06 – slavernij (c)
Geplaatst door Dineke van Kooten op 6 september 2011
Mensen worden vanaf hun jonge jaren zo vaak gekwetst, dat ze muren om hun hart bouwen. Ze verhinderen een gezonde ontwikkeling, want gedachten van zelfveroordeling en zelfmedelijden legt hen aan banden. Deze muren van valse bescherming zijn de muren van onze eigen gevangenis, die onze ware persoonlijkheid opgesloten houden.[i] We worden door Nouwens bovengenoemde drie factoren eigenlijk iemand anders en ontwikkelen een Vals Zelf.[ii] Veel van wat we onze ‘persoonlijkheid’ noemen is een mozaïek van onze zelfverdedigingstactieken en onze plannetjes om iets van de liefde te krijgen waarvoor we geschapen zijn. Het probleem is dat onze plannen niets met God te maken hebben.[iii] We zijn niet de persoon zoals we ons – vanaf het moment in de baarmoeder van onze moeder – zouden mogen en kunnen ontwikkelen. Ons Echte Zelf –- zoals die in de kiem in ons gelegd is – is in mindere of meerdere mate verdwenen. Eigenlijk zeggen we: “God, zoals U mij gemaakt heeft, sorry, maar dat werkt niet! Ik heb er wat aan verbouwd, want dat functioneert beter.”
We reageren over het algemeen ter bescherming van onszelf met muren van:
- passiviteit (afwerend – kwetsbaar – angstig – passief – blind – doofstom – eenzaam – depressief – hulpeloos – hopeloos) [iv] òf
- agressiviteit (agressief – vitterig – negatief – defensief – haatdragend – onzeker – eenzaam – angstig)[v]
Hoe die muren vooral ontstaan? In de eerste twintig jaar van ons leven komen we voor het eerst in aanraking met zoveel verschillende mensen die boodschappen over ons uitspreken die een levenlang mee kunnen gaan. Of mensen die iets zeggen, wat wij zelf boven ons leven zetten. We doen ervaringen op die we – als kinderen – voor wáár aannemen en die de rest van ons leven alle andere (soortgelijke) ervaringen kleuren. Of zoals Alice Miller[vi] het zegt: “Wij zijn allemaal gevangenen van onze kinderjaren, of we dat nu weten, vermoeden, loochenen of er nog nooit van hebben gehoord. (…) De meeste mensen willen niets van hun geschiedenis weten en weten daarom ook niet dat ze in wezen voortdurend daardoor bepaald worden, aangezien ze in de onopgeloste, verdrongen situatie van hun kindertijd zijn blijven leven. Ze weten niet dat ze gevaren vrezen en mijden die ooit (let wel) èchte gevaren zijn geweest, maar dat allang niet meer zijn. Ze laten zich drijven door onbewuste herinneringen en verdrongen gevoelens en behoeften, die vaak vrijwel al hun doen en laten op een specifieke manier bepalen. Zolang ze onbewust en onopgehelderd blijven.[vii]
De geloften die we als kind afleggen – als reactie op onze wonden – zijn heel begrijpelijk. En tegelijk heel schadelijk. Ze sluiten ons hart af. In feite sluiten ze een diepgewortelde overeenkomst met de boodschap van onze verwondingen. Ze zijn een vorm van instemming met het oordeel dat er over ons is geveld. “Oké. Als dat het geval is, dan moet dat maar zo. Voortaan leef ik mijn leven als volgt….”[viii]
Wie zijn die mensen die zo’n invloed op ons leven hebben gehad? Tot nu toe sprak men altijd over drie invloedsferen van: gezin, school en kerk. Tegenwoordig kunnen daar nog anderen aan toegevoegd worden. De invloedssferen die ik in mijn praktijk tegen kom, zijn:
- onze ouders en familieleden. Zelfs de beste ouders kunnen God en Zijn waarheid niet goed vertegenwoordigen, omdat ze er niet in slagen op Zijn wijze te spreken en op Zijn weg te wandelen, omdat we mensen zijn en blijven. Als men voorspellingen doet over het talent, het uiterlijk of de toekomst van kinderen, zullen kinderen deze woorden letterlijk opvatten, vooral als ze komen van hun ouders – de allerbelangrijkste mensen in hun leven. Veel ouders beseffen niet dat zij als god zijn voor hun jonge kinderen, die hun woorden als onontkoombaar en waar opvatten. Zulke liefdeloze[ix], niet-eerlijke uitspraken kunnen de emotionele ontwikkeling van een kind schaden, en het van een normaal leven weerhouden.[x] Uitspraken als: “Je zus zou dat veel beter doen!” of “Wat ben (!) je toch lastig!”, worden in een kinderziel ingekerfd.
- buurtbewoners (oud en jong). Heel wat volwassenen kunnen verhalen welke invloed de buurt op hen als kind gehad heeft, maar ook welke grensoverschrijdende gedragingen plaatsvonden door buurtbewoners.
- leerkrachten en docenten. Zekunnen diepe wonden slaan in de ziel van een kind door het lelijk te beschuldigen of verkeerd te behandelen. Er zijn heel wat volwassenen die nog rondlopen met een uitspraak van een docent, die hun leven aan banden heeft gelegd. Als we die docent daarmee zouden confronteren, dan zou hij hoogstwaarschijnlijk verbaasd zijn en van niets meer weten. Uitspraken als: “Het wordt nooit wat met jou!” zijn sneller gezegd, dan uit het geheugen uitgewist.
- leeftijdgenoten. Zij kunnen (vaak door groepsdruk) elkaar behoorlijk beschadigen, als er iemand uit de groep dreigt te vallen of als hij er nooit in gepast heeft. Je hoort er niet bij als je niet dezelfde kleding draagt, dezelfde taal spreekt, dezelfde sport beoefent of dezelfde moraal er op na houdt. Kinderen bouwen muren om hun hart, om zo vooral maar bij de groep te horen en aan de groepsdruk gehoor te kunnen geven, zodat ze geen pijn oplopen, maar ze weten nog niet dat je aanpassen ook pijn oplevert. De pijn van gevangen zitten en jezelf verliezen.
- schrijvers van boeken en journalisten. Een puber weet (net als een adolescent meestal ook) nog niet het verschil tussen fantasie en werkelijkheid. 5-stuiverromans brengen ons in een fantasiewereld, die verwachtingen wekken voor de werkelijkheid, omdat niet in de romans staat: “deze weergegeven resultaten bieden geen garantie voor de werkelijkheid!”
- overheden. Zij kunnen door hun regels en wetten ook mensen beschadigen. Sommige regels kunnen op zijn minst nadelig zijn voor delen van de bevolking. Of het nu om kapitalistische overheden en communistisch regiems gaat, om democratieën of om dictaturen, dat maakt niet uit. Denk maar aan de kinderen die jarenlang met hun ouders zitten te wachten in de asielzoekerscentra. Of de kinderen die in een penitiaire inrichting zitten omdat er voor hen geen plaats is in een psychiatrische jeugdinrichting.
- media. Televisie heeft ook een machtige uitwerking. We hebben allemaal op de een of andere manier gehoord van de gevolgen voor groepsverkrachtingen door het kijken naar MTV of TMF. Dagelijks kijken kinderen uren naar de televisie (op hun eigen kamer) en worden geconfronteerd met agressie, seks, ontrouw en grove taal, alsof het de normaalste zaak van de wereld is. De boodschap is: “Als je zo leeft, dan word je gelukkig!” of: “Als je zo niet doet, dan val je buiten de boot!” De rolpatronen worden zichtbaar verkeerd weergegeven.
Kinderen (en veel volwassenen) weten niet dat “zien van misslagen de meeste invloed op ons heeft”.[xi] “En dat” – zegt Andries Knevel – “terwijl ieder Amerikaans kind dat de high-school in 1992 op 17-jarige leeftijd verlaat al zo’n 13.000 personen gewelddadig heeft zien ombrengen op de televisie”.[xii] De tv kan een proces van gewenning en afstomping in gang zetten. Dit proces zet zich ook voort in het reële leven van het kind, waardoor het ten aanzien van een aantal immorele zaken een te lage emotionele drempel kan krijgen.[xiii] De jonge tieners kunnen – hoewel zij nog nauwelijks bezig zijn met sensualiteit, seksualiteit en erotiek – wel verkeerd beïnvloed worden door deze prikkels.[xiv]
Of zoals Dr. Martine F. Delfos[xv] zegt: “Als therapeut vroeger (ik heb het dan over vijfentwintig jaar geleden) waren ernstige uitspattingen op seksueel gebied van kinderen altijd gekoppeld aan vergaand seksueel misbruik door volwassenen. Nu is het zo dat wanneer kinderen andere kinderen seksueel misbruiken en lastig vallen, je eerst moet denken aan films op SBS-6 bijvoorbeeld die uitgespeeld worden. Het ‘doktertje spelen’ waarbij uitgezocht werd hoe de verschillende seksen eruit zagen, is vervangen door het uitspelen van geslachtsgemeenschap om te proberen te begrijpen wat die volwassenen op die televisie nu zo leuk vinden”.[xvi]
Kosten nog moeiten worden gespaard om een zo professioneel en verleidelijk mogelijke clip te maken. De media houdt zich wel bezig met het geld, maar niet zozeer met de gevolgen van deze clips en hoe zij de jeugd aantasten met deze beelden. De afschuwelijke verhalen en fantasieën veroorzaken echter levensdrama’s.[xvii]
– computers en internetmogelijkheden. We mogen hier ook de pc met de geweldadige spelletjes, animaties en allerlei internetsites niet vergeten. Laten we daarbij ook de invloed van webcam niet onderschatten . Kinderen die voor de webcam in “anonimiteit” uit de kleren gaan en allerlei ongewenste dingen kunnen doen in ruil voor aandacht of een mp3-speler.
Kinderen en volwassenen ontmoeten elkaar onder valse namen, een verkeerd geslacht en met een andere leeftijd. Fantasie en werkelijkheid is nauwelijks meer van elkaar te scheiden. Op Habbo[xviii] heeft men zo genaamd verkering, via Sims[xix] speelt men dat men een intieme relatie heeft met iemand. Men lijkt alles naar zijn hand te kunnen zetten. Maar fantasie en werkelijkheid kunnen behoorlijk door elkaar heen lopen.
Bij agressieve computerspelletjes wordt de speler beloond voor agressief gedrag. Het kind zal een zo machtig instrument gezag toedichten en de morele ontwikkeling zal zo sterk onder de invloed van dit spel komen te staan. Het kind zal zich met de (negatieve) computerheld identificeren. Agressieve spelletjes zullen dus aanleiding kunnen geven tot agressief gedrag. Want het morele leren van het kind vindt vooral plaats via modelgedrag. Het model hoeft niet persé een volwassene te zijn uit de directe omgeving van het kind. Onderzoeken hebben aangetoond dat leren ook plaatsvindt via symbolisch modelgedrag: een figuur uit sprookje, een held uit het computerspel of een televisieheld. De invloed die van computerspelletjes uitgaat zou wel eens groter kunnen zijn, omdat de kinderen hier meer dan bij televisie het geval is, zelf een actieve rol spelen. In tegenstelling tot de televisie ‘communiceert’ de computer met het kind. Het kind is actief in het veroorzaken van gebeurtenissen op het scherm.[xx]
Bovendien is het gevolg hiervan dat kinderen verwachten dat ze overal vermaakt worden met prachtige animaties en prikkels en de realiteit, zoals politiek en religie op een smakelijke manier opgediend krijgen.[xxi]
– Kerk en gemeente. Deze christelijke instelling is verdeeld geraakt en belijdt de waarheid verschillend en vaak volgens starre regels zodat een puber al snel de weg kwijt raakt.
Ook kerkelijke leiders hebben hun macht misbruikt ten koste van tieners. Soms leven ze zo arrogant – denkend de waarheid in hun binnenzak te hebben – dat ze aan waar tieners mee zitten voorbij kijken en laten ze deze belangrijke categorie met hun vragen alleen zitten. Wordt de tiener buiten de kerk vol gepompt met een bombardement van prikkels door geluid en beelden, in de kerk wordt er over zijn hoofd gesproken en lijkt hij niet belangrijk te zijn. Zou God hem dan wel belangrijk vinden? Zou God dan niet alleen naar hem omzien als hij zich aan de regeltjes van de kerk houdt?
De voorganger kan ook het evangelie verkeerd uitleggen of een halve waarheid geven, waardoor mensen schade oplopen. Wanneer je zegt dat je de minste van allemaal moet zijn[xxii], maar je als voorganger vergeet te vertellen dat het hoofdgebod is: ”je naast liefhebben, àls jezelf”[xxiii], dan breng je schade aan. Als je als ouderling de nadruk legt op heiligheid, maar je eigen levenswandel is niet zo, dan breng je schade aan.
Al met al – treurig genoeg – voldoende momenten waarop een kind, puber en tiener wonden op kan lopen en verkeerde boodschappen krijgt, die in het verdere leven een enorme (vaak onzichtbare) invloed hebben. Een wirwar van slavenketens, die een mens steeds meer onderdrukken.
Verdrietig genoeg kunnen we onze levensgeschiedenis niet veranderen. Nog verdrietiger is dat we vaak niet weten dat we wél de invloed kunnen veranderen die ons verleden nu nog op ons heeft! [xxiv] We zijn vergeten dat we in Kanaän thuishoren.
We lijken (!) onontkoombaar vast geketend te zijn aan onze slavenketens, maar Goddank is dat niet zo! Verdriet is voor niemand van ons een vreemde, hoewel slechts enkelen hebben ervaren dat het niet onze vijand hoeft te zijn. Omdat wij de geliefden zijn van de koning der koningen, Jezus zelf, die is gekomen om gebroken harten te helen en gevangenen te bevrijden, kunnen we terugkijken. We kunnen Zijn hand vastpakken en herinneringen ophalen. We moeten herinneringen ophalen, om niet gevangen gehouden te worden door onze verwondingen en de boodschappen die we in onze jeugd hebben meegekregen.[xxv]
Of zoals Leanne Payne het zegt:
“Christus gaf Zijn volgelingen de kracht en opdracht om te genezen, omdat Hij wist dat alle mensen, in hun externe relaties en in zichzelf, gebroken en gescheiden zijn. Om weer heel te kunnen worden en de mogelijkheid te hebben te groeien als persoon, moeten we de breuken in ons leven erkennen en belijden. De eerste breuk is die tussen het ik en God, waaruit de breuk tussen het ik en anderen, het ik en de natuur en het ik en ons eigen ‘diepe hart’ voortkomen. De genezing van deze laatste breuk brengt harmonie tussen het intellect en het hart – dat is tussen de cognitieve en intuïtieve vermogen en manieren van kennen en deze kunnen dan in balans komen en elkaar aanvullen. De wil, de emoties, de intuïtieve en verbeeldende vermogen worden gereinigd en ontvangen het leven van God. Bij deze genezing wordt het ‘ik’ bevrijd om in de Tegenwoordigheid van de onzichtbare werkelijkheid – Gods Tegenwoordigheid – te komen, waar we ‘deel (…) hebben aan de goddelijke natuur’ (2 Petrus 1:4). Op deze manier worden we een persoon. De ware persoonlijkheid is geworteld in relaties: ten eerste met God, de ongeschapene, en daarna met alles wat Hij geschapen heeft.
Alhoewel niet al onze relaties met andere mensen in dit leven kunnen worden genezen, kunnen we iedereen die niet in staat is om ons lief te hebben, ons te accepteren of met ons om te gaan op een manier die God welgevallig is, vergeven en loslaten. We kunnen door Gods genade degenen vergeven die ons diep hebben verwond. Als we hen vergeven, ontdekken we dat niet alleen onze eigen wonden beginnen te genezen, maar dat onze ervaring de bron van genezende kennis en kracht voor anderen wordt.” [xxvi]
[i] Bruce Thompson, “Muren van mijn hart”, [vertaald uit het Engels door Theo Rutteman], Stichting Gideon, Hornaar, 1992 – 5de druk, 245 p., pocket, ISBN 9060675614, originele titel: “Walls of my Heart”, 1989, Crown Ministries International, U.S.A.
[ii] Met dank aan Leanne Payne die in haar boeken en cursussen spreekt over deze twee termen: Het Valse Zelf (zoals we onszelf door de omstandigheden zijn gaan voordoen) en het Ware Zelf (zoals God ons gemaakt heeft).
[iii] John en Stasi Eldredge, “de fascinerende vrouw”, [vertaald door drs. Jetty Huisman], Gideon Stichting, Hoornaar, 2007, vertaling van ‘Captivating’, 272 pagina’s, ingenaaid, druk 1, ISBN 978-90-6067-305-8, p. 97.
[iv] Bruce Thompson, “Muren van mijn hart”, [vertaald uit het Engels door Theo Rutteman], Stichting Gideon, Hornaar, 1992 – 5de druk, 245 p., paperback, ISBN 9060675614, originele titel: “Walls of my Heart”, 1989, Crown Ministries International, U.S.A., p. 32
[v] Bruce Thompson, “Muren van mijn hart”, [vertaald uit het Engels door Theo Rutteman], Stichting Gideon, Hornaar, 1992 – 5de druk, 245 p., paperback, ISBN 9060675614, originele titel: “Walls of my Heart”, 1989, Crown Ministries International, U.S.A., p. 34
[vi] Alice Miller, “Het drama van het begaafde kind: op zoek naar het ware zelf”, [vert. uit het Duits door Tinke Davids], 1995, 9026966695, 18e, geheel herz. dr, Houten : Van Holkema & Warendorf, 143 p, 20 cm, Vert. van “Das drama des begabten Kindes und die Suche nach dem wahren Selbst : eine Um- und Fortschreibung.” – Frankfurt am Main : Suhrkamp, 1994. – Oorspr. uitg.: 1979, Oorspr. titel “Het drama van het begaafde kind: een studie over het narcisme.” – Bussum [etc.] : Wereldvenster [etc.], 1981, p. 31
[vii] Alice Miller, “Het drama van het begaafde kind: op zoek naar het ware zelf”, [vert. uit het Duits door Tinke Davids], 1995, 9026966695, 18e, geheel herz. dr, Houten : Van Holkema & Warendorf, 143 p, 20 cm, Vert. van “Das drama des begabten Kindes und die Suche nach dem wahren Selbst : eine Um- und Fortschreibung.” – Frankfurt am Main : Suhrkamp, 1994. – Oorspr. uitg.: 1979, Oorspr. titel “Het drama van het begaafde kind: een studie over het narcisme.” – Bussum [etc.] : Wereldvenster [etc.], 1981, p.35
[viii] John en Stasi Eldredge, “de fascinerende vrouw”, [vertaald door drs. Jetty Huisman], Gideon Stichting, Hoornaar, 2007, vertaling van ‘Captivating’, 272 pagina’s, ingenaaid, druk 1, ISBN 978-90-6067-305-8, p. 91 en 92.
[ix] Schijnbaar zijn ze vol liefde en lijken ze voor het bestwil van het kind, maar het blijkt vaak uit egoïsme (omdat men moe is of andere verwachtingen heeft) te zijn gezegd.
[x] Bruce Thompson, “Muren van mijn hart”, [vertaald uit het Engels door Theo Rutteman], Stichting Gideon, Hornaar, 1992 – 5de druk, 245 p., paperback, ISBN 9060675614, originele titel: “Walls of my Heart”, 1989, Crown Ministries International, U.S.A., p. 49 en 50
[xi] Andries Knevel , “Doe dat ding dan uit!“, Kampen : Kok Voorhoeve, 1993, ISBN 90-297-1136-1, 100 p, 21 cm, ill, p. 28
[xii] A.G. Knevel, “De wereld in huis: het christelijk gezin en televisie”, Kampen : Kok Voorhoeve, 1992, 5de druk, ISBN 90-297-1022-5, 124 p, 21 cm, Met lit. opg, p. 67
[xiii] A.G. Knevel, “De wereld in huis: het christelijk gezin en televisie”, Kampen : Kok Voorhoeve, 1992, 5de druk, ISBN 90-297-1022-5, 124 p, 21 cm, Met lit. opg, p. 72
[xiv] A.G. Knevel, “De wereld in huis: het christelijk gezin en televisie”, Kampen : Kok Voorhoeve, 1992, 5de druk, ISBN 90-297-1022-5, 124 p, 21 cm, Met lit. opg, p. 77
[xv] Dr. Martine France Delfos (1947) studeerde eind jaren zestig klinische research psychologie en begin jaren negentig Franse taal en letterkunde aan de Universiteit van Utrecht. In 1999 promoveerde zij op een psychologisch en letterkundig onderzoek over rouwverwerking bij Franse schrijvers.
Ze richtte in 1997 het PICOWO, Psychologisch Instituut voor Consultatie, Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, op om onderwijs en wetenschappelijke activiteiten van een aantal mensen bij elkaar te brengen.
[xvi] Dr. Martine F. Delfos, “Het kind en de onbescheiden volwassene”verscheen in het jaarboek 2002 van de Janusz Korczak Stichting: Jongeren en geweld, Redactie: Theo Cappon en Edward Skubisz, Uitgeverij Narratio, Amsterdam; zie: http://www.mdelfos.nl
[xvii] Bruce Thompson, “Muren van mijn hart”, [vertaald uit het Engels door Theo Rutteman], Stichting Gideon, Hornaar, 1992 – 5de druk, 245 p., paperback, ISBN 9060675614, originele titel: “Walls of my Heart”, 1989, Crown Ministries International, U.S.A., p. 53
[xviii] Habbo Hotel is een virtuele community waar jij met je eigen Habbo in kunt rondlopen. Bezoek je buren, maak je eigen kamer en bouw een feestje met je nieuwe vrienden. Het is een virtueel hotel waar tieners, weergegeven door een persoonlijk karaktertje, kunnen rondlopen, elkaar ontmoeten en chatten.
Habbo Hotel is een onlinespel gemaakt door Sulake Corporation. Het eerste Habbo Hotel, die van Finland, werd in januari 2001 gelanceerd. Spoedig volgden meer landen waaronder Nederland. Om Habbo Hotel te kunnen spelen moet men eerst een Habbo creëren. Een Habbo is een poppetje waarmee je rondloopt door het hotel. Je moet voor je poppetje een naam opgegeven en een kleine beschrijving, de zogenaamde missie. Deze missie wordt aan andere spelers getoond wanneer er op je poppetje wordt geklikt. Ook kun je je eigen kleding uitkiezen voor je Habbo, kapsel, schoenen enz. Na het aanmaken van de Habbo kan de speler gaan rondlopen door het hotel.
De chatrooms waaruit ieder hotel bestaat zijn grote isometrische vertrekken waarin meubilair, lichten en drankautomaten staan. Er zijn twee type vertrekken: openbare ruimtes en privé-vertrekken. De openbare ruimtes zien eruit als openbare ruimtes die je in een echt hotel kunt tegenkomen: hallen, zwembad, zitkamer, theater, etc. Deze openbare ruimtes verschillen van hotel tot hotel. De privé-vertrekken worden door de Habbos zelf ontworpen en kunnen voor verschillende functies gebruikt worden, zoals nachtclubs, handelsruimten en zelf complete huizen. Er zijn mallen beschikbaar voor de grootte en de vorm van het vertrek. Vervolgens kan het vertrek worden ingericht met meubilair. Meubilair voor de privévertrekken worden uit een catalogus verkregen. Naast meubilair staan er ook andere spullen, zoals huisdieren in de catalogus. Deze zaken kunnen gekocht worden met de zogenoemde credits, of geruild worden met andere Habbos. Credits moeten van Habbo Ltd gekocht worden met echt geld. Meubels, kredieten, en de privé-vertrekken kunnen niet van één hotel naar een ander hotel worden overgebracht.
Met behulp van een console kan een Habbo met zijn vrienden berichten uitwisselen. Het stelt hun ook in staat om te achterhalen wie van zijn vrienden online is en als ze in een openbare ruimte zijn, waar ze zich bevinden.
[xix] De Sims is een strategie/simulatie computerspel bedacht door Will Wright en uitgegeven door Maxis. Het spel werd uitgebracht in februari 2000 en is, met wereldwijd meer dan 6 miljoen verkochte exemplaren, het best verkochte computerspel aller tijden. Net als andere spellen van Maxis, zoals het eerdere SimCity, wordt De Sims soms beschreven als een god game: een spel waarbij de speler over het leven van virtuele mensen kan beschikken.
Niet iedereen is even enthousiast over The Sims. Sommige mensen vinden dat het spel alleen aan oudere kinderen of zelfs helemaal niet verkocht mag worden. De reden is vooral dat als Sims onder de douche of in bad gaan, ze naakt zijn. Dat is wel gecensureerd, maar zodra hun geslachtskenmerken niet meer zichtbaar zijn verdwijnt de censuur. Met een code is het mogelijk het bad of douche weg te halen, zodat je naakte Sims ziet. Ook wordt de schaamteloze consumptiegerichtheid van de Sims veroordeeld (de beste weg om gelukkig te worden is het kopen van dingen).
[xx] Zie ook het artikel vanMartine DelfosvanPICOWO (Psychologisch Instituut voor Consultatie, Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek) te Utrecht: “Jij bent dood, daar krijg ik mooi 150 punten voor! “; Tijdschriftartikel, TJJ, Tijdschrift voor Jeugdzorg en Jeugdhulpverlening, Jrg.6, nr.9, september 1994, p. 9-13.; Artikel over de invloed van computerspellen op de morele ontwikkeling, wat nog steeds niet aan actualiteit heeft ingeboet. http://www.mdelfos.nl/
[xxi] Neil Postman, “Wij amuseren ons kapot: de geestdodende werking van de beeldbuis”, [woord vooraf van Gerrit Komrij; vertaald door: Aaldert van den Bogaard], 1986, Houten : Het Wereldvenster, ISBN 90-293-0851-5, 167 p, 21 cm, Met lit. opg, Vert. van “Amusing ourselves to death : public discourse in the age of show business”. – New York : Viking, 1986, p. 152 en 63
[xxii] Marcus 9:35
35 Hij ging zitten en riep de twaalf bij zich. Hij zei tegen hen: ‘Wie de belangrijkste wil zijn, moet de minste van allemaal willen zijn en ieders dienaar.’ (NBV-2004)
[xxiii] Mattheüs 22: 39
heb uw naaste lief als uzelf. (NBV-2004)
[xxiv] Alice Miller, “Het drama van het begaafde kind: op zoek naar het ware zelf”, [vert. uit het Duits door Tinke Davids], 1995, 9026966695, 18e, geheel herz. dr, Houten : Van Holkema & Warendorf, 143 p, 20 cm, Vert. van “Das drama des begabten Kindes und die Suche nach dem wahren Selbst : eine Um- und Fortschreibung.” – Frankfurt am Main : Suhrkamp, 1994. – Oorspr. uitg.: 1979, Oorspr. titel “Het drama van het begaafde kind: een studie over het narcisme.” – Bussum [etc.] : Wereldvenster [etc.], 1981, p. 35
[xxv] John en Stasi Eldredge, “de fascinerende vrouw”, [vertaald door drs. Jetty Huisman], Gideon Stichting, Hoornaar, 2007, vertaling van ‘Captivating’, 272 pagina’s, ingenaaid, druk 1, ISBN 978-90-6067-305-8, p. 91 en 85.
[xxvi] Leanne Payne, “Gods tegenwoordigheid geneest”, [vert. uit het Engels: Martin Tensen], 2002, 3de druk, ISBN 90 297 1439 5 Kampen : Kok, of ISBN 90 70092 77 8 Gent : Carmelitana, 256 p 22 cm, Met lit. opg, Vert. van “The healing presence.” – Wheaton : Crossway Books, cop. 1989, p. 31 en 32