Artikelen die samen tot nadenken aanzetten
Frank Ruesink schrijft op 29 juli 2021 op LinkedIn:
MOOIE HOUDING: DAN LOSSEN WE HET ZELF WEL OP
Vanochtend vroeg heb ik Ellen Windemuth bedankt voor de moedige actie om zelf het heft in handen te nemen.
Niet afwachten maar zelf een onderzoek starten als je ervan overtuigd bent dat de GGD en het RIVM te gevoelig zijn voor de lobby van Tata Steel en zij een cruciaal onderzoek laten liggen.
✅ Wat de boeren allang zeiden: https://www.trouw.nl/nieuws/boeren-vertrouwen-de-cijfers-van-het-rivm-voor-geen-cent~b418f88d/ (zie onder aan dit pagina)
✅ Wat de corona-maatregelen-criticasters allang zeiden: https://www.volkskrant.nl/cultuur-media/waarom-het-rivm-steeds-meer-onder-vuur-ligt~b624f7bc/
(zie onder aan dit pagina)
✅ Wat de vaccinatie criticasters allang zeiden: https://frankruesink.nl/slappe-mannen-rivm/ (zie onder aan dit pagina)
✅ Wat de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving allang zei: https://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2340999-rivm-en-ministerie-raakten-in-coronacrisis-te-veel-vermengd (zie onder aan dit pagina)
✅ Wat RIVM-statisticus De Kwaadsteniet ruim twintig jaar geleden al zei: https://www.vpro.nl/argos/speel~POMS_VPRO_1790902~betrouwbaarheid-beleidsonderbouwend-onderzoek-argos~.html (zie onder aan dit pagina)
Zegt dus nu ook Stichting IJmond:
#tijdvooronafhankelijkheid
#tijdvoorgezondheid
#tijdvoorwaarheid
#tijdvooropenheid
https://www.ad.nl/binnenland/miljonairs-openen-aanval-op-ziekmakend-tata-steel-we-gaan-het-zelf-wel-oplossen~a8d374ca/
Boeren vertrouwen de cijfers van het RIVM voor geen cent
Niemand weet precies hoeveel stikstof er in Nederland wordt uitgestoten, stelt de boerenstichting Mesdag Zuivelfonds. Die daagt het RIVM, dat zorgt voor de metingen, daarom voor de rechter.
auteur: Emiel Hakkenes
datum: 27 september 2019
website: https://www.trouw.nl/nieuws/boeren-vertrouwen-de-cijfers-van-het-rivm-voor-geen-cent~b418f88d/
Nederlandse boeren dreigen de dupe te worden van ondeugdelijke metingen van stikstof door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Dat stelt het Mesdag Zuivelfonds, een stichting die onderzoek in de melkveehouderij financiert. Met een juridische procedure wil de stichting het RIVM nu dwingen inzicht te geven in zijn methode om stikstof te meten.
In opdracht van de overheid brengt het RIVM in kaart hoeveel stikstof er in Nederland wordt uitgestoten en wat de bron ervan is. Volgens door het Mesdagfonds ingeschakelde wetenschappers gaan daarbij twee dingen mis. Ten eerste zou het RIVM de herkomst van de stikstof (bijvoorbeeld een veehouderij) niet kunnen aantonen. Ten tweede zou het instituut overgaan op schattingen als een van de ruim driehonderd meetstations in het land geen bruikbare meting heeft opgeleverd. Het Mesdagfonds vermoedt dat de stikstofuitstoot in Nederland hierdoor te hoog wordt ingeschat.
Juist deze week adviseerde de onderzoekscommissie onder leiding van oud-minister Remkes de regering om veehouders in de buurt van natuurgebieden uit te kopen, om zo te zorgen voor minder stikstofuitstoot. “De commissie en de politiek vragen grote offers van agrarische bedrijven”, zegt voorzitter Jan Cees Vogelaar van het Mesdagfonds. “Dan moet je ervan op aankunnen dat het model waarmee bedrijven worden afgerekend, klopt.”
‘Het RIVM werkt met publiek geld, daar hoort transparantie bij’
Het Mesdagfonds wil dat externe wetenschappers inzage krijgen in de werkwijze en de meetgegevens van het RIVM, zodat ze die kunnen reproduceren. Ondanks herhaaldelijke verzoeken geeft het RIVM die inzage tot nu toe niet. “Men vindt dat het geen meerwaarde heeft”, aldus Vogelaar. Het Mesdagfonds heeft een advocaat in de arm genomen die het RIVM heeft gesommeerd om voor het eind van de maand inzage te bieden. Doet het instituut dat niet, dan spant het fonds een rechtszaak aan. “Het RIVM werkt met publiek geld. Daar hoort transparantie bij.”
Bovendien heeft het Mesdagfonds de Universiteit van Amsterdam opdracht gegeven om een drie jaar durend onderzoek te beginnen naar het neerslaan van stikstof in natuurgebieden en na te gaan waar de stikstofuitstoot van veehouderijen precies terecht komt. Volgens Vogelaar is het namelijk mogelijk om bij stikstofdeeltjes te identificeren waar die vandaan komen. Dat de overheid het RIVM niet opdraagt dit te onderzoeken, is volgens hem een kwestie van geld. “Het kosten sloten met geld.” Hoeveel het onderzoek van het Mesdagfonds en de Universiteit van Amsterdam kost, zeg Vogelaar niet.
Op eerdere kritiek van het Mesdagfonds reageerde het RIVM door te zeggen dat zijn werkwijze onafhankelijk is en dat de feiten worden gepresenteerd zoals ze zijn. Ook doorstond de werkwijze van het instituut wetenschappelijke kwaliteitstoetsen. “Het Mesdagfonds is welkom om onze methode te komen bekijken”, zegt woordvoerder Harald Wychgel van het RIVM. “Dat wij niet onder onze motorkap zouden laten kijken, is onjuist.” Het Mesdagfonds zou eerdere afspraken voor een bezoek aan het RIVM op het laatste moment afgezegd hebben. Volgens Jan Cees Vogelaar heeft juist het RIVM die geplande bezoeken geannuleerd.
Vogelaar realiseert zich, zegt hij, dat een nieuw onderzoek ook kan aantonen dat de bijdrage van de Nederlandse veehouderij aan de stikstofuitstoot juist hóger blijkt te zijn dan het RIVM nu rapporteert. “Ook die kennis is van belang voor de agrarische sector. Dan ligt er een nog grotere taak voor ons.”
Van ‘positief’ tot ‘verstikkend beleid’
De adviezen van oud-minister Remkes konden rekenen op wisselende reacties.
Het Wereld Natuur Fonds vindt het ‘positief’ dat de commissie adviseert om volop in te zetten op natuur en natuurherstel. ‘De voorgestelde aanpak voor de veehouderij biedt goede kansen voor de noodzakelijke omslag naar een natuurvriendelijke landbouw’.
Greenpeace vindt dat het kabinet niet anders kan dan scherpe keuzes maken. ‘De enige structurele oplossing is het fors terugdringen van het aantal koeien, kippen en varkens in ons land. De tijd van peperdure technieken is voorbij. De Nederlandse landbouw, met miljoenen dieren op een klein oppervlak, gaat ver over de grenzen heen van wat de natuur en ons klimaat aankunnen’.
LTO Nederland, de boerenbelangenorganisatie, stelt dat boeren en tuinders, ondanks waarderende woorden voor hun bijdrage, weer worden geconfronteerd met ‘voorstellen voor verstikkend beleid’. ‘De commissie-Remkes biedt voor de korte termijn geen oplossingen voor de stikstofimpasse’.
LandschappenNL ziet het rapport van Remkes als ‘een uitgestoken hand’. ‘Alles met techniek willen oplossen, bijvoorbeeld nog meer luchtwassers, is een doodlopende weg. We willen juist een begaanbare weg voor boeren en andere ondernemers, in een gezonde leefomgeving.’
Lees ook:
Bouwsector teleurgesteld in advies commissie-Remkes
Bouwbedrijven hoopten dat de Commissie Remkes met een snelle oplossing kwam voor de impasse waarin ze verkeren. Maar de provincies zijn duidelijk: een kortetermijnoplossing voor de stikstofimpasse is er niet.
Remkes zet kabinet het mes op de keel met stikstofadviesIn niet mis te verstane bewoordingen heeft een adviescommissie onder leiding van oud-minister Johan Remkes het kabinet de les gelezen, analyseert Bart Zuidervaart, chef van de politieke redactie. Drastische maatregelen zijn nodig om de uitstoot van stikstof te verlagen, zoals een lagere maximumsnelheid en minder vee. Maar wat betekent het voor bijvoorbeeld vliegveld Lelystad en de verbouwing van het Binnenhof?
Hoe werd Nederland op milieugebied het vieste jongetje van de klas? Een reconstructieNederland leek de Europese natuurbeschermingsregels maar hinderlijk te vinden, analyseert Emiel Hakkenes, redacteur duurzaamheid & natuur. De uitgedokterde oplossing blijkt in strijd met de Europese wet. Hoe kon het zover komen? Een reconstructie.
Waarom het RIVM steeds meer onder vuur ligt
Twijfel over stikstofberekeningen, kritiek op corona-adviezen: het RIVM wordt achtervolgd door controverse. Waarom ligt het keurige rekeninstituut steeds meer onder vuur?
auteur: Yvonne Hofs
datum: 21 augustus 2020
website: https://www.volkskrant.nl/cultuur-media/waarom-het-rivm-steeds-meer-onder-vuur-ligt~b624f7bc/
Hoge bomen vangen veel wind, zegt de tegeltjeswijsheid, en in het loofrijke Bilthoven zijn de bomen het afgelopen jaar erg hard gegroeid. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) is in het kielzog van twee grote landelijke crises volop in de schijnwerpers komen te staan. Het RIVM voert op verzoek van de regering stikstofberekeningen uit en heeft een belangrijke stem in het Outbreak Management Team (OMT), dat de regering adviseert over de aanpak van de coronapandemie. Sinds de adviezen en bevindingen van het instituut veel gewicht in de schaal leggen in politiek Den Haag, wordt het RIVM achtervolgd door controverse. Boeren en politici zaaien twijfel over de stikstofberekeningen van het RIVM en ook op de corona-adviezen van RIVM-directeur Jaap van Dissel klinkt kritiek. Waarom ligt het keurige rekeninstituut steeds meer onder vuur?
De nieuwste controverse rond het RIVM draait om ventilatiesystemen. De Volkskrant schreef begin augustus dat het rijksinstituut ‘stilzwijgend’ een landelijke richtlijn over ventilatiesystemen had aangepast, mogelijk naar aanleiding van de corona-uitbraak in een verpleeghuis in Maassluis. In een ‘vertrouwelijk’ RIVM-rapport zou staan dat de airconditioning in de gemeenschappelijke huiskamer van de zorginstelling het virus mogelijk heeft rondgeblazen, waardoor zeventien bewoners van het verpleeghuis in korte tijd besmet waren geraakt.
De Volkskrant-verslaggever vroeg het RIVM om commentaar, maar het instituut wilde in eerste instantie niet ingaan op de kwestie. ‘Het RIVM doet geen uitspraken over vertrouwelijke documenten’, was het formele antwoord. Pas na de publicatie, die tot veel maatschappelijke onrust leidde, kwam het RIVM met een inhoudelijke reactie. Het ging niet om een vertrouwelijk ‘rapport’, maar om een gespreksverslag, zegt woordvoerder Coen Berends nu.
Niet het RIVM, maar arts-microbiologen van het Franciscus Gasthuis & Vlietland trokken de conclusie dat het ventilatiesysteem de oorzaak was van de uitbraak in het verpleeghuis. Zij waren bij het overleg met de RIVM’ers aanwezig. Het RIVM vond hun conclusie voorbarig en wilde eerst een onderzoek van de GGD Rotterdam-Rijnmond afwachten. De GGD stelde vorige week vast dat de ventilatie waarschijnlijk geen rol speelde bij de corona-uitbraak in Maassluis.
Verder, zegt Berends, is de ventilatierichtlijn niet ‘stilzwijgend’ aangepast en ook niet naar aanleiding van de casus Maassluis. ‘De aanleiding was een nieuwe richtlijn van het European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC). Omdat er in Azië een aantal corona-uitbraken in verband is gebracht met ventilatiesystemen, heeft het ECDC uit voorzorg zijn richtlijn aangepast. Wij hebben die gevolgd en de nieuwe richtlijn ook meteen op onze website gepubliceerd. Het is echter niet onze taak om scholen en zorginstellingen te waarschuwen. Die verantwoordelijkheid ligt bij de ministeries van Volksgezondheid en Binnenlandse Zaken, die op de hoogte waren van onze nieuwe richtlijn.’
Uit voorzorg adviseert het RIVM geen gesloten ventilatiesystemen meer te gebruiken, maar altijd te zorgen voor bijmenging met verse buitenlucht. Tegelijkertijd benadrukt het instituut dat er (nog) geen hard wetenschappelijk bewijs is dat mechanische ventilatiesystemen en airco’s het coronavirus kunnen verspreiden. Deze dubbele boodschap schept verwarring bij de buitenwacht. Ook heeft het RIVM zichzelf geen dienst bewezen door de Volkskrant-verslaggever een inhoudelijke reactie te onthouden. Het instituut had de eerdergenoemde misverstanden meteen kunnen ophelderen, maar liet dat na. Hierdoor heeft het RIVM bijgedragen aan het beeld dat het iets te verbergen heeft. Die zelfgeschapen onduidelijkheid biedt anderen, onder wie arts-microbioloog Peter de Man en opiniemaker Maurice de Hond, de ruimte de deskundigheid van het RIVM in twijfel te trekken en hun eigen visie op de zaak te promoten.
Maatschappelijke tegenwind
Het RIVM en andere wetenschappelijke instituten krijgen sowieso meer maatschappelijke tegenwind te verduren dan vroeger. Het Rathenau Instituut concludeerde in 2014 dat ‘wetenschap niet langer over vanzelfsprekend gezag beschikt’. ‘De inzet van wetenschap zelf komt ter discussie te staan. Burgers en publieksgroepen gaan zonder schroom het debat aan met beleidsmakers en wetenschappelijke deskundigen’, schreef het instituut in zijn publicatie Wetenschap als strijdtoneel.
De topman van het RIVM, directeur-generaal Hans Brug, herkent de ontwikkeling, maar vindt die niet alleen maar negatief. ‘Het promoten van alternatieve waarheden is de afgelopen decennia zeker toegenomen. Sociale media maken het makkelijker zulke meningen en ideeën te verspreiden. Daar zit misschien een schadelijke kant aan, maar wetenschap staat daardoor ook meer in de publieke belangstelling. Dat is de goede kant. Er wordt meer maatschappelijke transparantie van ons gevraagd. Wij moeten onze onderzoeksresultaten en rekenmethoden aan een veel breder publiek uitleggen. Dat is best lastig, want onze modellen zijn gemaakt door wetenschappers voor wetenschappers. Niet met het doel door iedereen begrepen te worden.’
Het is niet uit te sluiten dat De Hond en De Man uiteindelijk tóch gelijk krijgen met hun verdenkingen tegen ventilatiesystemen. Hoofd infectieziektebestrijding van het RIVM Jaap van Dissel benadrukt telkens dat het OMT zijn adviezen over het coronavirus baseert op bewezen wetenschappelijke inzichten, niet op onbewezen vermoedens. In april noemde premier Rutte de adviezen van Van Dissel ‘heilig’. De wetenschappelijke kennis over covid-19 ontwikkelt zich echter razendsnel. Het OMT zal zijn adviezen daarom af en toe moeten herzien als gevolg van voortschrijdend inzicht. Alleen dat al kan de indruk wekken van zwalkend politiek beleid, gebaseerd op adviezen van wetenschappers die er ook maar een slag naar slaan. Als de airco’s in Maassluis straks toch de schuldige blijken, zal het RIVM ongetwijfeld bekritiseerd worden om zijn afwachtende houding, ook al kan het instituut onmogelijk worden aangerekend dat de wetenschappelijke inzichten over corona elke dag weer voortschrijden.
Politieke druk?
Ernstiger zijn de aantijgingen dat het RIVM en het OMT helemaal geen onafhankelijke adviezen geven, maar zich bij het opstellen van coronarichtlijnen laten beïnvloeden door politieke overwegingen. Nieuwsuur onthulde in juli dat het RIVM-advies over het gebruik van medische mondkapjes in de verpleeg- en thuiszorg mede was ingegeven door de schaarste aan zulke mondkapjes. Minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid zat uiteraard niet te wachten op een RIVM-richtlijn die het gebruik van mondmaskers aanraadt, terwijl de minister die kapjes niet kan leveren.
Het RIVM ontkent stellig dat Van Dissel en zijn collega’s zijn bezweken onder politieke druk. Maar volgens Nieuwsuur werd het schaarsteprobleem in conceptversies van de richtlijn wel degelijk benoemd. In de definitieve versie zijn die verwijzingen geschrapt. Bovendien legt minister De Jonge tijdens een Kamerdebat in maart een duidelijke link met de schaarste: ‘Er is gegeven de krapte door het RIVM een vrij stringente richtlijn gemaakt.’ Drie weken later zegt Van Dissel in de Tweede Kamer dat mondkapjes op dat moment alleen in de zorg gebruikt worden wegens ‘een tekort aan middelen’. ‘Als de schaarste minder wordt, zullen we steeds kijken of ze in bepaalde situaties wel degelijk toegevoegde waarde kunnen hebben’, zegt hij erachteraan.
Een andere controverse ontstaat als Van Dissel in een interview met de NOS begrip lijkt te tonen voor de economische belangen van de luchtvaart. In vliegtuigen hoeven passagiers volgens het RIVM geen anderhalve meter afstand te houden, terwijl dat in treinen en overal elders wel moet. Van Dissel beargumenteert dat door te wijzen op de specifieke ventilatiesystemen in vliegtuigen. Die maken het volgens hem minder ‘plausibel’ dat één met corona geïnfecteerde passagier een heel vliegtuig besmet. Maar als de journalist hem vraagt waarom de anderhalvemeterregel wel voor treinen geldt en niet voor vliegtuigen, rept de RIVM-expert niet over ventilatie. Hij antwoordt: ‘Ik kan me voorstellen dat het ingewikkelder is die anderhalve meter in vliegtuigen aan te houden, om toch nog tegen redelijke prijzen te kunnen vliegen.’ Daarmee gaat hij eraan voorbij dat ook de NS miljarden euro’s verlies lijdt door met (half)lege treinen te rijden, en daarom staatssteun ontvangt. Ook een OMT-advies over het vliegen vanuit Nederland naar landen met hoge coronacijfers suggereert dat economische belangen, en daarmee politieke druk, een rol spelen. ‘Er is druk om in Nederland en Europa het vliegverkeer weer te hervatten’, vermeldt het advies van 14 april.
Nogmaals: het RIVM ontkent bij hoog en laag dat zijn adviezen, berekeningen en wetenschappelijk onderzoek gekleurd zijn door de politieke wensen van ministeries, die ook de opdrachtgever en financier zijn van het instituut. Hans Brug: ‘Het is niet zo dat de minister tegen ons of het OMT zegt: adviseer me dat niet, want dat kan ik nooit uitvoeren of dat kost te veel geld. Ik heb in de coronacrisis geen druk ervaren en ik heb dat ook niet van Jaap van Dissel gehoord.’ Jaap van Dissels voorganger Roel Coutinho beaamt dit: ‘Ik heb nooit politieke druk ervaren om adviezen te herschrijven.’ En Klaas van Egmond, tot 2004 directeur Milieu van het RIVM, verklaart: ‘Er was soms wel druk, maar dat leverde in mijn tijd nooit problemen op. We konden altijd verwijzen naar de wet, waarin staat dat de minister het RIVM geen inhoudelijke aanwijzingen mag geven.’ Ook Hans Brug verwijst naar de Wet op het RIVM, waarin staat: ‘Onze minister geeft aan de directeur-generaal geen aanwijzingen met betrekking tot de methoden, volgens welke de onderzoeken worden uitgevoerd en de resultaten daarvan worden gerapporteerd.’
Of bewindslieden die wet te allen tijde respecteren, mag worden betwijfeld. Minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid schroomde eind maart blijkbaar niet om Diederik Gommers, de voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care, onder druk te zetten. Een van De Jonges ambtenaren verzocht Gommers te bevestigen dat er binnen een week 1.600 ic-bedden voor coronapatiënten beschikbaar zouden zijn, terwijl Gommers dat helemaal niet zeker wist. De Jonge verschool zich tegenover een kritische Tweede Kamer vervolgens achter Gommers’ afgedwongen belofte. De intensivist kreeg van De Jonges ministerie ook instructies over wat hij wel en niet mocht zeggen in talkshows. Wat hij in elk geval niet mocht zeggen, was dat hij het oneens was met de minister.
Gommers werkt niet bij het RIVM, maar er is geen reden om aan te nemen dat Jaap van Dissel een andere behandeling ten deel valt. Hans Brug bevestigt dat wetenschappelijk medewerkers van het RIVM getraind worden in de omgang met ambtenaren om ze weerbaar te maken tegen politieke beïnvloeding. Als er geen politieke druk is, zoals Brug beweert, vanwaar dan die trainingsprogramma’s?
Botsende belangen
De milieuafdeling van het RIVM heeft waarschijnlijk meer last van politieke druk dan de afdeling infectieziekten. Het politiek zwak vertegenwoordigde milieubelang botst vaak met het economische belang van krachtige lobby’s van boeren, bedrijfsleven en luchtvaart. Hoe valt bijvoorbeeld te verklaren dat het RIVM bij het berekenen van de stikstofschade van het wegverkeer en de geluidshinder van Schiphol rekenmethoden gebruikt die door het kabinet letterlijk bij wet worden voorgeschreven? Rekenmethoden die bovendien op een ‘niet-verdedigbare’ manier worden gebruikt? Dat laatste concludeert althans de commissie-Hordijk, die in opdracht van het kabinet de kwaliteit van de stikstofberekeningen van het RIVM onderzocht. Het rekenmodel dat het RIVM gebruikt om de stikstofuitstoot van het autoverkeer te berekenen, onderschat de werkelijke schade fors, aldus de commissie. Die onderschatting komt de politiek goed uit, want dan kunnen er meer wegen worden aangelegd binnen dezelfde ‘stikstofruimte’.
Nog gekker is dat het RIVM het stikstofeffect van snelheidsverhogingen anders berekent dan dat van snelheidsverlagingen. Begin dit jaar verlaagt het kabinet de maximumsnelheid op snelwegen van 130 naar 100 kilometer per uur om de landelijke stikstofuitstoot te verminderen. Een paar jaar eerder had het kabinet de maximumsnelheid juist verhoogd naar 130 kilometer per uur. De extra stikstofuitstoot van de snelheidsverhoging berekent het RIVM zo laag mogelijk, terwijl het de stikstofreductie van de snelheidsverlaging op papier veel hoger inschat. De wetenschappelijke logica hiervan is ver te zoeken, maar hiermee wordt wel de politiek gewenste uitkomst bereikt: zo veel mogelijk economische activiteit mogelijk maken.
Gevraagd naar een verklaring verwijst programmamanager stikstof Gerben Roest naar de politiek. ‘Dat was een beleidskeuze, daarvoor moet je bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat zijn.’ Hij legt uit: ‘Als RIVM ontwikkelen we rekenmodellen en zorgen we ervoor dat we in opdracht iets kunnen berekenen, maar hoe de rekenresultaten worden gebruikt zijn beleidskeuzen van het ministerie.’ Politieke overwegingen dus. En de politiek dicteert het RIVM dus soms wel degelijk welke rekenmethoden en aannames het moet gebruiken, ook al is dit strijdig met de Wet op het RIVM.
Rekenkundig gesjoemel
Klaas van Egmond komt met een ander voorbeeld van politiek wenselijk rekenen: bij de politiek zeer gevoelige kwestie van de geluidshinder rond Schiphol paste het kabinet willens en wetens verouderde rekenmethoden toe, waarin het lawaai van relatief stille vliegtuigen niet werd meegenomen. Omdat vliegmotoren de afgelopen decennia steeds stiller zijn geworden, viel daardoor een steeds groter deel van het vliegverkeer buiten de berekeningen. Het gevolg was een toenemend verschil tussen de geluidshinder op papier en de werkelijke hinder die omwonenden ervoeren.
Volgens Van Egmond stonden het RIVM en andere bureaus die deze rekenmethoden moesten gebruiken met de rug tegen de muur, omdat de methode was voorgeschreven in ‘wettelijke besluiten’ waarmee dus ook de Tweede Kamer had ingestemd. ‘Rond Schiphol kregen wij heel vaak de opdracht om het opnieuw uit te rekenen. Dan dacht de minister dat de gewenste groei van het vliegverkeer alsnog mogelijk zou blijken als we andere maten zouden gebruiken, andere decibelmaten bijvoorbeeld. Dat was natuurlijk niet zo: of je een tafel opmeet in meters of in inches, de tafel blijft even groot.’
De milieutak van het RIVM was op een gegeven moment zo verontwaardigd over het rekenkundige gesjoemel rond Schiphol dat Van Egmond ongevraagd een openbaar adviesrapport publiceerde waarin het RIVM klip en klaar stelde dat de berekeningen die het kabinet aan de Tweede Kamer presenteerde niet deugden. Toenmalig verkeersminister Tineke Netelenbos was woedend, maar ze kon Van Egmond niets maken. Het RIVM heeft nu eenmaal het recht op eigen gezag rapporten uit te brengen. De rebelse actie van het RIVM sorteerde geen effect, stelt Van Egmond met spijt vast. ‘Er werd kennis van genomen en vervolgens ging men over tot de orde van de dag. In het kabinet en de Tweede Kamer wil de meerderheid nu eenmaal economische groei. Politici vinden milieu maar lastig, omdat het milieubelang vaak indruist tegen het economisch belang.’
Roel Coutinho merkte tijdens de Q-koorts-epidemie in 2007 dat het economisch belang soms zelfs boven de volksgezondheid gaat. De onderzoekscommissie-Van Dijk concludeerde achteraf dat het ministerie van Landbouw het ruimen van geitenboerderijen traineerde, omdat er geen hard wetenschappelijk bewijs zou zijn dat Q-koorts bij geiten een gezondheidsgevaar vormde voor omwonenden. Minister Ab Klink van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) drong wel aan op maatregelen, maar kon zijn collega Gerda Verburg van Landbouw daartoe niet dwingen. De patstelling duurde meer dan een jaar, terwijl direct ingrijpen misschien menselijke slachtoffers had kunnen voorkomen.
Coutinho was zeer verontrust over het gebrek aan actie. In een openbaar advies stelde hij dat melkgeitenbedrijven in de buurt van woonkernen zouden moeten sluiten als het aantal Q-koortsgevallen niet significant zou dalen. ‘Daar was het ministerie niet blij mee’, herinnert hij zich. ‘Dat openbare advies werd me niet in dank afgenomen. Ik heb toen een buitengewoon lastig gesprek moeten voeren met de directeur-generaal van VWS en de secretaris-generaal van Landbouw.’
Bezuinigingen
De politiek heeft het afgelopen decennium flink bezuinigd op het RIVM-budget voor eigen onderzoek, zegt Hans Brug. Daardoor heeft het RIVM minder geld dan vroeger om op eigen gezag onderzoek te doen, onderzoek waarbij de politiek geen belang heeft.
Ook op de landbouwinspectiedienst NVWA, die onder andere moet controleren of veehouders zich aan de mestregelgeving houden, is zwaar bezuinigd. Daardoor worden veel administratieve gegevens die in de stikstofrekenmodellen worden ingevoerd, niet of nauwelijks in de praktijk getoetst. De werkelijke stikstofuitstoot van emissiearme veestallen, van combiluchtwassers, van het mest uitrijden op akkers en weilanden, wordt bijna niet gemeten. Dit terwijl er sterke aanwijzingen zijn dat de werkelijke stikstofemissies van de veehouderij significant hoger liggen dan op papier. Uit de beperkte ammoniakmetingen in het veld blijkt namelijk dat er meer stikstof in de lucht aanwezig is dan de RIVM-berekeningen aangeven. De Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM) concludeerde eind 2018 dat dit waarschijnlijk deels te verklaren is doordat allerlei technische maatregelen die de stikstofuitstoot van de landbouw moeten beperken, zoals de export van mest, emissiearme stallen en het ‘milieuvriendelijk uitrijden’ van mest op het land, in de praktijk minder effectief zijn dan op papier wordt aangenomen.
Dat is een politiek onwelgevallige constatering, want ook dit kabinet wil vol inzetten op technische oplossingen voor de stikstofcrisis (zoals minder eiwitrijk veevoer). Dan helpt het niet als inspecties en metingen in het veld aantonen dat de stikstofberekeningen op te optimistische aannames gebaseerd zijn. Sommige Kamerleden uiten allerlei verdachtmakingen aan het adres van het RIVM om hun plattelandskiezers naar de mond te praten. Zo noemden VVD’ers en CDA’ers de stikstofberekeningen van het RIVM ‘schimmig’ en ‘een black box’.
Opportunisme
Niet alleen het RIVM heeft last van zulk politiek opportunisme. Ook bij andere rijksinstellingen krijgen wetenschappers die politiek beleid bekritiseren met tegenwind te maken. Bij het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) werd in 2013 een onderzoeksrapport aangepast dat het cannabisbeleid van toenmalig minister Ivo Opstelten bekritiseerde. De Inspectie Justitie en Veiligheid mocht in 2017 niet in een rapport zetten dat op telefoons van asielzoekers martelvideo’s waren aangetroffen, omdat het kabinet niet kon uitsluiten dat terroristen een Nederlandse verblijfsvergunning hebben gekregen. Haringdeskundige Ad Corten van het Rijksinstituut voor Visserijonderzoek mocht in 1993 niet aan de grote klok hangen dat het opgerekte vangstquotum voor de visserij de haringstand bedreigde. Zijn collega’s, die eerder nog precies hetzelfde hadden betoogd, lieten hem vallen toen de politieke druk werd opgevoerd: het economische belang van de visserij woog zwaarder.
In 1994 preste het ministerie van Onderwijs het Leids Instituut voor Sociaal-Wetenschappelijk Onderzoek (Liswo) ertoe een onderzoek naar ziekteverzuim in het onderwijs aan te passen. Het ziekteverzuim bleek hoger dan verwacht en dat zou het kabinet 70 miljoen gulden kosten. Toen het Liswo weigerde het politiek gewenste cijfer te produceren, huurde het ministerie een commercieel onderzoeksbureau in dat wél bereid was het juiste onderzoeksresultaat aan te leveren. Ook het stikstofadvies van de commissie-Remkes staat bol van de voorbeelden waarin de politiek zo veel mogelijk ‘rek en ruimte’ in de milieuregelgeving zocht om de economie maximaal te laten groeien. Remkes schrijft: ‘De praktijk was dat steeds niet is ingegrepen in de economische ruimte en dat andere beleidsthema’s dan natuur prioriteit kregen.’
In het stikstofdossier lijkt het kabinet op de oude voet door te willen gaan. Het neemt de aanbevelingen van Remkes niet over. Zo schrijft Remkes dat ‘de emissiebeperking onomstreden moet worden aangetoond en niet uitsluitend mag berusten op modelmatige benaderingen met grove aannames’. Ook de commissie-Hordijk stelt dat het kabinet meer metingen in het veld moet verrichten, om te waarborgen dat de modelberekeningen overeenkomen met de werkelijkheid. Remkes stelt verder onomwonden dat de reductiedoelstelling van het kabinet, een vermindering van de stikstofemissies met 26 procent in de komende tien jaar, niet volstaat. ‘Het Adviescollege is van mening dat een meer ambitieuze doelstelling nodig is om de natuurdoelen te realiseren. Een halvering van de binnenlandse stikstofemissies is een noodzakelijke randvoorwaarde.’ In de wandelgangen rond het kabinet viel na het advies te vernemen dat de streefwaarde van 26 procent ‘politiek gezien het maximaal haalbare’ is. Forse inkrimping van de veestapel ligt politiek te gevoelig.
Verdraaide adviezen
Minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur) trekt zich niets aan van de kritiek op de rekenmethoden die het RIVM van het kabinet moet gebruiken. In een commissievergadering op 25 juni verdraait ze Hordijks advies en doet ze alsof diens kritiek zich louter richt op het gebruik van verschillende rekenmodellen: SRM-2 voor het wegverkeer en OPS voor de landbouw en industrie. Hordijk wil dus dat we voor alle stikstofbronnen voortaan hetzelfde rekenmodel gebruiken, concludeert Van Nieuwenhuizen. ‘Als je het rapport leest, zou je bij andere projecten ook dezelfde systematiek kunnen gaan volgen als bij de wegen’, zegt ze in antwoord op vragen van GroenLinks-Kamerlid Suzanne Kröger.
Dat is uitdrukkelijk níét wat Hordijk adviseert. Zijn commissie bekritiseert SRM-2 omdat dit model stikstof die verder dan 5 kilometer van de bron neerkomt (en dat is bij wegen meer dan 90 procent van het totaal) niet meerekent. ‘Een afkapgrens van 5 kilometer is niet verdedigbaar, omdat het grootste deel van de stikstofdepositie op grotere afstand plaatsvindt.’ Hordijk adviseert daarom voor het wegverkeer voortaan OPS te gebruiken, net als voor de landbouw en de industrie. Maar Van Nieuwenhuizen zinspeelt erop dat ze juist SRM-2 tot standaardmodel wil verheffen. Dan zou dus ook de stikstofuitstoot van veehouderijen en fabrieken in de berekeningen worden afgekapt op 5 kilometer. De interpretatie van Van Nieuwenhuizen komt haar partij, de VVD, natuurlijk beter uit: SRM-2 creëert op papier veel meer ruimte voor veehouderijen, woningbouw en wegen dan het ‘strengere’ rekenmodel OPS.
Of zo’n rekentruc standhoudt bij de rechter is zeer de vraag. Daar gaat het de politiek ook helemaal niet om, zegt Klaas van Egmond. ‘Het doel is tijd rekken. De maatregelen waar het kabinet nu mee komt, zoals dat eiwitarme veevoer, hebben we in de jaren tachtig ook al doorgerekend. Die zetten geen zoden aan de dijk. De politiek begeeft zich naar de marges van het speelveld, omdat ze het probleem niet echt wil aanpakken. Kabinet en Kamer willen de veestapel niet halveren en het aantal vluchten op Schiphol niet verlagen. Daardoor krijgen wetenschappers het steeds moeilijker en worden zij steeds kwetsbaarder. Als de politiek constant de grenzen van het mogelijke opzoekt, wordt de wetenschap tot steeds grotere nauwkeurigheid gedwongen. Terwijl wetenschap altijd een onzekerheidsmarge heeft. Als dan blijkt dat onze berekeningen niet 100 procent nauwkeurig zijn, roepen politici en belangenclubs dat ons werk niet deugt en dat er eerst nieuw onderzoek of een nieuw advies moet komen. Vervolgens kunnen ze de olifanten in de kamer weer een paar jaar negeren.’
Voormalig CDA-staatssecretaris van Economische Zaken en Landbouw Henk Bleker windt er eind vorig jaar in NRC geen doekjes om: wat hem betreft was het door de Raad van State getorpedeerde stikstofbeleid een groot succes. Gedurende de vierenhalf jaar dat deze Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) van kracht was, is er volgens hem heel wat bereikt. ‘Hierdoor zijn meer dan dertig soms zeer grote infrastructuurprojecten mogelijk gemaakt, ter waarde van 9 miljard euro. In de veehouderij zijn ruim 400 grote stallen gerealiseerd, goed voor een investering van 1,5 miljard euro. Al met al heeft de PAS een indrukwekkende investering op gang gebracht. En daar was het ons om te doen.’
Zoals het uitkomt
Ook in de coronacrisis nemen politici de RIVM-adviezen graag zoals het hun uitkomt. Is er een tekort aan mondkapjes, dan beroept minister De Jonge zich op de opvatting van het OMT dat mondkapjes geen bewezen effect hebben op het aantal coronabesmettingen. Als precies datzelfde advies tegen politieke wensen indruist, wordt het gewoon terzijde geschoven. De Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb wil, tegen de landelijke richtlijn in, een mondkapjesplicht in zijn stad invoeren. Hij zoekt op eigen houtje een passend expertadvies bij zijn beleidsopvatting. De Amerikaanse deskundige Anthony Fauci, die op CNN verkondigt dat mondkapjes wél zinvol zijn, biedt hem de gewenste wetenschappelijke dekmantel. In de talkshow Op1 ondermijnt Aboutaleb het gezag van Jaap van Dissel en zijn collega’s. ‘Er zijn zo veel stromingen, zo veel opvattingen.’ Zelf is hij eigenlijk ook een expert, suggereert hij, want ‘ik heb zo ongeveer alles gelezen wat over dit thema verschenen is’.
In één adem benadrukt Aboutaleb dat hij geen wetenschapper is, maar een bestuurder. En dat bestuurders besluiten moeten nemen waarvoor ze naast wetenschappelijke adviezen ook andere factoren meewegen. Oud-RIVM-directeur Van Egmond heeft daar begrip voor. ‘De parlementaire democratie hoort het laatste woord te hebben. Als de politiek zegt dat één plus één drie is, dan is één plus één drie. Dat heb ik te respecteren, hoe betreurenswaardig ik dat persoonlijk ook vind. We zijn nu eenmaal een land van koopmannen en dominees. Je kunt als milieuonderzoeker je verhaal wel doen, maar uiteindelijk wordt er beslist ten gunste van de koopman.’ De wetenschap wikt, maar de politiek beschikt.
Verbetering: In een eerdere versie van dit artikel stond dat arts-microbioloog Peter de Man zelf de Volkskrant heeft benaderd om te waarschuwen voor de mogelijke verspreiding van het coronavirus door ventilatiesystemen. Dat is onjuist: de Volkskrant heeft De Man benaderd voor een interview.
HOE SLAPPE MANNEN BIJ HET RIVM DE GEZONDHEID VAN ONZE KINDEREN AL JARENLANG IN GEVAAR BRENGEN
Natuurlijk zijn de leugens van Minister-president Mark Rutte ten koste van onze vrijheid en gezondheid verwerpelijk. https://tinyurl.com/y5xy3ahc
Natuurlijk is de hooghartigheid van Hugo de Jonge voor iedereen met gezond verstand ongekend. https://tinyurl.com/y9wxtvcf
Maar misschien zijn de topambtenaren die de leugens voorschrijven of de leugens blijven dienen wel het allerergste.
Gelukkig was er een ambtenaar bij de Belastingdienst die wel de ballen had om zijn mond open te doen. https://tinyurl.com/y2vlf9ke
Mede door zijn morele kompas zijn de vele misstanden aan het licht gekomen rondom de toeslagaffaire.
Echter bij het RIVM zijn mannen met ballen in geen velden of wegen te bekennen.
Voor iedereen die de misstanden in de vaccinatie industrie kent is het alleen maar goed dat het RIVM in deze coronatijd steeds meer onder druk komt te staan.
Te lang hebben (met alle respect) de vrouwen van Vaccin Vrij – Vaccine Free tevergeefs aan de RIVM deuren gerammeld om antwoorden te krijgen op de meest essentiële veiligheidsvragen.
Zij hebben al jaren geleden ontdekt dat het RIVM niet kiest voor openheid en transparantie maar voor de strategie van zwijgen, de beschuldigende vinger wijzen en wegduiken.
De onbeantwoorde WOB verzoeken https://tinyurl.com/y3xyoqsu en de loze beschuldigingen zijn hier de pijnlijke, zichtbare voorbeelden van. https://tinyurl.com/y67t7fwg
Mede dankzij de boeren werd vorig jaar al duidelijk dat de onafhankelijkheid van het RIVM ver te zoeken is.
De opmerking van RIVM directeur Hans Brug dat hij met zijn “baas” moest overleggen was dan ook veelzeggend. https://tinyurl.com/yxlz3gly
Vroeger had RIVM directeur Roel Coutinho tenminste nog het lef om toe te geven dat er kinderen overlijden na het vaccineren. https://tinyurl.com/yx8sasql
Maar zeg nou zelf:
Wie van het RIVM heeft ooit aan de bel getrokken na het schandaal met het Infanrix Hexa 6-1 Vaccin? https://tinyurl.com/y2wzejhv
Niemand.
Wie van het RIVM heeft de ballen gehad om te zeggen dat zij net als de Amerikaanse overheid geen idee heeft of vaccins veilig zijn? https://tinyurl.com/y4pnsqkz
Niemand.
Wie van het RIVM heeft ooit gezegd dat voormalig CDA minister Ab Klink stond te liegen toen hij zei “het Mexicaanse griep vaccin is veilig”? http://tiny.cc/s73zhz
Niemand.
Wie van het RIVM heeft ooit publiekelijk excuses aangeboden toen bekend werd dat “GSK de bijwerkingen van het Mexicaanse griep vaccin had verzwegen” http://tiny.cc/th5zhz
Niemand.
We hoeven nog maar 10 jaar terug te gaan en te zien hoe het RIVM actief participeerde in een grootschalig mislukt experiment onder de Nederlandse bevolking. https://tinyurl.com/y4482vvx
Het trieste van zowel onze miniSter Hugo de Jonge als Mark Rutte is dat zij dit stukje geschiedenis vakkundig gewist hebben uit hun geheugen. https://tinyurl.com/y2d5eh2r
Voor elke Nederlander blijft het treurig, dat het RIVM blijft zeggen: “we vertrouwen de farmaceutische industrie” als het aankomt op de veiligheid van vaccins. https://tinyurl.com/yyqgshg8
Als je dit zegt dan hou je echt niet van de gezondheid van kinderen. Zeker als je weet hoe onethisch deze industrie is. https://tinyurl.com/tvu3d8s
Als je dit zegt heb je tevens geen enkel respect voor de meer dan 7.500 mensen, die bijwerkingen kregen na het Mexicaanse Griep vaccin.
Het treurige van de drie belangrijkste RIVM heren, Jaap van Dissel, Hans Brug en Hans van der Vliet, is dat ze één ding gemeen hebben:
Ze zijn te bang om echt ballen te tonen. Te bang om conflicten te krijgen met hun “bazen”. Of te bang om net zoals ex-minister Bruno Bruins om in conflict te komen met de farmaceutische industrie. https://tinyurl.com/y8zvufo2
Als de hele toeslagaffaire ons één ding heeft geleerd is dat er in dit land een enorm gebrek is aan hooggeplaatste ambtenaren, die meer liefde hebben voor transparantie, eerlijkheid, vrijheid en moraliteit dan voor hun eigen carrière.
Gisteren hoorde ik Willem Engel van Viruswaanzin zeggen: “het is tijd om het RIVM te ontmantelen”.
Ik sluit me hier volledig bij aan. Net zoals ik me morgen aansluit bij het RIVM protest van o.a Steungroep Boeren & Burgers.
Het is tijd voor de waarheid.
Het is tijd voor een gezondheidsrevolutie.
Met gezonde groet,
Frank Ruesink
datum: 21 juli 2021
website: https://frankruesink.nl/slappe-mannen-rivm/
‘RIVM en ministerie raakten in coronacrisis te veel vermengd’
Het RIVM en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) zijn in de coronacrisis te veel vermengd geraakt. Dat is zowel voor de politiek als de wetenschap geen goede ontwikkeling. Dat zegt voorzitter Jet Bussemaker van de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving tegen Nieuwsuur.
auteurs: Milena Holdert en Renee van Hest
datum: 17 juli 2020
website: https://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2340999-rivm-en-ministerie-raakten-in-coronacrisis-te-veel-vermengd
Ook hoogleraar bestuurskunde Michiel de Vries heeft zorgen en vindt dat het RIVM een zelfstandig bestuursorgaan moet worden. “Je vraagt je nu toch af: hoe onafhankelijk zijn ze en hoeveel laten ze zich beïnvloeden door de mensen op het ministerie omdat die mensen graag iets willen horen?”
Los van politiek?
Het kabinet gaf het RIVM in het begin van de crisis veel autoriteit als orgaan dat los van de politiek wetenschappelijke adviezen gaf. Maar in de praktijk zitten het RIVM en het ministerie dicht tegen elkaar aan.
Het ministerie was betrokken bij het opstellen van bepaalde richtlijnen, bijvoorbeeld over het gebruik van mondmaskers in de ouderenzorg, blijkt uit onderzoek van Nieuwsuur. Verpleegkundigen en bestuurders hadden kritiek op die richtlijnen, onder meer omdat ze vaker en sneller mondkapjes wilden gebruiken. De richtlijnen bemoeilijkten dat.
Hoe kon het dat coronarichtlijnen tot onveilige situaties leidden? Nieuwsuur deed maandenlang onderzoek naar de coronacrisis in de ouderenzorg. Bekijk de video:RIVM-richtlijnen ouderenzorg hadden magere wetenschappelijke basis
Zorgkoepels wilden hun kritiek melden bij het RIVM. Het ministerie zou als ‘intermediair’ de kritiek overbrengen, maar in de praktijk veranderden de richtlijnen nauwelijks. Mondmaskers bleven in veel situaties “niet nodig”.
Uit stukken waarover Nieuwsuur beschikt blijkt dat schaarste doorslaggevend was in het verdeelsysteem van beschermingsmiddelen door de overheid. Zorgkoepels vermoeden dat de richtlijnen ongewijzigd bleven omdat die moesten passen bij de schaarste. “En daarmee is niet zozeer de veiligheid van de zorgmedewerker als vertrekpunt genomen, maar blijkbaar een bestaande politieke keuze”, zegt Hans Buijing, bestuurder van branchevereniging Zorgthuisnl.
Christina Vandenbroucke, oud-voorzitter van de Werkgroep Infectiepreventie die voorheen richtlijnen opstelde over mondmaskers in de ouderenzorg, zegt niet te begrijpen waarom het ministerie een rol zou moeten hebben bij de bespreking van wetenschappelijke richtlijnen, ook niet als “intermediair”.
Toen zij richtlijnen schreef had ze direct contact met de ouderenzorg. “Als je richtlijnen maakt voor een bepaalde groep, ga je mensen uit die beroepsgroep erbij halen als adviseurs over de praktijk. Het ministerie heeft heel andere kennis en een heel andere rol.”
Politieke afweging
Voorzitter Bussemaker van de RVS, een onafhankelijk adviesorgaan voor regering en parlement, vindt ook dat wetenschap en politiek in de coronacrisis “te veel vertroebeld zijn geraakt”.
Zo zei RIVM-topman Jaap van Dissel vorige maand dat de anderhalvemeterregel “ingewikkelder” te hanteren zou zijn in vliegtuigen, “om toch nog tegen redelijke prijzen te kunnen vliegen”. Bussemaker noemt de vraag hoe duur iets mag zijn “een politieke afweging. Dat is niet aan de directeur van het RIVM.”
“Het doet de wetenschap geen goed als mensen zouden kunnen denken dat het RIVM argumenten gebruikt die eigenlijk uit politieke opportuniteit voortkomen. Dat is schadelijk voor de wetenschap, maar uiteindelijk ook voor de politiek want dan blijf je achter de feiten aanlopen.”
Hoogleraar Michiel de Vries: “Het RIVM moet gewoon zeggen wat het veiligst is. Het zou volledig zelfstandig moeten kunnen bepalen wat ze willen zeggen op basis van wetenschappelijk bewijs.”
Een reportage van Argos over de betrouwbaarheid van beleidsonderbouwend onderzoek.
11.32 Aansluitend Gerard Legebeke in debat met:
-Peter van Hoessel, directeur van het onderzoeksbureau EIM (Economisch Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf) en voorzitter van de VBO, de Vereniging Beleidsonderzoek;
-Professor Albert Pols, hoogleraar Planning aan de Technische Universiteit in Delft;
-Ferd Crone, Tweede Kamerlid PvdA.
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) baseert zich bij het aanleveren van cijfers te veel op rekenmodellen en te weinig op daadwerkelijke metingen. Met deze kritiek trad RIVM-statisticus De Kwaadsteniet vorige week in de publiciteit. Hij trok de wetenschappelijke integriteit en de onafhankelijkheid van het RIVM in twijfel. Het RIVM ontkende. Toch sloeg de kritiek in als een bom. Of De Kwaadsteniet nu gelijk heeft of niet, hij snijdt een probleem aan dat steeds urgenter wordt: hoe betrouwbaar is onderzoek dat gebruikt wordt om overheidsbeleid te onderbouwen? Argos zet een aantal recente gevallen van gesjoemel met onderzoeksresultaten op een rij en vroeg onder meer de hoogleraren Bomhof en Pols om een reactie.
auteur: Argos
datum: 29 januari 1999
website: https://www.vpro.nl/argos/speel~POMS_VPRO_1790902~betrouwbaarheid-beleidsonderbouwend-onderzoek-argos~.html
—
Samenvatting:
Argos over de betrouwbaarheid van wetenschappelijke onderzoeksresultaten voor overheidsprojecten. Aanleiding is de kritiek van statisticus J. de Kwaadsteniet van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), die de wetenschappelijke integriteit van het RIVM in twijfel trok.
Het instituut zou zich bij het aanleveren van cijfers te veel op rekenmodellen baseren in plaats van daadwerkelijke metingen.
In het programma passeren enkele voorbeelden van onbetrouwbaar onderzoek uit eerdere uitzendingen van ‘Argos’ de revue. Het betreft voornamelijk projecten die betrekking hebben op infrastructuur.
Aan de orde komen: een rapport over de CO2-uitstoot tijdens het eerste paarse kabinet; een rapport door het Nederlands Economisch Instituut (NEI) over de aanleg van de Beneluxtunnel in Rotterdam; een rapport in opdracht van minister Melkert van Sociale Zaken over zorgverlof; een rapport van het onderzoeksbureau voor transport NEA over de Betuwelijn in opdracht van minister Netelenbos van Verkeer en Waterstaat, en twee rapporten van onderzoeksbureau NYFER over de Betuwelijn en over de Tweede Maasvlakte.
Het programma bevat verder een fragment uit een persconferentie van algemeen directeur R. van Noort van het RIVM, waarin hij reageert op de beschuldigen aan het adres van het RIVM.
Daarnaast bevat de reportage vraaggesprekken met de volgende
personen:
– E. Bomhoff, econoom aan Universiteit Nijenrode en directeur van onderzoeksbureau NYFER;
– een anonieme onderzoeker van het RIVM;
– een anonieme deskundige (voorgelezen door presentator);
– wethouder Van den Muijsenberg van Rotterdam, verantwoordelijk voor de bouw van de Beneluxtunnel, over een negatief rapport van het Nederlands Economisch Instituut (NEI);
– onderzoekster Margo Brouns die in opdracht van de toenmalige minister Melkert van Sociale Zaken onderzoek deed naar zorgverlof, maar daarbij een zeer beperkte onderzoeksopdracht kreeg.
Aansluitend een discussie tussen Peter van Hoesel, directeur van onderzoeksinstituut EIM (Economisch Instituut voor het Midden- en kleinbedrijf), A.A.J. Pols, hoogleraar planning aan de TU Delft (telefonisch) en Tweede Kamerlid Ferd Crone van de PvdA (telefonisch). Gespreksonderwerpen zijn: de omvang van het probleem van beïnvloeding bij onderzoeksbureaus, het belang van geloofwaardigheid voor onderzoeksbureaus, de oorsprong van het probleem, de tendens dat in rapporten voor de overheid de baten overschat worden en de kosten onderschat en het belang van kwaliteitsbewaking en openbaarheid van onderzoeksrapporten. Het programma is geïllustreerd met een TV-fragment uit het programma ‘Buitenhof’ en met enkele archieffragmenten.
———-
Argos – Betrouwbaarheid beleidsonderbouwend onderzoek
Inleidende teksten, niet volledig:
Tekst 1
De statisticus De Kwaadsteniet van het RIVM, het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, afgelopen zondag in het tv-programma Buitenhof. Wetenschapper De Kwaadsteniet had eerder die week in het dagblad Trouw het wetenschappelijke karakter van het werk van zijn instituut aangevallen. Het RIVM is de vaste leverancier voor de wetenschappelijke onderbouwing van het regeringsbeleid op gebied van milieu en ruimtelijke ordening.
Tekst 1-B
De stellingen van De Kwaadsteniet zorgden voor grote opschudding. In de Tweede Kamer, maar op de éérste plaats natuurlijk bij zijn eigen instituut, het RIVM. Algemeen directeur Van Noort van het RIVM belegde afgelopen dinsdag een persconferentie.
Tekst 1-C
Of De Kwaadsteniet nu gelijk heeft of niet, hij snijdt met zijn aanklacht wel een probleem aan, dat steeds urgenter wordt: hoe betrouwbaar is onderzoek, dat gebruikt wordt om overheidsbeleid en overheidsbeslissingen te onderbouwen? Onderzoek, dat wel als onafhankelijk en wetenschappelijk wordt gepresenteerd.
Al eerder kwamen er andere voorbeelden aan licht waarbij bleek dat er soms erg creatief wordt omgegaan met de uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek. Cijfers bleken zich te kunnen voegen naar de wensen van de opdrachtgever. In Argos zijn we verschillende keren op dat soort gevallen gestuit. Vandaag zetten we een aantal recente gevallen op een rij.
Maar eerst praten we met professor Bomhoff, econoom aan de particuliere universiteit van Nijenrode. Bomhoff is ook directeur van Nyfer, een eigen klein wetenschappelijk onderzoeksbureau, dat ook onderzoeken verricht op de terreinen waarop het RIVM zich beweegt.
Tekst 2
De econoom Bomhoff pleit voor meer concurrentie tussen onafhankelijke onderzoeksbureaus zoals dat van hemzelf natuurlijk. Vorig jaar publiceerde Nyfer een rapport waarin het RIVM, het instituut dat deze week zo onder vuur ligt, al eerder werd bekritiseerd.
Tekst 3
De spanning tussen model en werkelijkheid. En hoe groot zijn de onzekerheidsmarges. Dat is precies het probleem waarop de nu geschorste RIVM-wetenschapper De Kwaadsteniet heeft gewezen. Helemaal gek wordt het, volgens Bomhoff, als ambtelijke onderzoeksbureaus zich met de uitkomsten van elkáárs onderzoeken gaan bemoeien. Hij geeft daarvan een recent voorbeeld.
Tekst 4
In april 1997 besteedden we in Argos aandacht aan het CO-2 beleid van het eerste paarse kabinet. De uitstoot van kooldioxide moest naar beneden maar dat lukte niet erg. Want economische groei, waar paars-I erg blij mee was, bleek moeilijk te combineren met het terugdringen van de CO-2-uitstoot. Medewerkers van verschillende onderzoeksinstituten vertelden toen – anoniem – tegenover ons dat er al jarenlang wordt gegoocheld met cijfers over die CO-2 uitstoot. Cijfers zijn makkelijker te beïnvloeden dan de werkelijkheid. Een onderzoeker van het RIVM vertelde:
Tekst 5
Hoe meer geld de overheid uitgeeft, hoe zorgvuldiger dat gebeurt. Tenminste, dat zou je verwachten. In een Argos-uitzending van september vorig jaar onderzochten we de controle op infrastructurele projecten. In die uitzending keken we eens een keer niet naar peperdure projecten zoals Schiphol en de Betuwelijn. Nee, hoe vond de besluitvorming plaats over bijvoorbeeld de Benelux-metrotunnel die op dit moment wordt aangelegd in Rotterdam. Een investering waaraan het Rijk 1,3 miljard gulden meebetaalt. Voordat het Rijk zo’n bedrag geld uitgeeft, worden de gemeentelijke voorstellen door een onafhankelijk instituut tegen het licht gehouden. In dit geval was dat het Nederlands Economisch Instituut, het NEI, uit Rotterdam. Het instituut schreef een rapport, een zogenaamde audit, met daarin de volgende slotconclusie:
Tekst 6
De tunnel wordt veel duurder dan geraamd en hij gaat minder opbrengen. Bovendien staat op pag. 7 van het onderzoek:
Tekst 8
En alsof dat nog niet genoeg is, beweren de onderzoekers van het NEI op pag. 19 van hun rapport:
Tekst 9
Misschien is die metrotunnel toch niet zo’n goed idee, zou je zeggen, na het lezen van het onderzoek van het NEI. Maar om de een of andere reden wilde de minister het geld toch aan Rotterdam geven. Dat betekende dat de ambtenaar die uit dit rapport een positief advies aan de minister moest toveren een probleem had, zo vertelde ons een deskundige die anoniem wenste te blijven.
Tekst 10
Op 18 februari vorig jaar, nu dus bijna één jaar geleden, werd duidelijk waartoe de ministeriële worsteling leidde. Op die datum bereikte het bestuur van de Stadsregio Rotterdam het goede nieuws dat het 1,3 miljard gulden subsidie kreeg voor de bouw van de tunnel. Regiobestuurder Van de Muijsenberg is wel de laatste die je zult horen klagen over de wonderlijke wijze van besluitvorming op het ministerie van Verkeer en Waterstaat.
Tekst 11
Vier maanden geleden, in oktober vorig jaar, stuitten we op een heel ander geval van beïnvloeding van wetenschappelijk onderzoek. In die uitzending besteedden we aandacht aan de problemen van werknemers die tijdelijk minder willen werken om een ziek kind of een zieke partner te verzorgen. Voor dat zogenaamde zorgverlof bleek nauwelijks iets geregeld in Nederland. In 1995 besloot de toenmalige minister van Sociale Zaken, Melkert, een onderzoek te laten doen naar de stand van zaken. Hij benaderde daarvoor de onderzoekers Margo Brauns en Marianne Grünell van de Vrije Universiteit in Amsterdam. Melkert vroeg om onderzoek te doen naar die gevallen, waarin werknemers en werkgevers zorgverlof samen goed hadden geregeld. Achter die vraag zat een heel speciaal politiek doel, ontdekte onderzoekster Margo Brauns.
Tekst 12
Onderzoekster Brauns kwam óók een groot aantal gevallen op het spoor, waarin werknemers en werkgevers het zorgverlof helemaal niet goed hadden geregeld. Maar die waren niet welkom en mochten van het ministerie van Sociale Zaken niet het rapport. Na protesten van de onderzoekster werden ze uiteindelijk weggemoffeld in een bijlage.
Tekst 13
Minister Netelenbos van Verkeer en Waterstaat stuurde in november vorig jaar de ‘notitie Betuweroute’ naar de Tweede Kamer. Ze reageerde daarmee op de discussie over de toekomst van de Betuwelijn, die toen weer was opgerakeld door een aantal hoogleraren. Zij zetten namelijk grote vraagtekens bij de haalbaarheid van de omstreden goederenspoorlijn. En wat bleek nou uit de notitie van de minister: de prognoses over het goederenvervoer vielen nog veel gunstiger uit dan haar ministerie altijd al had gezegd. Dat alles was gebaseerd op nieuwe prognoses die waren uitgezocht door het NEA, een wetenschappelijk onderzoeksinstituut, gespecialiseerd in vervoer. Maar kort daarna kreeg de VPRO uit betrouwbare bron informatie, waaruit bleek dat datzelfde NEA ook nog een andere prognose had gemaakt. En die viel 20 procent lager uit.
In onze uitzending van 4 december vroegen we aan Tweede Kamerlid Leers van het CDA, vicevoorzitter van de Kamercommissie voor Verkeer en Waterstaat, of hij het NEA-rapport dat ten grondslag lag aan de gunstige visie van de minister, ooit had gezien?
Tekst 14
De Betuweroute vormt een haast onuitputtelijke bron van voorbeelden van dubieus wetenschappelijk onderzoek. Maar het gaat hier dan ook om een investering van meer dan 10 miljard gulden. Onderzoeker Roscam Abbing onderzocht voor de technische Universiteit Delft alle onderzoeken die gedaan zijn voor het besluit om de Betuwelijn aan te leggen. In onze uitzending van 16 oktober zette hij de hele geschiedenis op een rij. Uit zijn onderzoek rijst het beeld op van een ministerie en een lobby die vanaf het begin hun zinnen hebben gezet op de aanleg van die lijn. Die lobby laat zich daarbij door niets van de wijs brengen en al helemaal niet door cijfers van wetenschappelijk onderzoek. Bovendien zijn er altijd wel weer onderzoekers te vinden die bereid zijn zo nodig het tegendeel te beweren. Een extreem voorbeeld van zo’n onderzoek was volgens onderzoeker Roscam Abbing het rapport ‘Met de spade op de schouder’. En dat is nu juist gemaakt door Nyfer, het onderzoeksinstituut van professor Bomhoff die u in deze uitzending al hoorde, maar dan als criticus van andere onderzoeksinstituten.
Tekst 15
Onderzoeker Roscam Abbing. Hij voegde daar in onze uitzending nog aan toe dat het rapport politiek een belangrijke rol speelde. De publicatie van het rapport in maart 1995 hielp de weifelende VVD-fractie in de Tweede Kamer over de streep te trekken. Natuurlijk legden we deze kritiek voor aan de heer Bomhoff.
Tekst 16
Een paar weken later, in november vorig jaar, spraken we professor Pols, hoogleraar planning aan de Technische Universiteit Delft. Pols bleek ook nogal wat kritiek te hebben op de wetenschappelijkheid van Nyfer en van diens directeur Bomhoff.
Tekst 17
Bomhof houdt niet van schelden en staat achter zijn rapport.
Hoe tevreden het Gemeentelijk Havenbedrijf over Bomhoff was, bleek vorig jaar. Toen mocht Nyfer opnieuw een onderzoek doen voor Rotterdam. Deze keer ging het over de aanleg van de Tweede Maasvlakte. De overheid investeert daar meer dan 8 miljard gulden in maar de noodzaak van die Maasvlakte is omstreden. Bomhoff had goed nieuws voor iedereen. In september vorig jaar verscheen het Nyfer-rapport ‘De gouden randen van Rotterdam’. En wat bleek? De Maasvlakte kan worden aangelegd zonder dat het de overheid een cent kost. De Delftse hoogleraar Pols las het rapport en was stomverbaasd.
Tekst 18
Professor Bomhoff:
Tekst
En dan hebben we het nog niet eens gehad over de talloze organisatieadviesbureaus, die zich ook maar al te graag een wetenschappelijke pretentie aanmeten. Ook zij worden veelvuldig ingeschakeld om aan overheidsbeleid een sausje van onafhankelijkheid te geven.
In onze uitzending van 30 januari 1998 fulmineerde de Rotterdamse hoogleraar politicologie Van Schendelen tegen de steeds grotere rol die dit soort onderzoeksbureaus spelen.
Miljonairs openen aanval op ‘ziekmakend’ Tata Steel: ‘We gaan het zelf wel oplossen’
VIDEO– Een groep van drie stichtingen gesteund door enkele kapitaalkrachtige ondernemers start een eigen onderzoek naar de oorzaak van de verhoogde kans op kanker en andere ziektes in de regio rond staalgigant Tata Steel. De benodigde één miljoen euro is al beschikbaar. In de ogen van de groep zijn de GGD en het RIVM te gevoelig voor de lobby van Tata Steel en laten zij cruciaal onderzoek liggen. ,,We hebben gezegd: dan lossen wij het zelf op.”
auteur: Victor Schildkamp
datum: 28 jul. 2021
website: https://www.ad.nl/binnenland/miljonairs-openen-aanval-op-ziekmakend-tata-steel-we-gaan-het-zelf-wel-oplossen~a8d374ca/
De zorgen in de regio zijn enorm nadat het RIVM op basis van gegevens van huisartsen en GGD’s in april van dit jaar concludeerde dat de kans op onder meer kanker in de regio rond Tata veel groter is dan in de rest van het land. Chronische hartaandoeningen, longkanker en diabetes komen vaker voor in het gebied, naast veel voorkomende klachten als buik- of maagklachten, misselijkheid of braken, last van de ogen, pijn of druk op de borst, hoofdpijn, duizeligheid, benauwdheid en jeuk.
De onderzoekers legden echter geen direct verband met Tata Steel, het kon ook aan andere industrie liggen of zelfs aan leefgewoontes van de omwonenden. ,,Wij vragen al jaren om brononderzoek: wáár komt dit nou vandaan”, zegt Ellen Windemuth, bekend documentairemaakster, nu in de rol van woordvoerster van de stichting IJmondig.
We vragen al jaren om brononderzoek: wáár komt die vervuiling nou vandaan? Ellen Windemuth
Begin juli werd het wantrouwen richting de overheid nog groter toen bleek dat een GGD-directeur van Kennemerland ervoor had gezorgd dat de naam van staalconcern Tata Steel, de grootste bron van luchtvervuiling in de IJmond, helemaal uit het rapport werd geschrapt. Het Noordhollands Dagblad onthulde de kwestie na een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur. Daaruit bleek dat directeur Bert van de Velden van GGD Kennemerland persoonlijk heeft ingegrepen om Tata Steel uit de wind te houden.
Speeltuinen
De druppel die de emmer voor de initiatiefnemers van dit onderzoek helemaal deed overlopen, is het feit dat de resultaten van een tweede onderzoek naar de gezondheid in de IJmond te lang op zich laten wachten. Het gaat om gezondheidsonderzoek naar de neergedaalde stoffen die elke dag over de regio dwarrelen waardoor onder meer speeltuinen regelmatig moeten worden schoongemaakt. Hiervoor zijn 420 veegmonsters genomen die het RIVM onderzoekt.
De resultaten zijn er al. Toch is publicatie van het rapport uitgesteld tot na een Tweede Kamerdebat op 9 september over de toekomst van Tata. Het RIVM heeft de stichtingen (IJmondig, Frissewind.nu en Schapenduinen) laten weten dat er meer tijd nodig is. Dat leidt tot veel argwaan bij omwonenden. Advocaten proberen nu via een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur de resultaten van het ‘veegmonsteronderzoek’ eerder in handen te krijgen.
Bovendien zegt het RIVM geen onderzoek te doen naar de bronnen van die uitstoot, ofwel waar die schadelijke stoffen vandaan komen. ‘Dat ligt niet in de opdracht’, zo schrijft het RIVM in een e-mail, al ‘kan het wel relevant zijn’. ,,Het RIVM, de GGD en de provincie zijn veel te gevoelig geworden voor de lobby van Tata Steel”, aldus de Bloemendaalse multimiljonair Jan de Jong, de grote man van investeringsmaatschappij Nedamco, nu woordvoerder van stichting Schapenduinen.
Het gebrek aan onafhankelijkheid zorgt ervoor dat de genoemde stichtingen samen met enkele (anonieme) kapitaalkrachtigen uit de regio een miljoen euro hebben uitgetrokken om zelf onderzoek ‘aan de bron’ te laten doen. Metingen met drones bij de schoorstenen en met onderwaterrobots, uitgevoerd door een onafhankelijk bureau moeten voor eens en altijd duidelijk gaan maken dat de gevaarlijke uitstoot daadwerkelijk van Tata komt. De organisatie doet een openbaar aanbod aan alle toezichthouders op Tata om zich aan te sluiten bij het onderzoek.
De enige voorwaarde is dat de resultaten worden gepubliceerd op een voor ieder toegankelijke website. ,,Doen ze niet mee, dan moeten ze maar eens uitleggen waarom”, aldus De Jong. Het onderzoek – waarvoor de organisatie op zoek gaat naar een onafhankelijk ingenieursbureau – komt er sowieso. De initiatiefnemers hebben daarmee straks in elk geval een extra wapen in handen om eventueel bij een rechter maatregelen af te dwingen. ,,Elke provincie in Nederland stroopt de mouwen op om vervuilende industrie aan te pakken, behalve hier”, zegt Windemuth die vanwege de slechte lucht verhuisde naar Bergen, maar zich nog steeds hard maakt voor de zaak. ,,Wat hier gebeurt is een schande.”
Wil je meer weten over dit onderwerp?
Kijk op: https://www.dinekevankooten.nl/tag/politiek/