Carl Jungs duik in het onbewuste
In Het Rode Boek, ‘de graal van het onbewuste’, wordt de dramatische tocht uitgebeeld van de moderne mens op zoek naar zijn eigen mythe. Oorspronkelijk schreef psychiater Carl Gustav Jung zijn vele ervaringen en gevoelens op in zes ‘zwarte boeken’, zoals hij deze noemde, tijdens een diepe identiteitscrisis. Over – soms verschrikkelijke – visioenen en zijn ‘duik in het onbewuste’ en zijn dwaaltocht door de onderwereld, eindeloos op zoek naar zijn ziel. Een zes jaar durende worsteling, van 1913 tot 1919.
Volgens theoloog Rinus van Warven voerde Jung op 5 januari 1922 een gesprek met zijn ziel over zijn roeping. De dialoog tussen Jung (de ‘ik’) en de Ziel is in deze vorm letterlijk te vinden in de Nederlandse vertaling van het Liber Novus (Het Rode Boek) dat onlangs door Van Warven is uitgegeven. (N.B. Echter zonder de kunstwerken uit het oorspronkelijke boek.)
auteur: PAUL DELFGAAUW
datum: 8 maart 2020
website: https://godenenmensen.com/2020/03/08/carl-jungs-duik-in-het-onbewuste/
Tijdens een van de colleges van de Capita Selectie-serie ‘Parels van de westerse esoterie’ die ik in mei 2019 bezocht bij de Academie voor Geesteswetenschappen in Utrecht vertelde Jungkenner Tjeu van den Berk met passie over Carl Gustav Jungs (oorspronkelijke) Rode Boek. Dit lag groots – ook qua afmetingen – opengeslagen onder handbereik van de nieuwsgierige cursisten. Voor de Academie schreef ik hierover een verslag.
‘Van den Berk nam ons mee naar het leven en werk van Jung (1875 – 1961) en vertelde over zijn jarenlange pogingen, eerst samen met Freud, het onbewuste te ontcijferen. Al van jongs af aan was Jung gefascineerd geweest door de menselijke psyche. Cryptomnesie, het ‘verborgen geheugen’, hield hem erg bezig. Het bevat informatie waarvan de bron niet wordt opgeslagen in ons geheugen. De menselijke geest zou ‘op andere plaatsen’ veel informatie bewaren. ‘We weten het allemaal, diep vanbinnen,’ zei Jung. Daarom was hij zo gefascineerd door het onbewuste. Ons bewuste komt er volgens Jung immers volledig uit voort.’
(AVG)
‘Zijn ziel drong er hier bij Jung heftig op aan om zijn materiaal te publiceren, waartegen hij zich verzette. En zo duurde het decennialang voor zijn woorden in boekvorm verscheen. Het Liber Novus van Carl Gustav Jung lag tientallen jaren in een bankkluis in Zürich. Toen het in 2009 op de wereldmarkt verscheen werd het meteen ‘de graal van het onbewuste’ genoemd. Het boek werd snel bekend als Het Rode Boek: de kleur van de leren omslag van het oorspronkelijke Liber Novus. Het is het verslag dat Jung van zijn crisis van 1913-1916 maakte. Jung beschrijft hoe hij zich overgeeft aan een diepgaand innerlijk proces, waarbij hij uiteindelijk zijn eigen ziel ‘hervindt’. (Van Warven)
Prachtige beelden liet Van den Berk zien, met uitgebreid commentaar, van de schilderijen en tekeningen die Jung in zijn Rode Boek maakte. Compleet met gekalligrafeerde teksten waarin Jung over hermetische gnosis schrijft, en er ook teksten toevoegde die verwijzen naar Sumerische, Egyptische, Scandinavische, Griekse, Hindoeïstische en christelijke mythen.
‘Van den Berk raakte niet uitverteld en deed dat op meeslepende wijze. Hij kreeg dan ook na afloop terecht een luid applaus.
De originele uitgave van Het Rode Boek ligt opgeslagen in een kluis in Zürich. Van den Berk heeft dat tweemaal mogen inzien, vertelde hij trots. September 2019 verschijnt de Nederlandse vertaling – wel zonder alle mooie kunstwerken die zeker een kwart van het boek beslaan.’
(AVG)
In Koorddanser schrijft Van Warven over De ‘graal van het onbewuste’ – Jung in gesprek met zijn ziel. Jung zou uiteindelijk door de ontmoeting met de ziel ingewijd worden in de geheimen van de menselijke psyche. – Een deel van het gesprek luidt:
Ik: ‘Ik ben bereid. Wat is het? Spreek!’
Ziel: ‘Luister: Om geen christen meer te zijn is gemakkelijk. Maar hoe nu verder? Want er staat meer aan te komen. Alles wacht op jou. En Jij? Jij blijft zwijgzaam en hebt niets te zeggen. Maar je zult moeten spreken. Waarom heb jij het plotselinge inzicht ontvangen? Dat moet je niet verbergen. Jij bekommert je om de vorm? Is de vorm belangrijk als het om het plotselinge inzicht gaat?’
Ik: ‘Maar wat is mijn roeping?’
Ziel: ‘De nieuwe religie en haar verkondiging.’
Ik: ‘Oh God, hoe moet ik dat doen?’
Ziel: ‘Wees niet zo kleingelovig. Niemand weet dat zo goed als jij. Niemand, die het zó zou kunnen zeggen als jij.’
(Uit: Het Rode Boek)
Alle dromen, ervaringen en inzichten noteerde Jung nauwgezet, vertelt Van Warven. Zijn aantekeningen werden een procesverslag dat uiteindelijk resulteerde in Het Rode Boek.
Zie:
* Koorddanser, februari 2020: De ‘graal van het onbewuste’ – Jung in gesprek met zijn ziel
* Academie voor Geesteswetenschappen: Capita Selecta 21 mei 2019: Tjeu van den Berk
Het Rode Boek | Carl Gustav Jung | Vertaald door Hans Huisman | ISBN 978-94-92421-86-9 | 581 blz. | Verschijningsdatum 02-09-2019 | € 38,50 | Geen verzendkosten
De “graal van het onbewuste – Jung in gesprek met zijn ziel
Op 5 januari 1922 voerde Carl Gustav Jung een gesprek met zijn ziel over zijn roeping. De dialoog tussen Jung (de ‘ik’) en de Ziel is in deze vorm letterlijk te vinden in de Nederlandse vertaling van het Liber Novus (Het Rode Boek) dat onlangs verscheen.
Toen deze verscheen werd dit de ‘graal van het onbewuste’genoemd. Vandaag nog steeds actueel.
auteur: Redactie
datum: 10 juni 2020
website: https://www.kd.nl/2020/06/10/de-graal-van-het-onbewuste-jung-in-gesprek-met-zijn-ziel/
Ik: “Ik bemerk dat ik met jou moet praten. Waarom laat je mij niet slapen, terwijl ik toch zo moe ben? Ik voel aan dat het feit dat ik verstoord ben van jou afkomt. Wat brengt jou ertoe om mij wakker te houden?”
Ziel: “Nu is het niet de tijd om te slapen, maar zou je wakker moeten zijn en je moeten voorbereiden op gewichtige zaken in nachtelijke werken. Het grote werk vangt aan.”
Ik: “Wat voor groot werk?”
Z.: “Het werk dat gedaan moet worden. Het is een groots en lastig werk. Al lange tijd was je te onbewust. Nu moet je naar een hoger niveau van bewustzijn.”
Ik: “Ik ben bereid. Wat is het? Spreek!”
Z.: “Luister: Om geen christen meer te zijn is gemakkelijk. Maar hoe nu verder? Want er staat meer aan te komen. Alles wacht op jou. En Jij? Jij blijft zwijgzaam en hebt niets te zeggen. Maar je zult moeten spreken. Waarom heb jij het plotselinge inzicht ontvangen? Dat moet je niet verbergen. Jij bekommert je om de vorm? Is de vorm belangrijk als het om het plotselinge inzicht gaat?”
Ik: “Maar wat is mijn roeping?”
Z.: “De nieuwe religie en haar verkondiging.”
Ik: “Oh God, hoe moet ik dat doen?”
Z.: “Wees niet zo kleingelovig. Niemand weet dat zo goed als jij. Niemand, die het zó zou kunnen zeggen als jij.”
Boekvorm
Zijn ziel drong er hier bij Jung heftig op aan om zijn materiaal te publiceren, waartegen hij zich verzette. En zo duurde het decennialang voor zijn woorden in boekvorm verscheen. Het Liber Novus van Carl
Gustav Jung lag tientallen jaren in een bankkluis in Zürich. Toen het in 2009 op de wereldmarkt verscheen werd het meteen ‘de graal van het onbewuste’ genoemd. Het boek werd snel bekend als Het Rode Boek: de kleur van de leren omslag van het oorspronkelijke Liber Novus. Het is het verslag dat Jung van zijn crisis van 1913-1916 maakte. Jung beschrijft hoe hij zich overgeeft aan een diepgaand innerlijk proces, waarbij hij uiteindelijk zijn eigen ziel ‘hervindt’.
Ordening
Drie dagen later – in die januarimaand van 1922 – deelde de ziel hem mede over de nieuwe religie: “Dat de nieuwe religie zichzelf echter alleen uitdrukt in de transformatie van menselijke betrekkingen. De betrekkingen laten zich ook door de diepste wijsheid niet vervangen. Bovendien bestaat een religie niet alleen uit kennis, maar ook uit hoofde van haar zichtbare trede in een nieuwe ordening van menselijke levensverhoudingen.”
De dialoog met zijn ziel is het begin van het hervinden van zijn ziel. Het zou nog tientallen jaren duren voor dat proces is afgerond. Eigenlijk moet je bij Jung dat woord afronden of hervinden niet gebruiken. want de ziel is bij Jung geen dingetje, geen beschrijving van een feitelijk gegeven. De ziel is voor Jung datgene wat in ieder van ons geboren wil worden en tot wasdom wil komen. In de taal van het Oosten: je svadharma.
Accepteren
En het gesprek was dus ook niet afgelopen. De ziel maakt Carl duidelijk dat deze geen verdere inzichten van ‘m kan verwachten. “Jij weet alles wat er te weten valt vanuit de aan jouw gemanifesteerde onthulling, maar je leeft op dit moment niet alles dat geleefd moet worden.” Jung’s Ik antwoord daarop: “Dat kan ik nu wel begrijpen en accepteren, maar het is mij duister hoe de kennis in het leven zou moeten worden omgezet. Dat moet jij mij leren.” Zijn ziel vertelde: “Daar is niet veel op te zeggen. Het gaat er niet zo rationeel aan toe als jij geneigd bent te denken. De weg is symbolisch.”
En zo werd Carl Gustav Jung door de ontmoeting met de ziel ingewijd in de geheimen van de menselijke psyche. Alle dromen, ervaringen en inzichten noteerde hij nauwgezet. Zijn aantekeningen werden een procesverslag dat uiteindelijk resulteerde in Het Rode Boek.
Levendigheid
Na deze ontmoetingen begon hij zijn crisis-ervaringen wetenschappelijk te onderbouwen en creëerde hij het fundament van wat hij later het ‘individuatieproces’ ging noemen. Het Rode Boek kan als kraamkamer gezien worden van zijn latere wetenschappelijke werk. Jungs erfgenamen gaven 40 jaar na diens dood alsnog toestemming om dat Liber Novus uit te geven. Dankzij deze keuze kan nu ook de lezer in het Nederlandse taalgebied kennismaken met de enorme rijkdom aan inzichten die Jung ons achterliet. Mantra-hoofredacteur en Jung-kenner Karen Hamaker noemde het een intiem boek: “Het laat in alle openheid zien wat zich heeft afgespeeld in het onbewuste van Jung: innerlijke dialogen, opduikende beelden, personages die zich uitkristalliseerden, gedachten van overwegingen.”
Wachten
In de jaren die erop volgen – maar eigenlijk al vanaf 1913 – wordt Jung door zijn innerlijke wereld niet met rust gelaten. Op 12 december 1913 besloot om de stroom innerlijke beelden die er dag en nacht op
hem af komen toe te laten en ze als werkelijkheid te accepteren. Hij wordt deelnemer van wat zich innerlijk afspeelt. Hij vertelt ooit over zijn angsten en dromen dat hij er aanvankelijk niets mee kon beginnen. “Behalve dat het onbewuste een geweldige levendigheid ervoer. Het enige wat ik kon doen was alleen maar wachten, doorgaan met leven en op mijn fantasieën letten.”
Karen Hamaker vertelt dat Jung het innerlijk niet makkelijk heeft gehad, maar “een paar dingen hielden hem op de been: yoga en tekenen. En hoewel het hem de nodige instabiliteit opleverde ging hij door met zijn innerlijke experimenten”. En zo werd het Rode Boek een weergave van zijn eigen individuatieproces. Jung geeft tastenderwijs antwoord op de meest essentiële levensvragen: Wie ben ik. Hoe verhoud ik me tot mijn medemens? Wat is de ziel? Is dat een psychologische vraag, of een filosofische of een religieuze? Wat is het wezen van Zelfkennis?”
Boek of Shadows
Dat Jung dichterbij de natuurreligies stond als bij de gevestigde kerk, laat zich zien aan het feit dat hij zijn patiënten, aanried om hun eigen Rode Boek aan te leggen. Zoiets als een Book of Shadows waarvan de paganisten (druïden en heksen) zich bedienen: “Ik raad u aan alles zo mooi mogelijk op te schrijven – in een mooi gebonden boek. Het zal lijken alsof u de visioenen banaliseert maar dat is precies wat u moet doen, want daarmee bevrijdt u zich van hun macht. Als u zoiets doet vanuit deze optiek, zullen zij ophouden u te verleiden. U moet nooit proberen visioenen nog een keer te laten opkomen. Denk aan hen in uw fantasie en probeer hen te schilderen. Wanneer deze zaken vervolgens in een waardevol boek staan, kunt u teruggrijpen op het boek, daarin bladeren: het zal voor u als uw kerk zijn, uw kathedraal, het stille oord van uw Geest, waar u hernieuwing vindt. Wanneer iemand u zegt dat het morbide of neurotisch zou zijn en u luistert naar hen – dan zal u uw ziel verliezen – want uw ziel zetelt in dit boek.”
Oost en West
Het bijzondere van het werk van Jung is dat psychologie bij hem meteen theologie is, dat Oost en West elkaar wel tegenkomen. Ik durf te beweren dat Jungs opvatting over religie dichter bij de Oosterse denkwijzen liggen dan bij de westerse. In het Oosten hebben ze een woord voor religie dat de essentie van bestaan uitmuntend beschrijft. Het woord yoog, of yoga, waarvan Jung zich bediende om tot rust te komen, was voor hem het antwoord op zijn zoektocht naar een Godsbeeld dat vriendelijk overeen kan stemmen met onze innerlijke werkelijkheid. In mijn eigen taal: “Jung was op zoek naar een innerlijk evangelie. Mijn juk is zacht, de yoga die ik jullie onderwijs is zacht en licht, is de boodschap van Jezus in het Nieuwe Testament: dat wat alle levende wezens ondersteunt in hun menswording, hun individuatie.”
Over het Zelf schreef Jung: “Het zou evengoed als de ‘God in ons’ gekenschetst kunnen worden. De oorsprongen van ons totale leven schijnen onontkoombaar uit dit punt te ontspringen en al onze hoogste en ultieme doelen schijnen daar op uit te komen. Zo is het Zelf ook het doel van het leven, want het is de meest volledige uitdrukking van die samengesteldheid van lotsbestemming, die men individualiteit noemt. Met het ervaren van het Zelf als iets irrationeels, als een niet te definiëren wezen, […] is het doel van de individuatie bereikt.”
Rinus van Warven Carl Gustav Jung, Het Rode Boek, Liber Novus, vertaling Hans Huisman, Uitg. Van Warven, ISBN 978-94-92421-86-9. https://uitgeverijvanwarven.nl/het-rode-boek/
Capita Selecta 21 mei 2019: Tjeu van den Berk
Op de derde avond van de Capita Selectie-serie ‘Parels van de westerse esoterie’ op dinsdag 21 mei 2019 vertelde Jungkenner Tjeu van den Berk met zichtbare passie over Carl Gustav Jungs “Rode Boek”. Dit lag groots – ook qua afmetingen – opengeslagen onder handbereik van de nieuwsgierige cursisten.
auteur: Academie Geesteswetenschappen
datum: 23 mei 2019
website: https://academiegeesteswetenschappen.nl/capita-selecta-van-den-berk/
In Het Rode Boek, ‘de graal van het onbewuste’, zoals het direct na verschijnen werd genoemd, wordt de dramatische tocht uitgebeeld van de moderne mens op zoek naar zijn eigen mythe. Oorspronkelijk schreef Jung zijn vele ervaringen en gevoelens op in zes ‘zwarte boeken’, zoals hij deze noemde, tijdens een diepe identiteitscrisis. Over – soms verschrikkelijke – visioenen en zijn ‘duik in het onbewuste’. Over zijn dwaaltocht door de onderwereld, het eindeloos op zoek zijn naar zijn ziel. Het werd een zes jaar durende worsteling, van 1913 tot 1919.
Later schreef Jung dit met eigen commentaar opnieuw op in het boek: Liber Novus (‘Nieuw Boek’), of Het Rode Boek. Een boek met ‘revolutionaire gedachten’, een ‘ziele-document’, volgens Van den Berk. ‘Een weg van duisternis naar licht.’
Het Rode Boek werd lang na Jungs dood pas uitgegeven, in 2009. Zelf wilde hij het niet publiceren omdat hij dacht dat mensen hem krankzinnig zouden vinden. Dat was ook de aarzeling van de familie, die uiteindelijk toch toestemming gaf tot publicatie.
Van den Berk nam ons mee naar het leven en werk van Jung (1875 – 1961) en vertelde over zijn jarenlange pogingen, eerst samen met Freud, het onbewuste te ontcijferen. Al van jongs af aan was Jung gefascineerd geweest door de menselijke psyche. Cryptomnesie, het ‘verborgen geheugen’, hield hem erg bezig. Het bevat informatie waarvan de bron niet wordt opgeslagen in ons geheugen. De menselijke geest zou ‘op andere plaatsen’ veel informatie bewaren. ‘We weten het allemaal, diep vanbinnen,’ zei Jung. Daarom was hij zo gefascineerd door het onbewuste. Ons bewuste komt er volgens Jung immers volledig uit voort.
Prachtige beelden liet Van den Berk zien, met uitgebreid commentaar, van de schilderijen en tekeningen die Jung in zijn Rode Boek maakte. Compleet met gekalligrafeerde teksten waarin Jung over hermetische gnosis schrijft, maar voegde er ook teksten toe die verwijzen naar Sumerische, Egyptische, Scandinavische, Griekse, Hindoeïstische en christelijke mythen.
Van den Berk raakte niet uitverteld en deed dat op meeslepende wijze. Hij kreeg dan ook na afloop terecht een luid applaus.
De originele uitgave van Het Rode Boek ligt opgeslagen in een kluis in Zürich. Van den Berk heeft dat tweemaal mogen inzien, vertelde hij trots. September 2019 verschijnt de Nederlandse vertaling – wel zonder alle mooie kunstwerken die zeker een kwart van het boek beslaan.