Pas op, zo tijdelijk is al dat testen niet
Fieldlabs Is het ook niet gewoon makkelijk, al die bezoekers registreren? We zijn zo blij met een flintertje vrijheid dat we niet klagen over de prijs die we betalen, aldus Christiaan Weijts.
Was de lockdown de fase waarin we in het gips zaten, dan waren we onderhand wel toe aan het loopgips. Ietsjes meer bewegingsvrijheid, al blijft het knellen. De pilots en fieldlabs, deze week in stroomversnelling geraakt, lijken zo’n soepeler gips te zijn. Wie is ingeloot, mag op proefverlof naar Rhodos of Gran Canaria. Aan de uitzinnige blijheid van de reizigers in de vertrekhallen, op weg naar hun zonovergoten fieldlab, zag je hoe diep de hunkering en het gemis zijn.
Kennelijk is de testbereidheid voor zulke pretexperimenten een stuk hoger dan die in het hoger onderwijs, waar maar dertig procent van de studenten wilde meewerken, nota bene met een veel laagdrempeliger zélftest. Wel voor de leuke uitjes, niet voor het alledaagse leven, kun je nu al concluderen.
auteur: Christiaan Weijts
datum: 16 april 2021
website: https://www.nrc.nl/nieuws/2021/04/16/pas-op-zo-tijdelijk-is-al-dat-testen-niet-a4040081
Uiteraard ging er van alles mis. Te weinig testcapaciteit bij Madurodam en Keukenhof, bezoekers die wegbleven bij Madame Tussauds, Toverland dat alsnog afhaakte… Laconiek gesteld: er zou eens wél iets lukken in onze pandemiebestrijding.
Maar voorbij al het geklungel is er vooral weer nieuwe verwarring gezaaid. Zeker met het opschalen naar evenementen met wel tienduizend feestgangers ontstaat nu de indruk dat die testevenementen de heropening zelf zijn, het eerste kiertje naar de vrijheid. Het kabinet presenteert het fieldlab ook als zodanig, als zoethoudertje en pr.
Maar is dat wel zo? Om het nog ingewikkelder te maken hanteert de overheid een onderscheid tussen ‘pilots’ en ‘fieldlabs’. Die laatste moeten onderzoeken hoe evenementen ‘op termijn’ weer veilig open kunnen. De pilots geven iets meer perspectief: gaat het goed, dan kunnen er méér van zulke evenementen komen, onder de ‘Tijdelijke wet testbewijzen Covid-19’ die 1 mei moet ingaan. In beide gevallen gaat het dus om experimenten, niet om echte versoepelingen. Het zijn proefnemingen met een nieuw, onorthodox type elastisch windsel, dat bij bewezen succes wellicht kan worden ingezet.
Argwaan is gepast
Tijdelijk, op termijn: in deze crisis zijn dat signaalwoorden waarbij argwaan gepast is. Hebben we het hier inderdaad over een kortstondig, net iets minder benauwend overgangsmiddel naar onze vroegere mobiliteit? Volgens het ‘heropeningsplan’ zouden we er dan vanaf zijn op 1 juli. Nieuwsuur legde die datum voor aan Tom Middendorp, oud-commandant der strijdkrachten, die de hele testoperatie leidt. Hij beaamde het. Hij hoopte op 1 juli inderdaad „overbodig” te zijn geworden.
Dat hopen wij allen met hem, maar in dat geval is het toch wel erg duur spul waar hij ons mee inzwachtelt. Wie 925 miljoen euro neertelt voor iets wat hij over een week of tien opgelucht afdankt, zou ik niet zomaar budgethouder maken van de crisiskas, zeker niet als het toezicht erop tekortschiet.
Als het zo tijdelijk is, dan zijn vooral die pilots en fieldlabs zelf overbodig. Dan kan dat miljard beter naar effectieve langetermijnbescherming als schoolventilatie en vaart maken met vaccinatie. Aannemelijker is dat het helemaal geen tijdelijke overbrugging is, maar een investering, in een testmaatschappij voor onbepaalde tijd. Die Tijdelijke wet testbewijzen kan in de praktijk best eens niet zo heel tijdelijk zijn. Kijk alleen maar naar het vanzelfsprekende gemak waarmee de tijdelijkste aller maatregelen keer op keer in reprise gaat, zonder bewezen succes: de avondklok. De experimentele CoronaCheck-app moet vanaf juni ook als toegangsbewijs na vaccinatie gaan werken. Ook dat is heus niet voor één maandje.
Prikoperette
De onderliggende kwestie is deze: veel van wat we nu beslissen gaat langdurige invloed hebben op de inrichting van onze samenleving. Op zichzelf is het goed om gevaccineerden eerder vrijheden te geven. Zeker met het bedaagde adagio van onze prikoperette is dat de enige manier om nog wat te redden van wat er resteert aan horeca en cultuur. Maar er moet ook een moment zijn waarop we verklaren dat we klaar zijn. Dat is bij het zetten van de laatste prik. Dan zetten we de schaar in al het loopgips.
En dan nog zullen er instanties zijn die kermen: kijk nou uit, het is nog niet veílig! De Peruaanse variant, de Nieuw-Caledonische…! En is het ook niet gewoon makkelijk, alle bezoekers registreren? Voor het geval er een nieuwe uitbraak van iets is, of een onvoorziene calamiteit?
Al die stemmen moeten we negeren, als we geen samenleving willen die alle gezondheidsrisico’s denkt uit te bannen met het optuigen van controlepoortjes en restricties. Als het om ons dagelijks leven gaat (school, werk, openbaar vervoer) is de weerstand vermoedelijk wel sterk genoeg. Daar zal het, mag je aannemen, ook juridisch ondoenlijk zijn om een medische apartheid in te voeren tussen immuun en niet-immuun. Het gevaar zit hem bij al die leukere, net iets minder essentiële uitjes, bij de plekken van uitbaters met elk hun eigen deurbeleid.
Die fieldlabs maken ons zo dolblij met een flintertje van onze vroegere vrijheid dat we allang niet meer tegen elkaar durven te klagen over de prijs die we ervoor betalen. Voor vakanties en festivals nemen we het loopgips voor lief. Ook al begint het steeds meer te lijken op een permanente brace, we doen alsof het ons zit als gegoten.
Een versie van dit artikel verscheen ook in NRC Handelsblad van 17 april 2021