De macht van Mark een kopje kleiner
Politiek is strijd om de macht. In de negentiende eeuw was de koning met zijn absolute macht het doelwit, in onze parlementaire democratie richt de strijd zich tegen de machtigste figuur in het bestel, zeker als deze de indruk wekt voor het leven benoemd te zijn.
Ten diepste is er dus niet zoveel verschil tussen koning Willem I en Mark Rutte, de leider van de VVD en sinds 2010 een minister-president die zich steeds meer gedraagt als regeringsleider. Dit perspectief verklaart veel over de dynamiek op het Binnenhof in onze dagen. Politiek is niet alleen strijd óm de macht, maar ook tégen de macht. De Franse denker en politicus François Guizot (1787-1874) omschreef het beperken van macht zelfs als de voornaamste taak van de politiek.
auteur: Hans Goslinga
datum: 10 april 2021
website: https://www.trouw.nl/politiek/de-macht-van-mark-een-kopje-kleiner~b2beb14e/
Hoe staatsrechtelijk vreemd ook, in deze lijn is het verklaarbaar dat de Kamerleden Kaag (D66) en Hoekstra (CDA) in het debat over de ontspoorde kabinetsformatie een motie van afkeuring indienden tegen het medelid Rutte. Maar hoe je dit novum ook beoordeelt, het oogmerk was domweg de macht een kopje kleiner maken. Het was geheel in lijn met Guizot, die schreef dat macht subtiel is, veranderlijk en geslepen om steeds in andere vormen terug te keren.
Verstoord evenwicht
In de politiek gaat het erom, schreef hij, telkens weer een nieuw evenwicht tussen de werkzame krachten te vinden. De overheid is het stabielst wanneer de macht niet in één paar handen ligt en de machthebbers luisteren naar degenen over wie ze regeerden. Logisch dus dat informateur Herman Tjeenk Willink nu als eerste de kwestie van macht en tegenmacht aanpakt. De vorming van een kabinet kan even wachten.
De kernvraag nu is hoe het verstoorde evenwicht tussen de uitvoerende en controlerende macht kan worden hersteld. Tjeenk Willink temperde direct te hoge verwachtingen. Een bestuurscultuur die zich in veertig jaar heeft ontwikkeld, draai je niet in veertig dagen terug. Feit: de liberaal Thorbecke ontkoningde in 1848 de koning, maar het duurde bijna een eeuw voordat het paleis voor de oppermacht van het parlement boog. Het ‘koninklijke kabinet’ dat Colijn in 1939 in opdracht van koningin Wilhelmina buiten de partijen om vormde, sneuvelde na twee dagen bij de eerste confrontatie met de Tweede Kamer.
D66 koos dus het verkeerde doelwit, toen het in 2012 met succes voorstelde de koning uit de formatie te wippen. Sterker nog, door de voorbije strijd tegen de ‘magt des konings’ tot de laatste nog brandende kroonluchter voort te zetten, maakten ze de weg vrij voor de leider van de grootste partij in de Kamer zijn machtspositie te versterken, zodanig dat deze meende snel en bijna ongezien naar zijn vierde kabinet te kunnen doorpakken.
Rutte deed welbeschouwd hetzelfde als Colijn in 1939: proberen buiten de partijen in de Tweede Kamer om een kabinet vormen. Hij vond het niet nodig dat de mislukte verkenners Ollongren en Jorritsma zich publiek voor hun echec zouden verantwoorden. De Kamer werd pas wakker, toen zij al akkoord was gegaan met twee nieuwe verkenners uit de menagerie van Rutte, de demissionaire ministers Van Ark en Koolmees. Een markant moment in de politieke geschiedenis: het doorbrekende besef dat we met de machtsverdeling van de regen in de drup zijn gekomen.
Het interessantst zijn gedachten van politieke denkers die zelf ook politiek actief zijn geweest. Zij weten als geen ander hoe de macht werkt. Guizot, een tijdgenoot en inspirator van Thorbecke, was er daarom zeer beducht voor. Onbegrensde macht neigde zichzelf in stand te houden en zelfs als die macht de natie ten goede kwam, moest je oppassen, want zij kon in verval raken en boosaardige trekken krijgen.
Lelijke momenten
Daarom vond Guizot, als premier verdreven in de Februarirevolutie van 1848 omdat hij doof was voor het murmurerende volk, dat tegenspraak in een staatsbestel het belangrijkste is. Macht moet van repliek worden gediend, naar redenen worden gevraagd en worden gedwongen tot antwoorden. Je mag er niet van uitgaan, zoals de toeslagenaffaire heeft laten zien, dat macht zich uit zichzelf aan de regels houdt. Het debat over de gestrande verkenning mag in dat licht als historisch worden beschouwd.
De lelijke momenten moeten maar voor lief worden genomen, zoals het verwijt van de populist Wilders aan Rutte dat hij een ‘geboren leugenaar’ is. Dat is ook niet eens het springende punt. Al was Rutte de meest rechtschapen mens op aarde, dan nog was het nodig geweest hem uit de droom te helpen dat zijn macht vanzelfsprekend is. Hoe dat moment zal uitpakken voor de machtsvorming moet nog blijken.
Het belette de Kamer niet met de keuze voor Vera Bergkamp als nieuwe voorzitter daarop voor te sorteren. Zo ging het eeuwige machtsspel ten koste van Khadija Arib, die sinds 2016 het sprankelende gezicht van de Tweede Kamer én de verbeelding van de Hollandse Droom was.
Hans Goslinga schrijft elk weekend een beschouwing over de staat van onze politiek en onze democratie. Lees ze hier terug.