existentiele bedoeling is dat die tot ontwikkeling worden gebracht, omdat er maar 1 iemand is die Dineke heet. Ik ben uniek, zoals jij uniek bent. En als ik mijn uniek-zijn niet leef, dan blijft er iets ongeleefds achter. Dat zou mij spijten. Het is dus geen gebod, maar een existentieel verlangen.
Mocht het zo zijn dat ik voortijdig overlijd, dan is dat wat het is.
Maar het liefst neem ik mijn uitgepakte talenten als reukwerk voor Gods aangezicht mee.
2. Je schrijft: “ik wil alles wat ik heb aan mijn kind geven, ook als dat ten koste gaat van mezelf”.
In deze passage gaat het over jou ten opzichte van je dochter.
Hoe is dit voor jou ten opzichte van je innerlijk kind?
Dat wilde het innerlijk kind, zodat mijn dochter niet zou hoeven meemaken, wat ik heb meegemaakt. Zo dat mijn kind geen pijn hoeft te lijden aan haar moeder.
Als volwassene, mijn innerlijk proces gedaan hebbend, weet ik dat het mijn kind niet helpt als ik voor haar dingen doe ten koste van mijzelf. Dat voelt een kind. Dat staat niet in verhouding tot de situatie. En toch ben ik blij dat ik dat gedaan heb, want ik deed het ook voor mijzelf, want ik genoot intens van zo’n gebeurtenis en teerde daar ook weer weken op.
3. Je schrijft een stukje over BDE/Bijna Dood Ervaring. Je zegt: “nu kan ik veel meer hier zijn en hoef ik bijna niet meer daar heen”.
A. Wat is en was voor jou ‘daar’?
B. Was willen naar ‘daar’ gepaard met verlangen naar de dood?
A. Voor mij is daar de hemel, de andere kant, het spirituele leven, bij de Eeuwige vertoeven.
B. Dat zijn voor mij verschillende levels die niet met elkaar vergeleken kunnen worden, maar wel vaak samen gaan, omdat ik hier niet wist te leven, niet wist hoe het moest, leek het beter dat ik niet bestond, er niet was. Misschien vond ik wel dat ik geen bestaansrecht had. Dat was gekoppeld aan de dood. Toen ik tiener was wilde ik dood, omdat ik me meachteloos voelde tov het leven, tov mijn leven. Ik begreep het niet en het leek me de enige uitweg, maar die durfde ik (God dank) niet te nemen.
Ik wist op de een of andere manier wel hoe het ‘daar’ ging en gaat. Dat had gek genoeg niets met de dood te maken, maar met Liefde, met zijn.
4. Wat vind je van de stelling:
“Gezegend is de man die niets verwacht, want hij zal nooit teleurgesteld worden”.
Leven is teleurgesteld zijn. (Alexander Pope)
Teleugesteld zijn, gaat over verwachtingen hebben, gaat vaak over: dat is goed en dat is fout.
Een kind wordt teleurgesteld, omdat het verwachtingen heeft. Dat is heel logisch.
Een volwassene die zijn/haar persoonlijke ontwikkeling heeft gedaan, zal niet zo heel snel meer teleurgesteld worden omdat hij/zij het leven heeft leren nemen zoals het komt omdat hij/zij weet dat hij/zij er mee om kan.leren gaan en zal het antwoord daarop zoekende-weg vinden. Mocht een volwassene in zijn individuatieproces toch teleurgesteld raken, dan weet hij/zij dat dat schuren hem/haar uitnodigt tot een volgende ontwikkelingsstap.
=> Wat er in de MEDIA over dit boek staat: https://www.dinekevankooten.nl/media/
=> Het boek BESTELLEN en laten signeren: https://www.dinekevankooten.nl/product/dwars-door-de-pijn/
=> Hoe lezers op het boek REAGEREN: https://www.dinekevankooten.nl/reacties-boek/
=> PODCASTS mbt de challenge: https://www.dinekevankooten.nl/archief/challenge/
=> Inhoudsopgave van het boek bekijken en de inleiding lezen of beluisteren: https://www.dinekevankooten.nl/inhoud-boek/
=> Luisterboek: https://www.dinekevankooten.nl/luisterboek/
=> Podium VanKooten: https://www.dinekevankooten.nl/podiumvankooten/
=> Recensies: https://www.dinekevankooten.nl/recensies/
=> Een vraag stellen over de inhoud van het boek of vragen van lezers lezen: https://www.dinekevankooten.nl/vragen-van-lezers/
=> Video’s en Podcasts met Dineke over het boek: https://www.dinekevankooten.nl/videos-en-podcasts/
=> Achtergrond informatie bijv. over het onderzoek naar gebedsgenezing bij Dick Kruijthoff: https://www.dinekevankooten.nl/achtergrond-informatie/