Die hele opgefokte manier van leven
‘Die hele opgefokte manier van leven van ons, de ratrace, de drukte – het viel allemaal weg’
Ramsey Nasr In drie weken tijd verkocht Ramsey Nasr 30.000 exemplaren van zijn essaybundel over de tijd waarin we leven. „De meesten van ons gunnen iedereen op aarde dezelfde levensstandaard als die van ons, maar dan hebben we drie planeten nodig.”
Ramsey Nasr (47), acteur, dichter en schrijver, heeft net een nieuwe essaybundel gepubliceerd, De fundamenten. In drie weken tijd zijn er 30.000 exemplaren van verkocht. Zoveel weerklank, nee, dat had hij niet verwacht. Het sterkt hem in de gedachte, zegt hij, dat het móést: op zijn eigen, persoonlijke wijze opschrijven dat de coronacrisis niet op zichzelf staat en verbonden is met een grotere crisis, die van het klimaat. De oorzaak van beide zoekt hij in het neoliberalisme, dat al decennia de politiek en de economie bepaalt. Het heeft de fundamenten van onze samenleving aangetast, zegt hij. Het onderwijs. De zorg. Kunst en cultuur.
auteur: Jannetje Koelewijn
datum:
website: https://www.nrc.nl/nieuws/2021/04/22/er-is-een-opstand-van-de-geest-van-het-geweten-nodig-a4040928
Hij schrijft: ‘Een samenleving die denkt dat kennis vooral praktisch en winstgevend moet zijn, zal bezuinigen op Grieks, Latijn, Nederlands, fundamentele wetenschap, zuivere wiskunde, filosofie, geschiedenis, Hongaars, Oudfrans. Zo’n samenleving zal accepteren dat leerkrachten en zorgverleners geen fatsoenlijke salarissen krijgen, laat de zorg aan de markt over, belast mantelzorgers nog wat meer, bezuinigt op speciaal onderwijs.’
Volgens Ramsey Nasr zijn we in Nederland, meer dan in andere westerse landen (behalve de VS), de fundamenten gaan zien als ornamenten. Nu Covid-19 ons leven beheerst, beginnen we daar eindelijk van terug te komen.
Gymnasium
Dit gesprek is op de redactie van NRC, met uitzicht op het lege terras van de Brakke Grond, waar hij eens de poëzie van Herman Gorter en P.C. Boutens las. Ramsey Nasr is een liefhebber van de Tachtigers en hun navolgers. Hij houdt ook van de Griekse en Romeinse mythologie en hij zou iedereen, zegt hij, een gymnasiale opleiding gunnen om… Ho, wacht, daar is Argus, zegt hij, de reus met de honderd ogen die altijd met hem meekijkt en meeluistert. Waar heb je het over, Ramsey? Gymnasium? Doe niet zo elitair. En wie ben jij om een ander iets te gúnnen?
Hij wappert met zijn hand langs zijn oor en zegt het dan toch. „Het je eigen maken van een beschaving, een denkwijze en een taal die niet meer bestaan helpt je om je horizon te verbreden. Het leert je in te zien dat wij ook ooit verdwenen zullen zijn en dat we niet het centrum van de wereld zijn – een inzicht dat de evolutietheorie ons ook geeft.” Dat relativeren, zegt hij, werd hem thuis ook bijgebracht, met een Palestijnse vader en een Nederlandse moeder.
Laat hij zich ook door de Bijbel inspireren? Je zou zijn essays, vooral het derde en langste, kunnen lezen als de preek van een onheilsprofeet: we aanbidden de verkeerde goden, die van het geld, en over een eeuw zal de wereld zoals we die nu kennen vernietigd zijn. (Dat laatste staat precies zo in De fundamenten.) Ramsey Nasr schudt nee. „Het moralistische is mij niet vreemd”, zegt hij. „Maar ik zou mijn boek eerder een redevoering noemen, met de inzet van de retorica om de mensen te overtuigen.” Bij het schrijven, zegt hij, was hij vaak onzeker, want het was toch niet nieuw wat hij betoogde? De mensen wisten toch al dat we niet kunnen doorgaan met groeien en consumeren, ten koste van al het andere leven op aarde? „Het enige wat ik kon toevoegen is de retoriek, de ordening van argumenten, de verhaalstructuur.” Je zou De fundamenten ook kunnen lezen als een monoloog voor op het toneel.
Het eerste essay, ‘De etymologische maanden’, werd in april gepubliceerd in NRC. Het begint met Boccaccio en heeft een lichtheid van toon die, nu we dertien dorre maanden verder zijn, bijna onwerkelijk aandoet. O ja, toen applaudisseerden we voor verpleegkundigen en artsen, en wat waren we solidair met elkaar. De straten waren leeg, de lucht was schoon, en de mensen waren, schrijft Ramsey Nasr, opeens geïnteresseerd in poëzie. ‘Weinig instanties hebben zoveel aan leesbevordering gedaan als Covid-19.’
De schouwburgen moesten dicht en bij ITA (Internationaal Theater Amsterdam) ontstond het idee de acteurs van het gezelschap online de Decamerone te laten voordragen, het boek dat Boccaccio schreef na de pestepidemie van 1348 in Florence. Ramsey Nasr, in dienst van ITA, mocht beginnen. Dolgelukkig en ‘doorstraald van tomeloze energie’ stapte hij maandagochtend op zijn fiets. ‘Ik ging zowaar naar mijn werk.’ Hij las het verhaal voor van Peronella, die haar minnaar verbergt in een wijnvat op het moment dat haar man onverwachts thuiskomt – met een koper voor dat vat.
Ho, daar is Argus weer
Nu zegt Ramsey Nasr: „Ik houd zelden een dagboek bij, behalve op reis en het afgelopen jaar, want ik wilde niet vergeten hoe het was. Die essays waren voor mij dat dagboek. En kennelijk maakt mijn hoogst particuliere ervaring deel uit van wat meer mensen hebben meegemaakt, anders kan ik niet verklaren… Ho, daar is Argus weer, met zijn honderd ogen. Gaat Ramsey nu zeggen dat ze zijn boek daarom en masse kopen? Nee, alleen dit: „Mensen zeggen tegen me: dat heb ik ook meegemaakt.”
En wat is dat dan? „Dat je je kunt schamen voor geluk en blij kunt zijn met karigheid. Dat je beseft wat van waarde is en echt van belang, en dat dat uitgerekend de zaken waren die we zo lang hadden verwaarloosd.” Je schamen voor geluk? „Ik heb niet aan de financiële afgrond gestaan, ik kon blijven werken en ik hoef geen gezin te onderhouden. Ik was gezond, ik heb een plezierige plek om te wonen, ook in lockdown. Ik zat op mijn balkon en hoorde de merel zingen. Die hele opgefokte manier van leven van ons, de ratrace, de drukte, de eisen van de mode waar je aan moet beantwoorden – het viel allemaal weg. Maar tegelijkertijd was er het besef van de volle IC’s en het zorgpersoneel dat zich, in de woorden van Rutte, het snot voor de ogen werkte. Mensen stierven in eenzaamheid, de familie mocht hun begrafenis niet bijwonen.” Hij wijst op de beelden van Bergamo – de hel. „Die twee werkelijkheden naast elkaar heb ik nooit eerder zo krachtig ervaren als vorig jaar. Je bent je continu bewust van je daden en je gedrag, alles heeft consequenties, en we komen uit een tijd waarin we ons daar helemaal niet meer van bewust waren. Alles kwam ons toe. Vrijheid, welvaart, we vonden het vanzelfsprekend. Die gedachte staat nu onder druk en dat is goed.”
‘Een giftig gebied’ heet het tweede essay, uit september 2020, ook eerder gepubliceerd in NRC. Ramsey Nasr citeert een spandoek op het Malieveld: ‘Eenieder die de grondwet niet respecteert is een fascist! Zoals Aboutaleb, Halsema, Rutte, De Jonge, Grapperhaus, de media en allen die ’t toelaten.’ Hij schrijft over een filmpje op internet, waarin een vrouw achter het stuur van haar auto zegt: ‘Mensen… dit kan niet meer. Dit moeten we niet meer pikken. IK NIET! Ik ben er helemaal klaar mee… Echt.’ Als er een tweede lockdown komt, zegt ze vol haat, gaat ze ALLES slopen.’
Zachtmoedigheid
De zachtmoedigheid van de eerste maanden is verdwenen en het complotdenken komt op, het rechts-extremisme, het zoeken naar schuldigen ook – ‘nu eens de politicus, dan weer de kunstenaar, de media, de Jood, de vluchteling, de immigrant, de wetenschapper, de antiracismedemonstrant, de milieubeschermer, de elite, Europa, de overheid’ – en als mensen tegen hem zeggen dat hij overdrijft, geeft hij in een nawoord nog meer voorbeelden van de ‘hysterie’ die Nederland in haar greep houdt en ‘de middenmoot’ gijzelt.
Met die middenmoot begint het derde essay, ‘De fundamenten’. Ramsey Nasr noemt de resultaten van een onderzoek van ABN Amro waaruit blijkt dat acht van de tien burgers door de coronacrisis bereid zijn minder vaak het vliegtuig te nemen. Drie van de vier zou de auto vaker kunnen laten staan. Bijna de helft van de ondervraagden wil zijn reisgedrag aanpassen vanwege de klimaatverandering. Volgens de onderzoekers zijn we door het virus meer gaan nadenken over onze omgang met de planeet. Ze spreken van ‘een keerpunt’. „En een brandpunt”, zegt Ramsey Nasr. „Als in een prisma komen de coronacrisis en de klimaatcrisis bij elkaar.”
Argus met de honderd ogen zat ook bij het schrijven naast hem. Hij schrijft dat hij ‘een domme alfa’ is, en dat de kunstenaar wel ‘de laagst geplaatste’ is om de maatschappij vorm te geven. En hij zegt: „Ik begeef me op een vlak waar ik me niet eerder op begeven heb. De economie, het bredere politieke stelsel – niet mijn expertise. En ja, dan moet je een vorm van nederigheid betrachten. Aan de andere kant: als ik die dingen al kan bedenken, dan is het kennelijk niet zo ingewikkeld.”
Hij zegt ook dat hij nooit zo analytisch te werk is gegaan als in dit boek. „Feiten verzamelen, conclusies trekken. Als de veeteeltindustrie zoveel schade aan de natuur en het klimaat toebrengt, dan moeten de subsidies drastisch omlaag.” Zelf is hij vegetariër. Hij heeft geen auto. „De meesten van ons gunnen iedereen op aarde dezelfde levensstandaard als die van ons, maar dan hebben we drie planeten nodig. Dat gaat dus niet. We móéten onze invloed op de natuur en het klimaat afremmen. Rijkdom en armoede, oorlogen, vluchtelingen, interne maatschappelijke strubbelingen, het vijanddenken – het zal allemaal erger worden door de klimaatverandering. We weten het allang en de tijd is gekomen dat we moeten handelen, uit lijfsbehoud.”
Kunnen we dat, onze invloed afremmen? „Ja.” En zullen we het doen? „Tot nu toe niet, dat spreekt ook uit dit boek. Maar even zonder valse bescheidenheid. Er zijn momenten in je leven waarop je denkt: als ik nu zwijg, ga ik me daar later over beklagen. Ik heb een stem en gehoor, en al klinkt het misschien potsierlijk: ik zie het als een vorm van burgerzin om je uit te spreken. Er is een opstand nodig. Geen fysieke opstand, daar heb ik een pesthekel aan. Een opstand van het geweten, van de geest.”
Het derde essay, ‘De fundamenten’, begint met een citaat van José Mujica, president van Urugay tussen 2010 en 2015. Die heeft tien jaar in eenzame opsluiting gezeten, alle tijd om na te denken. ‘Ofwel je bent gelukkig met erg weinig zonder jezelf over te belasten, omdat je blijdschap in jezelf hebt, ofwel je komt nergens. Dit is geen pleidooi voor armoede. Het is een pleidooi voor soberheid. Wij creëerden een consumptiemaatschappij die altijd zoekt naar groei. Als er geen groei is, is het tragisch.’
Maar geen groei, wel krimp, dat wordt toch oorlog? En de armen verliezen. Ramsey Nasr: „We kunnen bedenkingen blijven hebben en tegenargumenten opwerpen, maar de omslag is onvermijdelijk. Dan kunnen we er beter nú op een goeie manier aan beginnen en ons niet laten verlammen.”
Ramsey Nasr (1974) is acteur, hij won de Louis d’Or voor zijn rol in The Fountainhead.
In de serie I.M. vertolkte hij de rol van Ischa Meijer, hiervoor kreeg hij in 2020 een Gouden Kalf.
Nasr schrijft ook poëzie. Tussen 2009 tot 2013 was hij de Dichter des Vaderlands. Hij ontving de Gouden Ganzeveer 2013.Ramsey Nasr: De fundamenten. De Bezige Bij, 144 blz. € 16,99