Rina Knoeff – gezondheid en geschiedenis
Protesten en rellen in coronatijd zijn historisch te verklaren
De protesten en rellen tegen het coronabeleid passen historisch gezien in een patroon. Volgens Rina Knoeff, onderzoeker aan de Rijksuniversiteit Groningen en gespecialiseerd in medische geschiedenis, is maatschappelijke onrust tijdens epidemieën goed te verklaren vanuit een sociaal-economisch perspectief. Wat leert de geschiedenis ons?
auteur: Max de Haan
datum: januari 2021
website: https://www.ewmagazine.nl/nederland/achtergrond/2021/01/protesten-en-rellen-in-coronatijd-zijn-historisch-te-verklaren-801706/
1.Kwam protest, zoals nu tegen het coronabeleid, eerder voor?
‘Ja, bijna bij elke grote epidemie in de geschiedenis hebben we rellen gezien,’ zegt Knoeff. ‘Dat gebeurde wereldwijd, bijvoorbeeld in Europa tijdens de pestepidemie in de Middeleeuwen, maar ook vrij recent tijdens de ebola-epidemie in 2014, toen in Afrika werd gereld. De geschiedenis leert ons dat we daarom voorzichtig moeten zijn.’
Anders dan nu bleven in het verleden protesten in Nederland beperkt. ‘Tijdens de cholera-rellen in de negentiende eeuw gingen mensen in Rusland, Duitsland, Italië en Engeland de straat op, maar die protesten zijn grotendeels aan ons land voorbijgegaan.’
2.Waartegen werd in het verleden geprotesteerd?
‘Je ziet vanuit het verleden heel duidelijk dat wanneer er wordt gereld, dat zich richt tegen een autoritaire overheid en de opgelegde maatregelen.’ Regels als social distancing, quarantaine of een avondklok zijn van alle tijden, maar wat je vroeger zag, is dat wanneer mensen binnen moesten blijven ze hun inkomsten verloren. Dat was reden voor veel mensen om te gaan protesteren.’
In de geschiedenis zijn veel overeenkomsten te vinden met de huidige situatie. Knoeff noemt als voorbeeld het geweld tegen gezondheidsinspecteurs in de negentiende eeuw tijdens de cholera-uitbraken. ‘Die inspecteurs werden gezien als het verlengde van de autoritaire overheid. We zijn nu ook in een situatie beland waarin de dokters, of in elk geval het OMT, als een soort verlengstuk van de overheid worden gezien. Dan zie je dat mensen zich ertegen gaan keren.’
Ook ander protest, zoals tegen coronavaccinatie of mondkapjes, is volgens Knoeff niet nieuw. Ze noemt als voorbeeld de Engelse anti-vaxxers uit de negentiende eeuw en een beweging in de Verenigde Staten die tijdens de Spaanse griep in opstand kwam tegen het dragen van mondkapjes. ‘Net als nu ging de discussie erover dat het niet bewezen zou zijn dat ze werken.’
3.Wat verklaart maatschappelijke onrust tijdens een epidemie?
‘Wat heel vergelijkbaar is tijdens epidemieën is dat allerlei sociale onrechtvaardigheid rauw bloot komen te liggen, ook wel social toxins genoemd. Niet alleen sociale ongelijkheid en economische ongelijkheid, maar ook gezondheidsongelijkheid. Dat leidt in de maatschappij tot onrust, complotdenken en uiteindelijk ook tot rellen.’
Als voorbeeld noemt Knoeff de cholera-rellen in de negentiende eeuw, die bijna tot een soort klassenstrijd leidden. ‘De onderklasse kwam in opstand tegen de maatregelen en zei dat cholera was bedacht door de rijkere klasse om de armoede te kunnen bestrijden. Er werd gedacht dat quarantaine een middel was om af te komen van de armen.’
‘Ook in de huidige maatschappij zien we dat corona harder toeslaat bij de lagere sociale klassen, zoals armere mensen en mensen die boven op elkaar wonen.’ Volgens Knoeff gaat het op dit moment ook om intergenerationele ongelijkheid: ‘Jongeren worden in deze crisis hard getroffen.’ Bij de huidige virusbestrijding is er volgens haar heel weinig aandacht voor dit soort problemen en sociaal-economische klassen. ‘Terwijl je ziet dat het daar gaat ontsporen.’
4.Welke rol heeft de overheid bij onrust?
‘De overheid speelt altijd een rol in de onrust tijdens een epidemie,’ zegt Knoeff. Volgens haar kan de overheid er ook voor zorgen dat de situatie verbetert. ‘Op het moment dat een overheid zich welwillender opstelt, meer bereid is over maatregelen te onderhandelen en die meer weet aan te passen aan sociaal-economische omstandigheden, zie je dat rellen afnemen.’
Dat gebeurde volgens Knoeff tijdens de cholera-epidemie in 1831 in Berlijn. ‘De overheid greep toen keihard in, wat niet goed werkte. Ze gingen daarna meer in onderhandeling en er kwamen initiatieven voor liefdadigheid. De onrust en de rellen namen toen snel af.’
Wat kunnen we leren van de pandemieën van vroeger? Medisch historica Rina Knoeff trekt 7 ontnuchterende conclusies
Wie de geschiedenis niet kent, is gedoemd haar te herhalen. Zo luidt een oude spreuk. Wat kunnen we leren van de manier waarop er vroeger met pandemieën werd omgegaan? Gesprek met medisch historica Rina Knoeff over zeven opmerkelijke overeenkomsten tussen toen en nu.
Pest: de Zwarte Dood. Cholera: de Blauwe Dood. Spaanse Griep: de Windvlaag des Doods. Huiveringwekkende namen zijn het, voor dodelijke besmettelijke ziektes die miljoenen levens hebben gekost.
auteur: Inki de Jonge
datum: 3 mei 2020
website: Leeuwarder Courant
Medisch historica Rina Knoeff van de Rijksuniversiteit Groningen vindt dat er in deze coronatijd lessen te leren zijn van de manier waarop de mensheid door de eeuwen heen pandemieën onder controle heeft willen krijgen. Ze heeft recent beargumenteerd dat dat historici opgenomen zouden moeten worden in het Outbreak Management Team (OMT) van de regering. ,,Want hoewel de ziekte zelf veroorzaakt wordt door een nieuw virus, volgen de sociale en maatschappelijke reacties op de epidemie bekende patronen.’’
Eigenlijk, zegt ze, heeft iedere periode zijn eigen epidemie. ,,De pest in de middeleeuwen, pokken in de achttiende eeuw, cholera in de negentiende eeuw, en in de twintigste eeuw de Spaanse griep en de auto-immuunziektes als hiv/aids.’’
Terugkijken op de aanpak van die ziektes leidt tot opmerkelijke parallellen tussen toen en nu. En dat leidt tot zeven ontnuchterende conclusies.
1. De begrippen social distancing, contact tracing en groepsimmuniteit zijn eeuwenoud
Knoeff: ,,Tijdens de pokkenepidemieen in de achttiende eeuw bedacht de Britse dokter John Haygarth social distancing en contact tracing. Pokken was een ziekte die vooral kinderen trof. In die tijd dacht men dat ziektes zich verspreidden over heel lange afstanden via de lucht, en dat je daar weerloos tegen was. Haygarth ontdekte dat pokken zich vooral ontwikkelde in arme buurten waar mensen dicht op elkaar woonden en kinderen met elkaar op straat speelden. Dat was heel anders dan in de rijke gezinnen, waar de kinderen in grote huizen woonden en vaak binnen zaten. Dus raadde hij aan afstand te houden van elkaar. En als je besmet was, mocht je niet naar buiten. En je moest ook zeker niet bij iemand komen die extra vatbaar was voor die ziekte.’’
Er waren goedbedoelde experimenten die dat moesten afdwingen. ,,Kinderen met pokken moest je binnenhouden om te voorkomen dat de hele wijk ziek werd. Het effect was dat ook ouders binnen moesten blijven en niet konden werken. Ook pokkenhuizen boden geen soelaas. Vaak gingen hele gezinnen daar in quarantaine, inclusief broertjes en zusjes die niet besmet waren, je kan je dus voorstellen dat die ook ziek werden. Het was vrij dramatisch.’’
Haygarths experiment mislukte. ,,Hij heeft het allemaal gezegd en uitgeprobeerd, hij bedacht een systeem van contact tracing, dus dat je bijhoudt wie er besmet is en met wie die in contact is geweest, hij heeft zelfs arme gezinnen een financiële beloning gegeven om zich aan zijn regels te houden. Maar de armen zaten zo aan hun grens, die moesten de straat wel op om toch weer geld te verdienen.
Ook welgestelde burgers droegen bij aan het mislukken van de maatregelen. We zien in de geschiedenis dat zodra de rijken een zekere groepsimmuniteit hadden bereikt, zij zich niet langer in hun vrijheden wilden laten beknotten. Ook waren zij vaak niet langer bereid om mee te betalen aan inoculatieprogramma’s; inoculatie was een vroege variant van vaccinatie, waarbij mensen werden blootgesteld aan een beetje pus van een echte pokkenpatiënt. Waardoor de groepsimmuniteit niet echt bereikt werd.’’
2. Draagvlak vinden was altijd al een ding
Knoeff: ,,Hoe lang zitten we nu in quarantaine? Mensen worden dat zat, want je komt aan hun fundamentele vrijheden. We hebben tijdens epidemieën altijd wel geleefd met quarantainemaatregelen, maar een lockdown zoals nu, is bij mijn weten niet heel vaak goed afgelopen. Mensen moeten toch in hun levensonderhoud voorzien. Maar je ziet ook nu grote problemen ontstaan omdat mensen door misgelopen inkomsten in de knel raken. Te weinig begrip leidt tot rebellie.
Dat leren de cholerarellen.
,,We hebben cholerarellen gehad in heel Europa in de negentiende eeuw. In Hamburg, bijvoorbeeld, waar de ziekte was uitgebroken. Het liberale stadsbestuur had de haven dicht moeten gooien, maar deed dat niet. En toen ze wel maatregelen namen, waren die zo draconisch dat de armen in opstand kwamen. Mensen gingen de straat op om te protesteren. Er zijn historici die zeggen dat deze cholera-opstanden aan de basis hebben gestaan van een bredere klassenstrijd. De geschiedenis laat zien dat je wel al die medische maatregelen kunt nemen, maar als mensen zich te veel beknot voelen in hun vrijheid, als hun inkomen in gevaar komt, houden ze zich niet meer aan die regels.’’
3. De pandemie treft de onderkant van de samenleving het hardst
,,Je ziet bij iedere epidemie dat de sociaal-economische omstandigheden het verschil maken. De pest, die sloeg gewoon toe in de middeleeuwen. Het is niet te vergelijken met deze coronacrisis, mensen waren totaal weerloos toen. Je ging er heel snel aan dood, soms overleed 90 procent van de inwoners van een stad. We zien dat de rijke mensen de besmette steden uitgingen, de armen moesten blijven en werden dus ook het hardst getroffen. Ze werden ook vaak aan hun lot overgelaten. Tijdens een pestuitbraak in Londen in 1666 vluchtten alle doktoren de stad uit, waardoor de mensen waren overgeleverd aan apothekers en kwakzalvers die in het gat sprongen.’’
,,Ik vind het ironisch om te zien dat mensen die aan de rand van de samenleving staan, ook nu het zwaarst worden getroffen. Covid-19 legt de sociaal-economische verschillen en gezondheidsongelijkheid weer bloot, las ik laatst. Voor de kleinbehuisden, de vluchtelingen in de kampen is te weinig aandacht bij onze overheid. Er zijn wel hulpprogramma’s voor werkgevers en kleine zelfstandigen, maar eigenlijk is er niks voor mensen die in de probleemwijken wonen, voor wie de maatregelen moeilijker vol te houden zijn.’’
4. Er zijn vele antwoorden
,,Een belangrijke les van de medische geschiedenis is dat de geneeskunde niet met één stem spreekt. In de negentiende eeuw had je de aanhangers van het hygiëne-model, vooral in Duitsland: we moeten vooral heel schoon zijn en dan bannen we cholera uit. In Frankrijk stelden aanhangers van Louis Pasteur heel nadrukkelijk dat cholera wordt veroorzaakt door een bacil, we moeten vaccineren. Uiteindelijk bleek dat laatste het meest effectief, en dat zal ook nu het geval zijn. Tot die tijd zullen we het moeten doen met hygiënemaatregelen en gedragsregels.
We zijn geneigd te denken dat een geneeskundig probleem slechts één oplossing heeft, ik denk dat het goed is om te bedenken dat er altijd verschillende scenario’s mogelijk zijn. Zoals we de afgelopen week hebben gezien, wordt er ook binnen het OMT soms verschillend gedacht over oplossingen.’
5: Sociale controle, sociale onrust
,,Of er sociale onrust uitbreekt als er geen draagkracht wordt gevonden? Tja, als je naar de geschiedenis kijkt, is dat wel mogelijk. In de achttiende en negentiende eeuw had je systemen van gezondheidsinspecteurs die de mensen onder de duim moesten houden en ze konden beboeten als ze zich niet aan de regels hielden. In de achttiende eeuw werd een systeem opgetuigd waarin je mensen kon verklikken, de boetes werden vervolgens verdeeld onder de klager en de inspecteur. De mensen pikten dat uiteindelijk niet.
We hebben nu ook verkliklijnen, een drone die boven ons hoofd vliegt om te controleren of we genoeg afstand houden. De geschiedenis laat zien dat mensen zoiets wel even volhouden, maar niet heel lang. Dan helpt ‘hou vol’ niet meer.’’
6. Reinigen bestrijdt het gevaar
,,Hygiëne heeft altijd een belangrijke rol gespeeld in het bestrijden van ziekte. Ook in de middeleeuwen vonden mensen het fijn om zich te wassen. Stank, dacht men vroeger, stond voor gevaar. Men dacht dat je ziek werd door het inademen van slechte lucht. Er zijn koortsen geweest waar veel mensen aan stierven. De oorzaak, zei men, ‘ligt in de lucht’.’’
7. Mensen zoeken naar steun, toeverlaat en een oorzaak
Er zijn mensen die menen dat het nieuwe G5 netwerk het coronavirus veroorzaakt. Dit soort complotdenken is van alle tijden, mensen zoeken op de tast naar een oorzaak. En naar elkaar. ,,Culturele overtuigingen spelen een grote rol. Mensen moeten dealen met zo’n crisis. In de middeleeuwen dachten ze dat de Joden de pest hadden veroorzaakt. In Pruisen geloofden mensen dat choleramaatregelen van de overheid vooral werden gebruikt om hun huizen en bezit in te pikken.’’
,,Maar mensen zoeken ook steun. In de zeventiende eeuw organiseerden ze biddagen om God te vragen de bezoeking weg te nemen. Dat smeedde ook saamhorigheid. Ook nu worden de klokken elke woensdag geluid; dat de kerken nu leeg zijn is bij mijn weten vrij uniek. Mensen zoeken altijd naar manieren om toch contact te houden. Nu communiceren we met beeldschermen, tijdens de cholera-epidemie stuurden mensen elkaar brieven die ze eerst met chloor ‘berookten’ voordat ze ze op de post deden.’’
***
Knoeff pleit voor een multidisciplinair team
Rina Knoeff is voorstander van een multidisciplinair team dat het OMT kan adviseren. Als directeur van het Groningen Center for Health and Humanities organiseert ze een websminarreeks COVID-19 – what can humanities do? Want, denkt ze, de geesteswetenschappen zouden nu wel eens behulpzaam kunnen zijn.
,,Pandemieën zijn misschien nog meer een maatschappelijk dan een medisch probleemWant op dit moment kunnen we de ziekte vooral beheersen door maatschappelijke maatregelen en gedrag. Het is van belang om te realiseren dat de maatschappelijke reacties op pandemieën altijd verlopen volgens patronen. Historici kunnen dat goed analyseren. Duitsland heeft een commissie van 26 wetenschappers, Leopoldina, die de regering adviseert en daar zitten niet alleen virologen in, maar ook filosofen, gedragswetenschappers, historici. Ik vind zo’n brede opzet heel verstandig. Rutte blijft in het mantra: we moeten alleen naar de medisch specialisten luisteren. Dat is technocratisch en ik denk dat het uiteindelijk onvoldoende helpt.’’
Knoeff: De werkelijkheid is complex
Die pandemieën, wat kunnen we ervan leren?, vragen mensen Rina Knoeff geregeld. Hoe voorkom je dat het een herhaling van zetten wordt? Dan zegt ze dat die vraag nog nooit zo prominent aanwezig geweest is als nu.
,,Je ziet die vraag telkens terugkomen in de media en die wordt dan vervolgens beantwoord met succesverhalen over hygiëne. Ik vind dat versimpelde geschiedschrijving, de werkelijkheid is veel complexer. Medische succesverhalen wekken de indruk dat de medische wetenschappen deze crisis wel gaan oplossen zolang we maar wachten. Maar ik denk dat de geschiedenis van de cholerarellen misschien nog wel leerzamer voor ons is dan de hygiëneverhalen. Daarvan weten we al dat dat goed is. Verhalen over sociale onrust herinneren ons eraan dat het beheersen van een pandemie een zaak is van ons allemaal.’’
Bij cholera reageerde men niet anders dan nu
Toen premier Rutte op de persconferentie in maart zei dat de historici en juristen moesten terugtreden en ruimte geven aan de medici, was Rina Knoeff verbaasd. Want, vindt ze, een epidemie is zóveel meer dan de ziekte zelf.
auteur: Theo Klein
datum: 24 april 2020
website: Friesch Dagblad
Raar dat de overheid de coronacrisis alleen als medisch probleem ziet, vindt medisch historicus Rina Knoeff van de Rijksuniversiteit Groningen. ,,Niet omdat ik historicus ben, maar deze crisis is niet alleen medisch. Ze heeft ook veel maatschappelijke kanten. Pest en cholera zijn natuurlijk heel andere ziekten dan corona, maar de maatschappelijke reacties op maatregelen in tijden van epidemieën door de eeuwen heen vertonen wel veel gelijkenissen. En daar kunnen we van leren.”
Een van die leermomenten is dat mensen vroeg of laat tegen sociale isolatie in opstand komen. Het arme deel van de bevolking moet naar buiten om in het levensonderhoud te voorzien. Of ze komen in verzet omdat zij denken dat de overheidsmaatregelen vooral zijn bedoeld om hen onder de duim te houden. En de rijken weer zo snel mogelijk hun comfortabele leventje willen oppikken.
Opstand
,,Bij een van de cholera-epidemieën in de negentiende eeuw wilde de Hamburgse overheid eerst de haven niet dichtgooien, want dat zou grote verliezen voor de kooplui betekenen. Toen ze, nadat er velen onnodig waren gestorven, toch maatregelen namen, waren die te streng. De maatregelen raakten vooral de armen en die kwamen in opstand.”
Een ander bekend voorbeeld waar Rutte van kan leren, is volgens haar de pokkenepidemie in de achttiende eeuw in Engeland. De maatregelen die arts John Haygarth voorstelde, klinken ons heel verstandig in de oren: vaak schoonmaken, afstand bewaren, besmette gevallen in kaart brengen en immuniteit bevorderen. Het zijn bijna dezelfde maatregelen die het RIVM al weken predikt.
Maar Haygarths maatregelen hadden, op een enkel dorpje na, nergens het gewenste effect. ,,De armen konden zich de meeste van die maatregelen niet permitteren. Ze woonden op elkaars lip en moesten voor een inkomen de straat op. En bij het rijke deel van de bevolking was de bereidheid de regels te volgen direct over als er in hun omgeving voldoende immuniteit was.”
Ilussie
Het idee dat er nu in Nederland geen armen meer wonen en de achttiende-eeuwse sociale clash bij deze crisis geen rol speelt, is volgens haar een illusie. ,,Het maakt nogal wat uit of je in het Noorden woont, waar de meesten veel ruimte om zich heen hebben, of dat je in een flatje in de Randstad zit. En wat denk je dat de gevolgen zijn van de maatregelen voor daklozen en asielzoekers?”
De geschiedenis herhaalt zich weliswaar niet, maar menselijke reacties op crises als de huidige pandemie vertonen volgens haar wel grote gelijkenissen. ,,Tot nu toe hebben we ons over het algemeen keurig gehouden aan de voorschriften van de overheid. Maar ik denk dat de grens is bereikt. Steeds meer mensen raken bedreigd in hun bestaan. Ik hoorde op de radio al iemand voorspellen dat veel mensen social distancing op langere termijn niet meer pikken.”
De verlenging van bijna alle maatregelen, zoals die afgelopen dinsdag werd afgekondigd, is volgens haar een gemiste kans. ,,De bevolking was opgeroepen met ideeën te komen voor de anderhalvemetersamenleving. Daar is door ondernemers massaal en creatief op ingespeeld. Maar door al die ideeën is door het kabinet voorlopig weer een grote streep gezet. Daarmee ondermijn je het draagvlak en het vertrouwen van de bevolking.”
Outbreak management
Als het aan Knoeff ligt wordt het Outbreak Management Team snel uitgebreid met historici en andere ‘menswetenschappen’. Want ook voor de komende maanden is hun inbreng volgens haar van essentieel belang. ,,We komen nog voor genoeg lastige vragen te staan. Stel dat het westen en zuiden van Nederland zo’n mate van immuniteit bereiken, dat het leven daar weer op gang kan komen maar dat dat in het Noorden, tot nu toe behoorlijk gevrijwaard van corona, nog niet kan. Zijn ze in de rest van Nederland bereid zich toch aan de strenge regels te houden in belang van het Noorden? Of trekken ze zich, net als de rijken ten tijde van de pokkenepidemie in Engeland, niets meer aan van de nog kwetsbare landgenoten? Hoe ga je daar als overheid mee om en hoe voorkom je opstanden?”
Om de bijdrage van de menswetenschappen aan de crisis in kaart te brengen houdt het Groningen Centre for Health and Humanities, waar Knoeff directeur van is, een veertiendaagse webinar-reeks. Wie mee wil doen kan zich melden via [email protected].
“Er moeten historici in het Outbreak Management Team komen”
Een pandemie is geen medisch, maar een maatschappelijk probleem, vindt Rina Knoeff, directeur van het Groningen Centre for Health and Humanities. Toch luistert ons kabinet op het moment voornamelijk naar medici bij het maken van beleid. Historici zouden ons een schat aan waardevolle kennis kunnen bieden, maar worden op het moment nauwelijks gehoord. “Bijna alles is al eens gebeurd.”
Hoe vaak heeft u de afgelopen tijd een zin horen beginnen met ‘ik ben geen viroloog, maar…’? Of heeft u mensen horen klagen over anderen die hun zinnen zo zouden beginnen? In Nederland wil men graag naar ‘de experts’ luisteren, zoveel is inmiddels duidelijk. Maar deze veelgehoorde klacht geeft ook aan dat we op het moment uitsluitend naar een bepaald type expert willen luisteren: de medisch expert.
auteur: Toske Andreoli
datum: 22 april 2020
website: https://www.scienceguide.nl/2020/04/er-moeten-historici-in-het-outbreak-management-team-komen/
Rina Knoeff (Rijksuniversiteit Groningen) is iemand die de zin ‘ik ben geen viroloog’ af zou durven maken met ‘maar wel historicus’. Knoeff is zelfs medisch historicus, en ze was nogal verbaasd toen ze premier Rutte – zelf opgeleid als geschiedkundige – tijdens de persconferentie op 12 maart hoorde zeggen dat het advies van deskundigen belangrijk is “omdat dit een hoog gespecialiseerd probleem is en je moet oppassen dat niet een jurist of een historicus daar uiteindelijk alle besluiten nemen”. Knoeff: “Hij verwees waarschijnlijk naar zichzelf en minister Bruno Bruins die naast hem stond, maar ik vond het nogal wat om dat te zeggen.”
Want geschiedenis, en de geesteswetenschappen in het algemeen, zouden nu wel eens heel behulpzaam kunnen zijn, denkt Knoeff. Daarom organiseert ze met het Groningen Centre for Health and Humanities, waar ze directeur van is, de webinarreeks COVID-19: what can the humanities do? Een verslag van de eerste editie, waarbij Knoeff aftrapte met een pleidooi voor betere geschiedenislessen over epidemieën tijdens de huidige coronacrisis.
Liever geen succesverhalen
Knoeff begint met een ergernis. “Er wordt wel geschreven over eerdere epidemieën, maar dan worden extreem versimpelde en vaak naïeve parallellen met de Middeleeuwse pest of de Spaanse Griep getrokken. En die artikelen vragen altijd welke lessen we voor de huidige pandemie kunnen leren, maar ze geven zelden een goed beargumenteerd en geloofwaardig antwoord hierop.”
“Nederlandse media benadrukken vooral het succes van medische interventies in het verleden. Maar die wijzen ons alleen op wat we al weten. Ja, het staat buiten kijf dat hygiënische maatregelen in de negentiende eeuw hebben geholpen om cholera en difterie tegen te gaan, maar we hebben nu niets aan zo’n historisch feit. Zeep was een van de eerste dingen die uitverkocht raakten, daar hadden we geen extra herinnering voor nodig.”
Die focus op medische successen zijn zelfs riskant, vindt Knoeff. “Zo ontstaat de indruk dat de medische wetenschappen deze crisis wel gaan oplossen, zolang we maar stil zitten. Dat geeft een onterecht gevoel van veiligheid.”
Medische wetenschap is niet eensgezind
De medische wetenschap is namelijk feilbaar, en medische doorbraken zijn vaak veel gecompliceerder dan ze lijken. Knoeff noemt het voorbeeld van de beroemde Britse arts John Snow die in negentiende eeuws Londen ontdekte dat de cholera uitbraak te wijten was aan een besmette waterpomp. “Snows ideeën leidden tot hygiënische hervormingen en redden een heleboel levens. Hij wordt gepresenteerd als een medische held. Maar bijna niemand weet dat Filippo Pacini, een arts uit Florence, de bacil al in detail omschreven had. Hij had alleen niet genoeg politieke invloed en steun om het verschil te maken. Dit laat zien dat geneeskunde politiek is, dat moeten we nooit vergeten.”
Knoeff noemt daarnaast het voorbeeld van de Hongaarse arts Ignaz Semmelweis, die ontdekte dat artsen hun handen zouden moeten wassen. “Je zou denken dat hij daarvoor de hemel in is geprezen, maar niets is minder waar. Een bloederig schort was in die tijd een medisch statussymbool en Semmelweis’ ideeën werden bespot. De nobele geneeskunde gaat maar al te vaak over een hang naar succes in plaats van over de zorg voor patiënten.”
De succesverhalen geven bovendien de indruk dat de geneeskunde eensgezind de oplossing zal presenteren. “Maar we zien ook nu verschillende benaderingen. In Duitsland is bijvoorbeeld grote ruzie tussen het Robert Koch Institut, de Duitse variant van het RIVM, en een patholoog die lichamen van coronaslachtoffers ontleedt. Die laatste heeft ontdekt dat iedereen een onderliggende aandoening had. Dat vindt het Robert Koch instituut maar niets, omdat die de enige zeggenschap over medische zaken wil behouden en wil adviseren op basis van statistische modellen. Dus ze hebben autopsie afgeraden. De geneeskunde spreekt dus niet met één verenigde stem.” Het Robert Koch Institut heeft inmiddels, onder druk, de secties toch weer toegestaan.
De pandemie als maatschappelijk probleem
Een pandemie is in de eerste plaats een maatschappelijk en niet zozeer een medisch probleem, zegt Knoeff. “We moeten ons vooral realiseren dat sociaaleconomische en politieke factoren, culturele overtuigingen en aannames van het grootste belang zijn als we een pandemie willen tegengaan. En geschiedenis biedt ons de mogelijkheid dat te zien.”
Maar dan kunnen we beter kijken naar de vele mislukkingen, om valkuilen te vermijden. “De Britse arts John Haygarth ontwikkelde in de achttiende eeuw bijvoorbeeld allerlei interventies tegen de pokkenepidemie. Naast social distancing, oppervlakten schoonmaken, en een vorm van groepsimmuniteit, vond hij het contactonderzoek uit. Dat moet toch bekend in de oren klinken.”
“Je zou misschien verwachten dat Haygarths maatregelen heel succesvol waren, maar ze faalden jammerlijk. Ten eerste bleken sociaaleconomische verschillen onoverkomelijk. De armen bleven niet binnen vanwege hun magere inkomen en zodra een bepaald niveau van immuniteit was bereikt, waren de rijken niet meer bereid zich aan de regels te houden. En ten tweede voelden mensen zich bespied voor overheidsinspecteurs.”
En epidemieën bleken ook in het verleden voer voor complottheorieën. “Tijdens de Europese choleraepidemie in de negentiende eeuw ontstonden rellen. In Pruisen geloofden de relschoppers dat de ziekte een plan van de overheid was om van de lagere klassen af te komen.” Om de zoveel tijd ontstond er oproer in Europa rondom choleramaatregelen. “En die hadden meestal met klassenstrijd te maken. Hoe hooghartiger de heersende klasse en hoe langer de beperkende maatregelen, des te waarschijnlijker het verzet.”
Bijna alles is al eens gebeurd
Maar wat leren we nou van die mislukkingen en fouten uit het verleden? “We doen er goed aan voorzichtig te zijn met beperkingen van de persoonlijke vrijheid voor langere tijd. Er zijn nu al mensen die meer vrijheid in hun bewegingen en contacten nemen. Je kunt je niet voorstellen wat er gebeurt als het levensonderhoud van veel mensen echt in gevaar komt.”
“De belangrijkste vraag is hoe ons beleid sociaaleconomische verschillen meeneemt. Als je niet veel hebt, is het moeilijk om de regels op te volgen. Welke extra maatregelen nemen we voor mensen met een laag inkomen, daklozen of asielzoekers? Hoe groot wordt de ramp als corona bij deze groepen onder de radar blijft?”
“Als je nu naar het Outbreak Management Team kijkt, zie je dat alleen medici onze regering informeren. Dat zou moeten worden uitgebreid met andere disciplines. Historici zouden veel meer hun gespecialiseerde advies moeten laten horen. De geschiedenis schrijft ons niets voor, maar kan ons wel een spiegel voorhouden en tot goede vragen leiden. En historici hebben misschien niet de juiste antwoorden, maar ze zijn heel goed in staat kritische vragen te stellen.”
“Ik weet dat veel geschiedkundigen denken dat je niet kunt leren van het verleden, maar dit zijn ongewone tijden. Bijna alles wat we nu meemaken is al eens gebeurd en ik denk dat menselijke reacties op dit soort gevaren toen en nu heel erg overeenkomen. Waarom zou je die kennis en informatie niet gebruiken?”
Wil je meer weten over dit onderwerp?
Kijk op: https://www.dinekevankooten.nl/tag/politiek/
Voor een overzicht kijk op: https://www.dinekevankooten.nl/archief/overzicht-great-reset-corona/