De moed van imperfectie – Brene Brown
Over het boek – Laat gaan wie je denkt te moeten zijn
Brené Brown moedigt op haar eerlijke, warme en grappige manier de lezer aan om perfectionisme te laten varen, stress als levensstijl los te laten, te vertrouwen op intuïtie, en creativiteit de ruimte te geven. Op basis van haar jarenlange onderzoek kwam ze tot tien stellingen over een ‘bezield leven’: leven vanuit het gevoel dat je de moeite waard bent. Ze beschrijft hoe compassie, moed en verbondenheid een belangrijke plek in je leven kunnen krijgen. De moed van imperfectie gaat over de levenslange reis van ‘Wat zullen anderen wel niet denken?’ naar ‘Ik ben goed genoeg’.
Een prachtig boek van Brene Brown ‘de moed van imperfectie’.
Hier is een pdf van de uitgever te vinden: http://beeld.boekboek.nl/BRLE/p/9789400503496/rea9789400503496.pdf.
De pers
‘Fijne inzichten, praktische handvatten. En dat alles zonder belerend te zijn.’
– JAN over De kracht van kwetsbaarheid
Over de auteur
Dr. Brené Brown is professor aan de universiteit van Houston waar ze jarenlang onderzoek deed naar kwetsbaarheid, moed, authenticiteit en schaamte. Ze is tevens auteur van The New York Times-bestseller De kracht van kwetsbaarheid. Haar TEDTalk is meer dan tien miljoen keer bekeken en staat in de top 10 van best bekeken lezingen. Brené woont in Houston, samen met haar echtgenoot Steve en hun twee kinderen Ellen en Charlie.
Voorwoord
Inleiding: bezield leven
Moed, compassie en verbondenheid: de geschenken van imperfectie
De kracht van liefde voor jezelf en voor anderen
De dingen die ons in de weg staan
Wegwijzer 1
Kies voor authenticiteit: laat je angst voor wat anderen vinden los
Wegwijzer 2
Heb meer compassie met jezelf: laat je perfectionisme los
Wegwijzer 3
Ontwikkel meer veerkracht: laat zelfverdoving en machteloosheid los
Wegwijzer 4
Cultiveer dankbaarheid en geluk: laat je gevoel van schaarste en je angst voor het duister los
Wegwijzer 5
Vertrouw op je intuïtie en durf te geloven: laat je behoefte aan zekerheid los
Wegwijzer 6
Geef je creativiteit de ruimte: laat de neiging jezelf met anderen te vergelijken los
Wegwijzer 7
Neem de tijd om te spelen en te rusten: laat uitputting als statussymbool en productiviteit als maatstaf voor eigenwaarde los
Wegwijzer 8
Breng kalmte en stilte in je leven: laat stress als leefstijl los
Wegwijzer 9
Streef naar zinvol werk: laat je onzekerheid en je opvattingen over wat je ‘zou moeten’ los
Wegwijzer 10
Lach, zing en dans: laat het idee dat je altijd beheerst moet zijn en ‘normaal’ moet doen los.
Afsluitende gedachten
Over het onderzoeksproces: voor sensatiezoekers en methodologiejunks
Dankbetuiging
Noten
Over de auteur
—————————————-
Voorwoord
Op een liefdevolle manier je eigen verhaal onder ogen zien, is het moedigste wat je ooit zult doen.
Als je een bepaald patroon eenmaal ziet, kun je het niet meer negeren.
Echt niet; ik heb het zelf geprobeerd. En wanneer hetzelfde patroon zich steeds weer herhaalt, kun je ook niet meer doen alsof het slechts toeval is. Hoe ik bijvoorbeeld ook mijn best doe om mezelf ervan te overtuigen dat ik prima functioneer met zes uur slaap, elke keer dat ik minder dan acht uur slaap krijg, word ik ongeduldig, raak ik gestrest en hunker ik naar zoetigheid. Dat is een patroon. Uitstellen is bij mij ook een heel sterk patroon. Wanneer ik iets moet schrijven, schuif ik dat altijd voor me uit door eerst het hele huis op te ruimen en veel te veel tijd en geld te besteden aan het kopen van kantoorbenodigdheden en opbergsystemen. Elke keer weer.
Een van de redenen waarom het onmogelijk is om patronen te negeren, is dat onze hersenen erop gebouwd zijn om ernaar te speuren en er betekenis aan toe te kennen. De mens is een betekenisgevende diersoort. En hoewel ik het niet altijd even leuk vind, zijn mijn hersenen in dat opzicht extra ontwikkeld. Ik heb er jarenlang voor gestudeerd en er uiteindelijk zelfs mijn beroep van gemaakt.
Als onderzoeker observeer ik menselijk gedrag, met als doel de subtiele verbanden, relaties en patronen op te sporen en te benoemen die helpen betekenis te geven aan onze gedachten, ons gedrag en onze gevoelens.
Ik ben dol op wat ik doe. Ik vind speuren naar patronen prachtig werk en heb in mijn hele carrière dan ook nooit geprobeerd ze te negeren.
Dat deed ik alleen in mijn persoonlijke leven, wanneer ik liever niet wilde zien dat ik imperfect en kwetsbaar was. Maar dat veranderde in november 2006, toen het onderzoek dat ik in dit boek beschrijf me keihard met mezelf confronteerde. Voor het eerst in mijn carrière wilde ik de resultaten van mijn onderzoek maar al te graag negeren.
Tot die tijd had ik me toegelegd op de bestudering van moeilijke emoties als schaamte, angst en kwetsbaarheid. Ik had wetenschappelijke artikelen over schaamte geschreven, een cursus over omgaan met schaamte ontwikkeld voor hulpverleners in de geestelijke gezondheidsen verslavingszorg, en een boek over schaamtebestendigheid geschreven met de titel I Thought It Was Just Me.
Voor mijn onderzoek verzamelde ik duizenden verhalen van allerlei verschillende mannen en vrouwen – in leeftijd variërend van achttien tot zevenentachtig – uit de hele VS, en daarin zag ik nieuwe patronen, waarover ik meer wilde weten. Natuurlijk worstelen we allemaal met schaamte en met de angst niet goed genoeg te zijn. En natuurlijk zijn we vaak bang om ons echt te laten zien en kennen.
Maar in die enorme berg gegevens kwam ik ook het ene verhaal na het andere tegen van mannen en vrouwen die desondanks een fantastisch en inspirerend leven leidden.
Ik hoorde verhalen over de kracht die het je geeft als je je imperfectie en kwetsbaarheid volledig aanvaardt. Ik kwam erachter hoe sterk geluk en dankbaarheid met elkaar verweven zijn, en dat dingen waar ik eigenlijk nooit bij stilsta, zoals spelen en rusten, even belangrijk zijn voor onze gezondheid als voeding en lichaamsbeweging. De deelnemers aan mijn onderzoek hadden vertrouwen in zichzelf en spraken over authenticiteit, liefde en verbondenheid op een manier die totaal nieuw voor mij was.
Ik wilde deze verhalen gezamenlijk bekijken, dus ik pakte een ordner en een viltstift, en schreef het eerste wat bij me opkwam op de rug:
‘Bezield leven.’ Ik wist toen nog niet wat dat precies inhield, maar ik wist wel dat deze verhalen gingen over bezielde mensen, mensen die met hart en ziel leefden en liefhadden.
Ik zat vol vragen over bezield leven en bezielde mensen. Waaraan hechtten deze mensen waarde? Hoe waren ze zo veerkrachtig geworden?
Waar zaten ze het meest mee en hoe losten ze dat op of hoe gingen ze daarmee om? Kan iedereen een bezield leven creëren? Wat we daarvoor nodig? Wat staat ons daarbij in de weg?
Toen ik de verhalen begon te analyseren en ging speuren naar terugkerende thema’s, zag ik dat de patronen grotendeels op te splitsen waren in twee kolommen. Om het simpel te houden, zette ik daar in eerste instantie boven ‘Wel’ en ‘Niet’. De wel-kolom stond barstensvol met woorden als eigenwaarde, rusten, spelen, vertrouwen, geloof, intuïtie, hoop, authenticiteit, liefde, verbondenheid, geluk, dankbaarheid en creativiteit. De niet-kolom stond stikvol met frasen als: perfectionisme, gevoelens dempen, behoefte aan zekerheid, uitputting, niemand nodig hebben, vergelijken, aanpassen, oordelen en gevoel van schaarste.
Zodra ik een stap terug deed van het papier op mijn flap-over en tot me liet doordringen wat erop stond, schrok ik me te pletter. Ik was echt volkomen verbijsterd. Ik herinner me nog dat ik mompelde:
‘Nee. Nee. Nee. Dit kan toch niet waar zijn?’
Ook al had ik de lijstjes zelf gemaakt, toch schrok ik toen ik ze las.
Wanneer ik gegevens verwerk, schakel ik namelijk over op een diepe onderzoeksmodus. Dan ben ik alleen nog maar bezig om nauwkeurig te beschrijven wat ik in de verhalen heb gehoord. Ik denk er niet over na hoe ik zelf iets zou zeggen, maar alleen hoe de deelnemers aan het onderzoek het zeiden. Ik denk niet na over wat een ervaring voor mij zou betekenen, maar alleen over wat de ervaring betekende voor degene die me erover vertelde.
Ik plofte neer op de rode stoel bij mijn eettafel en zat een hele tijd naar de twee lijstjes te staren. Mijn ogen gingen van boven naar beneden en van links naar rechts. Ik herinner me nog dat ik op een gegeven moment tranen in mijn ogen had en mijn hand voor mijn mond had geslagen, alsof iemand me net heel slecht nieuws had gebracht.
En eigenlijk was het ook slecht nieuws. Ik had verwacht dat bezielde mensen net zo waren als ik, en dezelfde dingen deden als ik:
hard werken, je aan de regels houden, doorgaan totdat iets perfect is, voortdurend proberen jezelf beter te leren kennen, je kinderen opvoeden volgens de boekjes…
Ik was ervan overtuigd dat ik, na tien jaar moeilijke onderwerpen als schaamte te hebben bestudeerd, wel een bevestiging had verdiend dat ik ‘goed’ leefde.
Maar die dag (en elke dag daarna) leerde ik de volgende moeilijke les:
Hoewel het ontzettend belangrijk is om jezelf goed te kennen en te begrijpen, is er iets wat nog veel belangrijker is voor een bezield leven: van jezelf houden.
Zelfkennis opdoen is waardevol, maar alleen als je daarbij aardig en mild voor jezelf bent. Bezield leven is niet alleen een kwestie van jezelf beter leren kennen en je sterke kanten benutten, maar ook van je zachte en kwetsbare kanten volledig aanvaarden.
En misschien wel de pijnlijkste les van die dag kwam zo hard aan dat mijn adem ervan stokte. Uit de gegevens bleek dat je je kinderen niet kunt geven wat je zelf niet hebt. Waar je je bevindt op je reis naar een bezield leven, zegt veel meer over hoe goed je het zult doen als ouder dan alles wat je uit de boekjes kunt leren bij elkaar.
Die reis vraagt evenveel hartwerk als hoofdwerk. En terwijl ik daar zat, op die druilerige novemberdag, werd het me duidelijk dat ik te weinig hartwerk had verricht.
Uiteindelijk stond ik op, griste mijn viltstift van de tafel, trok een streep onder de niet-lijst en schreef het woordje ‘ik’ onder de streep.
Alle items op die lijst bij elkaar opgeteld vatten perfect samen waar ik mee worstelde.
Met mijn armen stijf over elkaar gevouwen voor mijn borst plofte ik weer neer op mijn stoel en dacht: mooi is dat. Ik leef precies volgens de shitlijst.
Twintig minuten lang ijsbeerde ik door het huis terwijl ik probeerde alles wat me zojuist duidelijk was geworden te negeren en te ontkennen, maar ik raakte de woorden niet meer kwijt. Ik kon niet terug, dus toen deed ik wat me dan nog het beste leek: ik vouwde alle flap-overvellen keurig op en stopte ze in een plastic opbergbox die precies onder mijn bed paste, naast de rollen cadeaupapier. Ik zou die box pas in maart 2008 weer opendoen.
Vervolgens zocht ik een goede therapeut en begon aan een jaar van intensief zielenwerk, dat mijn leven voorgoed zou veranderen. Mijn therapeute Diana en ik moeten nog altijd lachen om ons eerste gesprek.
Diana, die een heleboel therapeuten in therapie heeft, begon met de standaardvraag: ‘Vertel eens, waarom ben je hier?’ Ik haalde mijn wel-lijst tevoorschijn en zei droogjes: ‘Ik heb meer dingen van deze lijst nodig. Ik wil graag een paar gerichte tips en technieken.
Niets diepgravends. Geen gedoe over jeugdtrauma’s en zo.’
Het werd een lang jaar. Op mijn blog noem ik 2007 liefkozend het jaar van mijn inzinking spiritueel ontwaken. Want voor mij voelde het aan als een typische inzinking, maar Diana noemde het een spiritueel ontwaken. Ik denk dat we allebei gelijk hadden. Ik vraag me inmiddels zelfs af of het een wel mogelijk is zonder het ander.
Natuurlijk was het geen toeval dat ik in november 2006 instortte.
Het stond in de sterren geschreven: ik was net begonnen aan een dieet zonder suiker en meel, het was een paar dagen voor mijn verjaardag (voor mij altijd een tijd van bezinning) en ik voelde me opgebrand door mijn werk. Kortom, ik was toe aan een midlife-update.
Mensen noemen het vaak een ‘midlifecrisis’, maar dat is het niet.
Het is eerder tijd voor een update, een tijd waarin je een enorme drang voelt het leven te leiden dat je graag wilt leiden, in plaats van het leven dat je ‘geacht’ wordt te leiden. Het is een tijd waarin je er door de kosmos toe wordt uitgedaagd los te laten wie je denkt te moeten zijn en te omarmen wie je bent.
Hoewel de midlifeperiode een belangrijk voorbeeld is van momenten waarop we behoefte hebben aan een persoonlijke update, krijgen we in de loop van ons leven met meer van dit soort momenten te maken:
– huwelijk
– scheiding
– kinderen krijgen
– stoppen met drinken
– verhuizen
– leeg nest
– pensioen
– verlies of traumatische ervaring
– problemen op het werk
De kosmos schudt ons geregeld even wakker. Alleen wij drukken liever
op de snoozeknop.
Het werk dat me te doen stond, bleek pijnlijk en diepgravend te zijn. Ik ploeterde voort, totdat ik op een dag, doodmoe en met mijn wandelschoenen nog modderig van de zware tocht die ik had afgelegd, plotseling besefte: jeetje. Ik voel me anders. Ik voel me gelukkig en echt. Ik ben nog steeds bang, maar voel me ook heel moedig. Er is iets veranderd, dat voel ik diep vanbinnen.
Ik was gezonder, gelukkiger en dankbaarder dan ik me ooit had gevoeld. Ik voelde me kalmer, meer in balans en aanzienlijk minder gespannen. Ik had mijn creativiteit teruggevonden, de band met mijn familie en vrienden op een andere manier vormgegeven, en – en dat was het allerbelangrijkste – ik voelde me voor het eerst van mijn leven echt op mijn gemak in mijn eigen vel.
Ik leerde me meer druk te maken om wat ik vond en minder om wat anderen daar wel van zouden denken. Ik stelde nieuwe grenzen en begon mijn behoefte om te plezieren, te presteren en te perfectioneren los te laten. Ik zei vaker ‘nee’ in plaats van ‘natuurlijk’ (waarna ik achteraf vaak verongelijkt en boos was). Ik zei zo nu en dan ‘Ja, leuk!’ in plaats van ‘Klinkt goed, maar ik heb nog een hoop werk liggen’, of: ‘Dat doe ik wel als ik… (slanker, minder druk, beter voorbereid) ben.’
In de periode dat ik samen met Diana aan mezelf werkte, las ik wel een stuk of veertig boeken, waaronder alle autobiografische verhalen over spiritueel ontwaken die ik maar te pakken kon krijgen. Daar heb ik ontzettend veel aan gehad, maar toch miste ik nog een boek vol inspiratie en achtergrondinformatie dat dienst kon doen als een soort reisgids voor mensen die op zoek zijn naar een bezield leven.
Terwijl ik op een dag lag te staren naar de wankele stapel boeken op mijn nachtkastje, wist ik het ineens: ik wil een boek schrijven over mijn eigen, persoonlijke verhaal. Ik ga het verhaal vertellen van de cynische, betweterige onderzoekster, die net zo wordt als het stereotype dat ze al haar hele volwassen leven belachelijk maakt. Ik biecht op hoe ik als veertiger drank en sigaretten laat staan en een gezondheidsfreak, creatieveling en softe spiritualiteitszoeker word, die haar dagen vult met mijmeren over dingen als compassie, liefde, dankbaarheid, creativiteit en authenticiteit, en die gelukkiger is dan ze ooit voor mogelijk had gehouden. En ik noem het Met hart en ziel.
Ik herinner me ook nog dat ik dacht: voordat ik mijn persoonlijke verhaal opschrijf, moet ik mijn onderzoek eerst gebruiken om een gids voor een bezield leven te schrijven! Halverwege 2008 had ik drie enorme boxen gevuld met notitieboekjes, dagboeken en stapels gegevens.
Verder had ik talloze uren gestoken in nieuw onderzoek. Ik had alles wat ik nodig had, inclusief een vurig verlangen om het boek te schrijven dat je nu in je handen hebt.
Op die noodlottige dag in november waarop de lijst opdoemde en ik tot mijn ontsteltenis besefte dat ik niet met hart en ziel leefde en liefhad, was ik er nog niet helemaal van overtuigd. De aanblik van de lijst was niet genoeg om er helemaal in te geloven. Ik moest eerst in een diepe dip raken, en er vervolgens bewust voor kiezen om te geloven…
Te geloven in mezelf en in de mogelijkheid op een andere manier te leven. Een heleboel vragen, tranen en ook gelukkige momenten later heeft dat geloof me de ogen geopend.
Nu zie ik dat op een liefdevolle manier je eigen verhaal onder ogen zien het moedigste is wat je ooit zult doen.
Nu zie ik dat werken aan een bezield leven niet hetzelfde is als proberen een eindbestemming te bereiken. Het is als naar een ster aan de hemel lopen: je komt er nooit, maar je weet zeker dat je de goede kant op gaat.
Nu zie ik dat zaken als moed, compassie en verbondenheid alleen tot hun recht komen als je ze in praktijk brengt. Dag in dag uit.
Nu zie ik dat het werk dat wordt besproken in de tien wegwijzers
– wat het waard is om je voor in te zetten en wat je maar beter los kunt laten – geen materiaal is voor een todolijstje. Het is niet iets wat je doet of bereikt en vervolgens van je lijstje kunt afstrepen. Het is levenswerk.
Het is zielenwerk.
Voor mij was het een kwestie van eerst geloven, dan zien. Ik geloofde er eerst in en kon pas daarna zien dat je jezelf, je gezin en de omgeving waarin je leeft werkelijk kunt veranderen. Je moet alleen de moed zien te vinden om te durven leven en liefhebben met hart en ziel. Ik vind het een eer om deze reis met je te mogen maken!
Geplaatst op 15 mei 2015