Dehumanisering
Dehumanisering in de Covid-19-pandemie: waar is onze beschaving?
Je beste vriendin met wie je al meer dan 25 jaar lief en leed deelt wil jou niet meer spreken. Ze is het oneens met jouw mening wat betreft Covid-19. Ze vindt dat jij je aanstelt en noemt je een ‘wappie’, zonder goed te luisteren naar jouw redenen waarom je kritisch bent. Je voelt je buitengesloten door haar. In de sociale wetenschappen heet dit ‘dehumanisatie’. Origineel: Dr. Monique de Veth-Konings (bestuurslid Artsen Covid Collectief)
Wat houdt dehumanisatie precies in? Dehumanisatie of ontmenselijking betekent eigenlijk zoveel als het ontkennen van de volwaardigheid of menselijkheid van een persoon of een groep personen.
auteur: Artsen Collectief
datum: 10 juni 2021
website: https://artsencollectief.nl/dehumanisering-in-de-covid-19-pandemie-waar-is-onze-beschaving/
In 2016 deelde de sociologe Sarah Bracke in een blog haar visie op de ontmenselijking van moslims. Hierin beschreef ze over de groeiende groep moslims in België die voortdurend achtergesteld werd en last had van stereotypering en fysieke vernedering.
Dit is een proces wat ook in Nederland lijkt te spelen wanneer moslims als een minderwaardige groep worden gezien en er terroristische motieven aan deze groep worden verbonden.
In de geschiedenis zijn veel voorbeelden terug te vinden van georganiseerde dehumanisatie. Vaak vond deze plaats op basis van politiek, ras of religie (denk hierbij bijvoorbeeld aan jodenvervolging in de Tweede Wereldoorlog en aan de genocide op de Tutsi’s in Rwanda).
In de huidige Covid-19-crisis zien we opnieuw een ontwikkeling die richting dehumanisering gaat.
De Covid-19-crisis wordt nog altijd een gezondheidscrisis genoemd maar langzaam maar zeker kan er steeds meer ook van een maatschappelijke crisis worden gesproken. Dit zie je onder meer terug in de steeds meer zichtbaar wordende gevolgen van de genomen maatregelen op de maatschappij en de mens als persoon. Zo is er meer sprake van ernstig sociaal, psychisch en economisch leed. Hierdoor komt de samenleving steeds meer onder druk te staan. Door de hele crisis is er een proces ontstaan van collectief denken waarin angst overheerst en er vanuit deze angst gereageerd wordt. Afwijken van dit denkbeeld en deze angst lijkt niet meer mogelijk te zijn en wordt als bedreigend ervaren. Door deze ontwikkeling zie je dat mensen steeds meer tegenover elkaar komen te staan in plaats van naast elkaar en dat groepen en individuen die niet mee gaan in deze angst voor gek worden verklaard.
Menselijk contact (zowel lichamelijk als sociaal) en zorgen voor elkaar is een essentieel deel van ons menselijk leven. Juist deze contacten maken ons menselijk. Kinderen hebben een moeder, vader of andere personen nodig die voor ze zorgen en met wie ze zich kunnen verbinden. Met het huidige coronabeleid wordt dit menselijk contact als negatief en zelfs gevaarlijk gezien. Sociale contacten moeten worden beperkt, elkaar aanraken wordt sterk afgeraden. Mensen moeten een mondmasker dragen waardoor we elkaars gezichtsuitdrukking vrijwel niet meer kunnen zien – iets wat juist heel belangrijk is als we goed contact willen maken met mensen. We mogen niet in grote groepen samenkomen en scholen en sportscholen zijn beperkt open. De impact van deze regels op onze menselijkheid zullen waarschijnlijk enorm zijn (dit zal op de lange termijn duidelijker worden) en komt nu al tot uiting in een toename van het aantal suïcides, verslavingsproblemen en een toename van angst- en depressieve klachten.
Door deze maatregelen ontstaat een verwijdering en verkilling in de samenleving, waarbij het verhaal gaat dat het om een zeer ernstig virus gaat. Het belang van naleving van de opgelegde maatregelen en het gevaar van het hebben van sociale contacten wordt dagelijks benadrukt via de reguliere mediakanalen.
Al sinds het begin van de pandemie, is er naast de groep mensen die deze maatregelen opvolgt ook een groep die kritisch is en minder belang hecht aan de maatregelen. Spanningen lopen hierdoor hoog op. Niet alleen tussen groepen mensen maar ook binnen relaties en families. Mensen die kritiek hebben op de samenleving worden neergezet als ‘wappies’ of ‘complotdenkers’ en worden op basis van hun andere manier van denken gedehumaniseerd. Deze ‘wappies’ en ‘complotdenkers’ voldoen niet (meer) als mens in de ogen van de andere groep mensen. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen individuen maar men wordt alleen nog gezien als een groep, zonder onderlinge verschillen in gevoelens, gedrag of gedachtes. Het is zwart of wit. Emoties doen er niet meer toe. Deze ‘wappies’ worden zo als een minderwaardige groep neergezet die niet gehoord hoeft te worden en tegen wie gebruik van geweld ook geoorloofd is.
Dat blijkt bv. ook uit het feit dat mensen het normaal lijken te vinden dat er geweld door o.a. politie wordt ingezet tijdens (verboden) demonstraties.
Een groot verschil met het verleden is dat juist in deze tijd sociale media en internet een zeer belangrijke rol spelen. Berichten kunnen via deze kanalen makkelijk worden gedeeld, helaas vaak zonder context. Het nieuws verspreidt zich hierdoor snel, ook naar andere landen en daarmee kan de publieke opinie heel snel en eenvoudig worden beïnvloed.
Toenemende verwijdering in de samenleving met daarmee toenemende onderlinge spanningen vergroten de kans op dehumanisatie en sociale onrust. Hierdoor kan er steeds meer afkeer ontstaan om als andersdenkenden met elkaar samen te leven en te verbinden. Zodra dehumanisatie optreedt, vermindert het sociaal gedrag. Er is onbegrip voor elkaar en elkaars mening, men kan en wil niet meer flexibel denken en daarmee is het te verwachten dat er meer spanning en geweld ontstaat.
Het zou goed zijn als binnen het onderwijs al aandacht wordt gegeven aan de werking van dit spel van ‘mensen uiteendrijven’ en het ontstaan van dehumanisatie. Daarnaast is het belangrijk om ieder mens te leren kritisch te kijken naar het eigen gedrag en naar de rol van sociale media.
Dehumanisatie is een proces dat bij kinderen op school al kan beginnen door uitsluiting van een kind dat bepaald gedrag vertoont. Daarom is het belangrijk om hier juist op school al aandacht aan te geven, als belangrijke bijdrage om deze vorm van discriminatie uit te bannen.
Nederland is van oudsher een land waarin veel overlegd en gediscussieerd wordt. Bewustwording van bovengenoemde processen is noodzakelijk. Dit zou hopelijk kunnen leiden tot een vorm van een open debat, waardoor we verschillende opvattingen van verschillende groepen kunnen gaan overbrengen en leren begrijpen: je hoeft het niet eens te zijn met de ander maar je mag wél open staan voor de meningen van de ander.
Erwin Kompanje, klinisch ethicus en universitair docent, beschrijft op zijn website hoe het erkennen en respecteren van ieders persoonlijkheid een teken van beschaving is.
Laten we ons inspannen om onze beschaving met ons’allen terug te vinden, te bewaken.