Covid-19 door de bril van filosoof René ten Bos
Filosoof en ex-Denker des Vaderlands: ‘Mensen gaan niet dood aan corona, het virus geeft ze een zetje’
HET GESPREK
Het coronavirus dat de hele wereld in de greep heeft en duizenden mensenlevens kost, is slechts een virus vóór het virus. Dat is de overtuiging van René ten Bos, filosoof, hoogleraar aan de Radboud Universiteit Nijmegen en voormalig Denker des Vaderlands.
auteur: Jacqueline van Ginneken
datum: 16 augutus 2020
website: https://www.gelderlander.nl/nijmegen/filosoof-en-ex-denker-des-vaderlands-mensen-gaan-niet-dood-aan-corona-het-virus-geeft-ze-een-zetje~a20babf9/
René ten Bos vindt dat veel dingen tijdens de coronacrisis verkeerd gaan. Hij schreef er een boek over: “De coronastorm, hoe een virus ons verstand wegvaagde.”
De filosoof en voormalig Denker des Vaderlands analyseert de coronacrisis aan de hand van de 26 letters van het alfabet en zo ontstond een coronawoordenboek: van de A van Angst, de B van Beelden, de M van Mondkapjes, de W van Wattenstaafjes tot de Z van Zoönose.
Alle onderwerpen die met corona te maken hebben, komen in het ruim tweehonderd pagina’s dikke boek aan bod.
De titel van uw boek luidt: ‘De coronastorm, hoe een virus ons verstand wegvaagde’. Hoe zit dat?
René ten Bos: ,,Zoals het virus in het lichaam een kettingreactie veroorzaakte, zo veroorzaakt het ook een overreactie in de samenleving. Er is een epidemie en die brengt een nare ziekte met zich mee. Maar hoe bedreigd zijn wij als we kijken naar de cijfers van het aantal coronadoden?’’
,,Er zijn andere aandoeningen, ziektes en problemen die veel meer doden veroorzaken. Hongerslachtoffers, dat zijn gigantische aantallen. Waarom reageren we niet stoïcijnser op een ziekte als Covid-19 die vooral ouderen treft?’’
Waarom hebben we niet dezelfde houding als bij de griep, twee jaar geleden waarbij ook veel doden vielen?
,,Dat is een belangrijke vraag. Waarom veroorzaakt juist deze epidemie zo veel onrust? En waarom zijn we bereid grote delen van de economie stop te zetten?’’
,,We moeten mensen duidelijk maken waarom mensen sterven. Ze gaan dood aan het virus, wordt gezegd. Maar dat is niet zo, het virus geeft ze een zetje. Mensen hebben vaak al andere aandoeningen. De dood heeft nooit één oorzaak, dat is ook een les van deze crisis.
,,Voor de meeste mensen is het virus niet gevaarlijk. Soms word ik aangesproken als ik te dicht in de buurt van anderen kom, dus niet 1,5 meter afstand houd. Alsof ik een existentieel risico ben. Ik gun de mensen hun angst wel, ik ben niet zo bang.’’
,,Maar ik moet wel een beetje lachen om mensen die op een motor rijden met een mondkapje op en een helm op hun hoofd. Het is ook bizar en komisch wat er gebeurt. Ja, dat wil ik wel laten zien. We zijn wel in een Shakespeareaans toneelstuk beland waar tragiek en humor dicht bij elkaar liggen.”
Gelooft u in complottheorieën: Corona is een griepje?
,,Nee, daar neem ik nadrukkelijk afstand van. Ik denk dat ik te veel van wetenschap weet. Corona is echt een nare ziekte die de oudere generatie bedreigt. Ik ken verhalen van mensen die op de ic werken, verhalen van verpleeghuizen. Het verschil met complotdenkers is: zij denken het allemaal precies te weten. Mij gaat het vooral om de reactie van de politiek en om die lockdownmaatregelen.’’
Gaan die maatregelen te ver?
,,Dat is niet wat ik zeg. De maatregelen in maart waren bedoeld om de ic’s niet te overbelasten. Dat is te billijken. Het ging om het afvlakken van de stijgende curve. Nu lijkt het om iets anders te gaan: de eliminatie van het virus.’’
,,De grote vraag is: wat betekent het als politici zeggen dat we in oorlog zijn met het virus? Wij doen allemaal dingen om ons te wapenen tegen het virus, gewelddadige maatregelen zoals je geliefde niet mogen zien. Elkaar niet mogen aanraken, dat is een van de meest verbazingwekkende dingen.’’
,,War on virus, de eliminatie-oorlog is begonnen. Stel dat het dit najaar weer tot een grote uitbraak komt. Gaan we dan weer in een lockdown? Je ziet het elders al gebeuren.’’
,,Mensen worden beroofd van een deel van hun grondrechten. Het is een verontrustende gedachte dat het zo makkelijk gaat. Van het ene moment op het andere gingen de cafés dicht, waren er geen evenementen meer, geen festivals. Er werd een groot beroep gedaan op de solidariteit van jongeren voor ouderen. Ik heb een samengesteld gezin met zeven kinderen. Die zijn niet enthousiast over wat er gebeurt, dat geef ik je op een briefje. Het is bewonderenswaardig hoe laconiek ze zijn.”
Heeft u twijfels over het RIVM?
,,Hier en daar wel, maar ik neem het RIVM op zich niets kwalijk. De politiek soms wel. Het RIVM heeft geen gezag als het om de M van milieu gaat, maar bij de V van volksgezondheid is Jaap van Dissel de man waar we naar moeten luisteren.’’
,,Politici die acht maanden geleden het RIVM betwistten over de stikstofcrisis en die nu doodleuk zeggen: dit is man waar we naar moeten luisteren. Maar de ‘M’ en de ‘V’ hangen met elkaar samen. De coronaziekte slaat hard toe in gebieden met veel luchtvervuiling. Dat is een van de echte raadsels: verbazing over het feit dat milieu minder serieus genomen wordt dan de volksgezondheid.
,,We moeten eindelijk leren dat ‘V’ en ‘M’ met elkaar te maken hebben. Dus ophouden met het kappen van regenwouden waardoor we ons blootstellen aan virussen, stoppen met de intensieve vleesindustrie. Mensen gaan op een manier met dieren om die onwenselijk is.’’
,,Het coronavirus is een zoönotische aandoening, een ziekte die van dier op mens kan worden overgebracht, er gaat echt iets verkeerd. De Q-koorts in Nederland was een veeg teken. Virologen zeggen: ‘wat we nu hebben is het virus vóór het virus, het ergste moet nog komen’. Je hoopt dat de maatschappij gereset wordt om een pandemie als deze te voorkomen. Maar er is niet een makkelijke oplossing.’’
——————-
René ten Bos (1959) is sinds 2000 hoogleraar filosofie aan de Faculteit der Managementwetenschappen van de Radboud Universiteit in Nijmegen. Hij was van 2017 tot 2019 hij Denker des Vaderlands.
Hij groeide op in industriestad Hengelo, als oudste in een gezin van vier kinderen. Zijn vader was textielarbeider.
Na de middelbare school ging hij naar Nijmegen voor een studie filosofie aan de Radboud Universiteit en promoveerde aan wat toen nog de Katholieke Universiteit Tilburg heette.
Hij werkte daarna onder meer voor Business School Nederland, Business School Caribbean en Schouten & Nelissen. Daarnaast is hij bekend als spreker en docent.
Ten Bos is voetbal-, schaak- en poëzieliefhebber, ‘schrijver van veel te veel boeken en stamcaféganger’, zegt ie zelf. Hij woont met zijn gezin in Nijmegen.
Om te weten of iets een hype is, moeten we iets weten wat we niet kunnen weten, stelt filosoof René ten Bos.
‘Is covid-19 een hype?’ Om die vraag te beantwoorden moeten we ons vanzelfsprekend eerst wenden tot een andere vraag: wat is een hype? Op het eerste gezicht is deze vraag niet zo heel moeilijk te beantwoorden. Een hype is een mode of een rage. Amerikanen gebruiken het woord ‘fad’. Er zijn bijvoorbeeld managementhypes. Dat zijn managementtechnieken of managementconcepten die op een bepaald moment uitermate populair zijn om daarna weer plaats te maken voor andere hypes en in de vergetelheid te raken. Ziekenhuizen hebben heel wat van deze hypes gekend: van ‘lean’ management tot dienstbaar leiderschap (‘servant leadership’). Er zijn zelfs zogenoemde ‘healthcare hype cycles’, overzichten of grafieken die mensen in staat moeten stellen om te zien of ze met een hype of iets anders te maken hebben.
auteur: René ten Bos
datum: 11 december 2020
website: https://www.ntvg.nl/artikelen/covid-19-een-hype/volledig (Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde)
Een fundamenteel kenmerk van een hype is dat het gaat om een voorbijgaand verschijnsel. Er zit in de hype een zekere grilligheid. Het ene moment duikt hij op, het andere moment is hij weer weg. Het concept maakt langzaam maar zeker plaats voor andere ideeën. Deze stijgende en vervolgens dalende populariteit werd en wordt steevast in een grafiekje aangegeven met een klokcurve.
Hardnekkig
Het vergankelijke karakter van een hype neemt niet weg dat het om iets tamelijk hardnekkigs kan gaan. Het gaat niet altijd om iets wat zomaar verdwijnt. Vaak duikt een oud concept ook weer in een nieuw jasje op. Veel mensen doen eraan mee, zeker als het een ‘sympathiek’ concept betreft. Denk hier bijvoorbeeld aan dienstbaar leiderschap of aan transparantie. Dit zijn sympathieke concepten, omdat niemand graag van zichzelf zegt dat hij of zij niet dienstbaar of transparant is. Hoe dan ook, mensen nemen de taal over die zich rond dergelijke hypes ontwikkelt en volgen elkaar in hun spreken en in hun doen. Hypes leiden tot isomorfie: het verschijnsel dat veel mensen plotsklaps hetzelfde gaan zeggen of doen. Daarbij geldt over het algemeen een belangrijke wet: hoe langer een bepaalde gewoonte, levensvorm of een mode aanhoudt, hoe minder men geneigd is van een hype te spreken. Wat beklijft, verliest zijn status als hype. Men neemt het serieus.
Daarmee is ook duidelijk dat het woord ‘hype’ vaak pejoratief gebruikt wordt: wie een bepaald soort gedrag of mode omschrijft als een hype geeft te kennen dat hij of zij er niet positief over gestemd is. Een managementconcept omschrijven als een hype betekent dat je vindt dat ergens onterecht waarde aan wordt gehecht. Dat geldt niet alleen voor managementhypes, maar bijvoorbeeld ook voor een schrijver of een kunstenaar die plotsklaps in het centrum van de belangstelling staat. Als een recensent schrijver A of kunstenares B neerzet als een hype, dan geeft hij of zij te kennen dat het belang of de waarde van A of B ernstig overschat wordt. Op lange termijn zal, zo luidt dan het oordeel, het belang van A of B niet meer begrepen worden. De werkelijke waarde van A of B is niet iets wat zich laat afmeten op de korte termijn.
Informatie en desinformatie
Hypes hebben dus iets met informatie en desinformatie te maken. Er zijn mensen die er belang bij hebben iets wat eigenlijk niet zo belangrijk is toch heel belangrijk te maken. In dat verband gebruikt men vaak het werkwoord ‘hypen’. Je kunt een app, een game of inderdaad een concept, een boek of een andersoortig kunstwerk hypen. Dit is natuurlijk iets wat in het belang is van bepaalde mensen. De uitgevers en de schrijvers die destijds het ‘ontdekken van kerncompetenties’ door managers promootten, zijn binnengelopen. Zeker in tijden van social media en ‘fake news’ is hypen een strategie die uitermate veel geld in het laatje kan brengen.
Daarbij doet zich een interessante paradox voor. Bij het hypen komt veel informatie vrij die al snel ook desinformatie blijkt te zijn. Dat laatste maakt degene die ‘hypet’ niet uit. Het gaat om de efficiëntie van de hype en die heeft weinig te maken met bijvoorbeeld zoiets als waarheid of onwaarheid, maar bijvoorbeeld wel met geld. Maar zeker niet alleen met geld. Het gaat ook om gedrag. Wie het heeft over transparantie of integriteit, wil zeker ook dat er gedragingen komen die passen bij deze concepten. De (des)informatie moet mensen bereiken zodat ze op een bepaalde, door de bedenkers van de hype gewenste manier, gaan handelen. Dat die handeling gebaseerd is op onduidelijke informatie is evident: niemand weet echt wat kerncompetenties zijn, niemand weet echt wat de criteria voor goede of slechte kunst zijn, niemand kan van tevoren inschatten hoe lang het thema of ding dat men ‘hypet’ gaat beklijven, enzovoorts. De onwetendheid lijkt een voorwaarde voor de efficiëntie van de hype. Wie onwetend is, kan immers niet weerleggen.
Hoe weet de criticus, dat wil zeggen, degene die erachter komt dat informatie en desinformatie bij overdaad samenspannen, dat het daadwerkelijk om een hype gaat? Hij of zij claimt immers een positie die de onkritische volgers van de hype niet willen of kunnen accepteren. Hier is in de literatuur uitermate veel over gediscussieerd: de criticus pretendeert een weten dat de anderen niet hebben en dat veroorzaakt per definitie irritatie omdat die anderen niet kunnen geloven dat de informatiebronnen van de criticus beter zijn dan die van henzelf.
Niet-weten
Ik geloof dat we nu wel in de positie zijn om een hype preciezer te omschrijven: als critici weten we immers vrij precies wat een hype is. Ik noemde een aantal kenmerken: grillig, voorbijgaand, niet helemaal serieus en toch ook soms hardnekkig, efficiënt en invloedrijk. Daarbij wees ik op een interessante paradox: een hype doorprikken veronderstelt dat je iets weet wat je in feite niet kunt weten. Deze mogelijkheid van wel weten hoe het zit, wordt faliekant ontkend door wie wel in de hype geloven en misschien ook door anderen (ik denk hier aan beroepssceptici die sowieso de mogelijkheid van zeker weten ter discussie stellen).
De kern is dit: om te weten of iets een hype is, moeten we iets weten wat we niet kunnen weten. Daarmee breng ik iets tot uitdrukking wat mij in de huidige crisis van enorm belang lijkt te zijn: de moeilijke en verwrongen relatie tussen wat we weten en wat we niet weten. Er is enorm veel kenniswerk – men werkt zich een slag in de rondte om überhaupt een beetje te begrijpen wat er aan de hand is of om oplossingen te bedenken – maar ondertussen is er altijd, ook bij de kenniswerkers zelf, een ethos van het niet-weten. Wat bedoel ik daarmee? Alle kennis die langzaam maar zeker en met reuze-inspanningen opgebouwd wordt, dreigt constant te verdampen tegen een achtergrond van een soort tomeloze scepsis die steeds maar weer deze vraag herhaalt: hoe weet je wat je weet? Om het in één zin te zeggen: als ik beweer dat covid-19 een hype is, dan matig ik mij een betere kennispositie aan dan alle anderen die zeggen dat het geen hype is. Tegelijkertijd wil ik dat juist helemaal niet.
Gevoeligheid
Ik herhaal het nog een keer: als ik zeg dat het een hype is, dan plaats ik me in een positie die een wetenschap suggereert die men mij – terecht – niet zal willen gunnen. In het verleden schreef ik veel over bovengenoemde managementhypes. Ik wilde die hypes ontmaskeren en dat probeerde ik als braaf academicus te doen door ze precies het etiket ‘hype’ (of ‘gril’, ‘fashion’ of ‘fad’) op te plakken. Ik liet zien dat het begrip ‘kerncompetentie’ nergens precies was gedefinieerd of, liever gezegd, dat er wel dertig verschillende, elkaar tegensprekende definities in de literatuur waren. Tegelijkertijd waren overal mensen in organisaties werkzaam die heel enthousiast over ‘kerncompetenties’ waren. Kerncompetenties waren ‘cool’.
Ik geloof dat je dat laatste niet precies van covid-19 kunt zeggen, maar feit is dat veel mensen op een bepaalde overeenkomstige manier geaffecteerd raken door de (des)informatie die erover verspreid wordt. Een hype is wat dat betreft niets anders dan het verschijnsel dat mensen op een bepaalde manier gevoelig raken voor bepaalde soorten informatie. Wie frequent te horen krijgt dat we te maken hebben met ‘een onzichtbare vijand’ waarmee ‘we in oorlog zijn’, een vijand nota bene ‘die we moeten elimineren’ juist omdat hij ‘door alle grenzen heen gaat’ – welnu, deze persoon zal vroeg of laat geen informatie accepteren die het gevaar relativeert. Wat dat betreft, is de ‘gehypete’ informatie niets anders dan een soort van informationele incest: je bent alleen nog maar gevoelig voor informatie die de informatie die je al had versterkt. En alles wat daarbij van buiten komt, is cynisch, irrationeel of zelfs te kwader trouw. De hype sluit mensen af voor het andere geluid. Dat is precies waarom in de hype (des)informatie centraal staat. Ze genereert een gevoeligheid voor een bepaald type informatie en een ongevoeligheid voor een ander type informatie: ongevoeligheid voor informatie en gevoeligheid voor desinformatie.
Helder antwoord
Nu lijkt mijn antwoord op de vraag of covid-19 een hype is helder. Natuurlijk is het een hype. De intensiteit van de emoties die er door veroorzaakt worden, zal weer verdwijnen. Ook hier doen veel, elkaar tegensprekende definities de ronde. De ziekte is gevaarlijk en onschuldig tegelijk, iets wat de discussies alleen maar intenser maakt. Wie, zoals de Amerikaanse arts en epidemioloog John Ioannides, beweert dat de ziekte voor mensen onder de 70 doorgaans onschuldiger is dan de griep en voor mensen boven de 70 juist veel gevaarlijker, wordt ervan verdacht verwarring te stichten. Wie, zoals ikzelf, zegt dat mensen niet aan het virus maar met het virus sterven, waardoor er in strikte zin sprake is van een comorbiditeit, krijgt er in de mainstream pers van langs. Wie erop wijst, zoals mijn collega’s Ewald Engelen of Ira Helsloot, dat de sociale, psychologische of economische kosten van de bestrijding van het virus enorm zijn en suggereert dat de remedie mogelijk erger is dan de kwaal, overkomt hetzelfde.
Alles hangt bij hypes samen met de vraag naar die (on)gevoeligheid voor informatie. Mensen die inderdaad van mening zijn dat covid-19 een serieuze bedreiging voor de mensheid is, zullen niet begrijpen waarom iemand over een hype zou durven te spreken. Laat ik deze mensen het volgende meegeven. Een hype komt nooit alleen. In het kielzog trekt hij andere hypes aan. Steeds als ik lezingen over de huidige crisis geef, in het land of vanachter het scherm, krijg ik te maken met mensen die serieus geloven dat de crisis door kwade geesten uitgedokterd is. Ze wijzen me erop dat het virus in een laboratorium gemaakt is of dat er een samenhang is met G5-zendmasten. Dit zijn ook hypes. Voor mij leidt dat geen twijfel. Ik ben voor dit soort informatie ongevoelig. Ik geloof dat de kennisbasis ervoor ontbreekt. Maar dan wordt mij vaak verweten dat ik naïef ben. En hoe harder ik tegen de claims van de zogenaamde complotdenkers inga, hoe harder ze me het verwijt van naïviteit maken.
Ethos
Ik sprak hierboven over het ethos van het niet-weten. De term ontleen ik aan het werk van de Amerikaanse literatuurprofessor en informatietheoreticus Alan Liu die in zijn prachtige boek The laws of cool. Knowledge work and the culture of information uit 2004 spreekt van een ‘ethos of the unknown’. We moeten dit ethos niet verwarren met een oproep tot onwetendheid. Daar gaat het Liu niet om. Hij omschrijft zijn ‘ethos’ als een zone of verblijfplaats – ethos is Oudgrieks voor verblijfplaats – waar mensen uitsluitend binnen het hele systeem van de hedendaagse kennis lijken te werken en waar ze anderzijds tegelijkertijd, bij wijze van attitude en niet bij wijze van identiteit, ook buiten lijken te willen staan.
Of we iets een hype vinden of niet, hangt dus af van onze gevoeligheid voor bepaalde informatie. Wat de een informatie vindt, vindt de ander desinformatie. En omgekeerd. Daarmee wil ik niet zeggen dat er geen kwaliteitsverschillen qua informatie zijn, maar wel dat mensen zich op verschillende manieren hechten aan wat ze aan informatie binnenkrijgen. De een gelooft de epidemioloog eerder dan een bestuurskundige of statisticus. Bij een ander zal dat niet het geval zijn.
Filosoof René ten Bos: ‘Een avondklok is gewoon een vorm van angstbezwering’
In het coronadebat gaat het te weinig over de proportionaliteit van alle maatregelen, vindt René ten Bos. En nee, dat maakt de hoogleraar Filosofie nog geen virusontkenner, zegt hij. ‘Veel coronaregels worden puur genomen omdat de politiek daadkracht wil uitstralen.’
auteur: Stan van Pelt
datum: 19 januari 2021
website: https://www.voxweb.nl/nieuws/filosoof-rene-ten-bos-een-avondklok-is-gewoon-een-vorm-van-angstbezwering
Een maand. Zo lang moest de 9-jarige (stief)zoon van filosofiehoogleraar René ten Bos onlangs in quarantaine, vanwege opeenvolgende coronabesmettingen in zijn omgeving. Buiten alle proporties, vond de hoogleraar Filosofie van de Managementwetenschappen. ‘Daarmee praat je zo’n jongetje onnodig angst aan. Hij denkt ‘Ik weet niet wat er is, maar kennelijk ben ik gevaarlijk”. Dat doet wat met een kind hoor!’
Ten Bos haalt het voorbeeld aan om te laten zien dat er ook een andere kant aan de crisis zit. Kinderen en jongeren die angstig worden, niet naar school kunnen. Depressief worden. ‘De rapporten die je daarover leest stemmen niet positief. Maar denk ook aan het voorstel over het loten bij triages (dat een oude patiënt evenveel recht heeft op een ziekenhuisbed als een jonge, red.).’ Er is nu een hele generatie die denkt dat het kabinet hun belangen verwaarloost, zegt hij, en dat is een gevaar. ‘Ik zie de eerste Thierry Baudetjes alweer opstaan.’
Maakbaarheidsgedachte
Als filosoof wil hij dit soort tegengeluiden laten horen in deze crisis, vertelt de voormalig Denker des Vaderlands in zijn woonkamer in Nijmegen-Oost. Ten Bos vindt het problematisch dat er momenteel maar één dominant discours is, namelijk dat het aantal besmettingen koste wat kost omlaag moet, en dat bijna alle middelen daarvoor toegestaan zijn. ‘Kritiek daarop hoor je nauwelijks in de reguliere media. Terwijl: als iedereen het met elkaar eens is, gaat het mis. Als filosoof móet je daar gaatjes in proberen te schieten.’
Die gaatjes wil hij maken door te benadrukken dat het in een samenleving om méér gaat dan alleen de volksgezondheid. ‘Er spreekt een enorme maakbaarheidsgedachte uit alle coronamaatregelen, alsof je dit virus zou kunnen elimineren. Dat valt nog allemaal maar te bezien.’ Het gaat veel te weinig over welke prijs we betalen voor alle coronamaatregelen, zegt Ten Bos. ‘Je lost bepaalde problemen op, zoals opnames op de intensive care, maar krijgt er andere voor terug, bijvoorbeeld onder jongeren. Ik maak me ernstig zorgen of dat wel in verhouding is.’
De maatregelen zijn een noodzakelijk kwaad. We hebben te maken met een levensgevaarlijke pandemie.
‘Niet als je statistisch kijkt. Ja, we hebben er een pathogeen bij, maar – en als ik dit zeg worden mensen heel boos – het is toch niet veel meer dan een bejaardenziekte. Covid-19 slaat vooral toe in vergrijsde landen. Het is een hersteloperatie van de natuur, zou je kunnen zeggen. We hebben lang gedacht dat we boven de natuur staan, maar dat doen we dus niet. We worden knetterhard teruggeworpen.’
Ook jonge mensen krijgen corona en belanden in het ziekenhuis. Of houden nog lang klachten.
‘Natuurlijk, jonge mensen kunnen ook hevig geraakt worden – dat is met alle ziektes zo. Maar het zijn toch vooral de 70 en 80-plussers die overlijden, de babyboomers. Het patroon is precies hetzelfde als met de griep – ook helemaal geen onschuldige ziekte trouwens, dat is een wijdverbreide misvatting. Drie jaar geleden hadden we een waanzinnige griepgolf, maar toen reageerden we heel stoïcijns. Waarom gebeurt dat nu niet? Dat is de vraag die ik als filosoof heb.’
Misschien omdat de oversterfte toen, in de winter van 2017-2018, veel kleiner was, ongeveer 9.000? Volgens het CBS overleden vorig jaar 15.000 meer mensen dan verwacht – ondanks alle maatregelen.
‘Maar legitimeert dat alles wat er nu gebeurt? Volgens het meest pessimistische scenario van Hugo de Jonges ministerie zijn er op dit moment zo’n 170.000 mensen besmet. Dat is slechts een op de 105 Nederlanders. Maar ondertussen doen we alsof iedereen een biohazard is.’
‘Welbeschouwd draait deze epidemie helemaal niet om het aantal doden, maar om de overbelasting van de zorg. Kennelijk vinden we die sector zo belangrijk dat al het andere eraan opgeofferd moet worden. Niemand wil Bergamo-taferelen of triages. Ik denk dan bij mezelf: hoezo niet? Als je de reguliere zorg afschaalt, doe je in feite al aan triage – je maakt alleen niet zelf meer expliciet de keuze wie komt te overlijden.’
‘Als je geen triages wilt, waarom schalen we de gezondheidssector dan niet op, qua salarissen bijvoorbeeld? Ja, zorgmedewerkers krijgen nu duizend euro, maar dat is een eenmalige geste. Als de gezondheid het belangrijkste is wat we hebben, dan moet je het werken in de gezondheidszorg veel aantrekkelijker maken.’
Waardoor gebeurt dat niet, denkt u?
‘Vanaf de jaren negentig is de gezondheidszorg steeds meer gaan werken als een autoproductiebedrijf. Daar zat een managementideologie achter van vermagering en zo min mogelijk vlees op de botten. Lean management of just-in-time-management – ik heb daar veel over gepubliceerd. Schraalhans is keukenmeester. Dat is in tijden van onevenredige belasting niet verstandig. Daar komen we nu wel achter.’
Maar ook als de zorgcapaciteit groter is, is er veel oversterfte. Duitsland heeft vijf keer zo veel IC-bedden per hoofd van de bevolking, maar zit ook in lockdown. Dat lost het dus ook niet op.
‘Strikt gesproken weten wij helemaal niet welke strategie het beste is. Daarom moet scepsis veel nadrukkelijker aanwezig zijn in het debat dan tot nu toe het geval is, vind ik. Je moet twijfel hebben bij alles wat je doet. Het is evident dat afstand houden werkt, net als reduceren van contacten, maar veel andere coronamaatregelen worden puur genomen omdat de politiek daadkracht wil uitstralen.’
Heeft u een voorbeeld?
‘Kijk naar de mondkapjes, of de avondklok: dat zijn gewoon vormen van angstbezwering, een soort magische rituelen. Ja, mondkapjes helpen, maar hooguit 2 procent, en alleen als je ze optimaal gebruikt. Maar in het dagelijks gebruik héb je geen klinische omstandigheden – ik frommel ze ook in mijn achterzak.’
‘En wat betreft de avondklok, die nu rondzingt: die maatregel past bij de uitzonderingstoestand die we over onszelf afroepen. In de moderne geschiedenis hebben we alleen tijdens de Tweede Wereldoorlog zo’n spertijd gehad, zoals dat destijds werd genoemd. Het laat zien dat het virus niet onze vijand is maar onze angst voor dat virus.’
Is dat erg? Alle beetjes helpen toch?
‘Zeker is dat erg. Door iets te verbieden, of juist te verplichten, beperkt de regering de vrijheid van burgers. Er is geen epidemie geweest in de geschiedenis of overheden hebben getracht de grip op de populatie te verstevigen. Door beweringen als “dit is de grootste uitdaging sinds de Tweede Wereldoorlog” versterk je alleen maar de angst. Wat je daardoor nu krijgt is dat mensen gaan klikken als anderen de regels niet volgen. Lokale overheden moedigen daartoe ook aan.’
‘Coronafascisme’, noemde u dat in een interview met Café Weltschmerz (een YouTube-kanaal dat populair is onder complotdenkers, zie kader).
‘Ja, het is een vorm van fascisme zonder dat er fascisten zijn. Dat begrip heb ik ontleend van de filosoof Franco Berardi. Hij bedoelt daarmee dat we allemaal dingen doen die we niet willen. Toch doen we ze, met goede bedoelingen, omdat we ze noodzakelijk vinden. In de praktijk ontstaat er dan een situatie die je fascistisch kunt noemen. We verklaren massaal de oorlog aan het menselijk gedrag. Natuurlijke neigingen als knuffelen, of iemand omhelzen zijn nu fout verklaard. Terwijl iedereen weet hoe lastig gedragsverandering is. Ik vind dat griezelig, gewelddadig zelfs.’
Het alternatief is ook niet aanlokkelijk. Als je het virus laat rondwaren is de oversterfte nog vele malen groter. Dat ontwricht de maatschappij ook. En groepsimmuniteit ontstaat niet vanzelf, dat zagen we in Zweden en in de Braziliaanse stad Manaus.
‘Ik weet niet wat je moet beslissen, niemand weet dat. Maar van elke maatregel moet je als overheid ook naar de consequenties kijken. Ik hoop dat die urgentie die nu getoond wordt richting de gezondheidszorg, er straks ook is naar de jongere generatie. Zíj zijn degenen die straks alle miljarden moeten gaan betalen die nu geleend worden voor steunpakketten.’
‘En denk ook aan de lange termijn. Ook als dit virus voorbij is, zullen er weer nieuwe komen. Dat zagen we in het verleden ook, met de Mexicaanse griep, en SARS. Gaan we dan elke keer van lockdown naar lockdown? We denken nu vooral curatief – hoe kunnen we de boel oplossen? – door maatregelen als lockdowns en uiteindelijk het vaccin als een bijna religieuze verlossing. We zouden juist veel meer aan preventie moeten doen.’
In welke vorm?
‘Door beter om te gaan met het milieu. Virussen als corona zijn zoönotische aandoeningen (ziektes die van dier op mens overspringen, red.). Die ontstaan bij intensieve dierhouderij. Zo lang we vlees blijven eten, regenwouden blijven kappen, en onze productieketens over de hele wereld verspreiden zullen we dit soort uitbraken blijven meemaken. Niet voor niks begon de uitbraak in Europa in Lombardije. Die hele regio is qua handel totaal afhankelijk van China. Het is al lang duidelijk wat we moeten doen. De vraag is alleen: is er politieke bereidheid?’
‘Ik zie dat zwart in, want de overheid is notoir slecht in preventie. Ieder jaar zijn er nog altijd 20.000 tabaksdoden in Nederland. En ook de obesitasepidemie wordt alleen maar groter. Kijk naar wat je allemaal nog kunt kopen op de campus aan ongezond eten. Obesitas vergroot het risico op allerlei ziektes, óók op Covid-19.’
Ecologisch gezien wordt een populatie vroeg of laat ‘gereset’, zei u. Is het dan niet vechten tegen de bierkaai?
‘Ja, maar die ecologische blik botst natuurlijk wel erg met de morele kant van het verhaal. Ik blijf wel filosoof hè. Want wat ‘goed’ is voor de natuur kan natuurlijk enorm botsen met jouw en mijn belang.’
Niemand wil ‘voortijdig’ dood.
‘Precies. In feite kunnen we slecht met onze sterfelijkheid omgaan.’
Dat zegt Marli Huijer ook, uw voorganger als Denker des Vaderlands.
‘Ik ben het vaak met haar eens. Marli Huijer is net als ik filosoof – wij moeten dit soort gedachten gewoon formuleren. Het is onze taak om de ongemakkelijkheid te blijven voeden.’
Complotdenkers
De optredens van Ten Bos in verschillende media veroorzaakten de laatste tijd flink wat ophef. Een van de aanleidingen was een interview bij Café Weltschmerz, dat de titel kreeg “Is de Coronastorm fascistisch?”. YouTube-kanaal Weltschmerz is populair onder zelfverklaarde andersdenkenden. Ook vroeg Ten Bos in de kersteditie van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NtVG) zich af of corona een ‘hype’ is. Menigeen werd boos. ‘Delete yourself’, tweette Marino van Zelst bijvoorbeeld in reactie op het NTvG-artikel. Van Zelst is lid van het zogeheten Red Team dat kritisch volgt of de coronamaatregelen van het kabinet wel afdoende zijn. Ira Helsloot, hoogleraar besturen en veiligheid, noemde op LinkedIn Ten Bos’ NTvG-artikel juist een ‘mooi stuk’. Dat bericht werd dit weekend echter door LinkedIn verwijderd, omdat het zou ingaan tegen de ‘Professional Community Policies’.
Hype, fascisme, is Ten Bos complotdenker of virusontkenner geworden? ‘Nee, natuurlijk niet’, zegt hij zelf daarover. ‘Ik sta volledig achter maatregelen als handen wassen of afstand houden. Ik houd me doorgaans ook aan alle maatregelen. In mijn NTvG-artikel geef ik een precieze informatietheoretische definitie van een ‘hype’, namelijk als iets wat zoveel stof doet opwaaien dat er tegelijk veel informatie én desinformatie wordt gegenereerd. Dat is precies wat je nu ook ziet gebeuren.’ Hetzelfde geldt voor de opmerkingen over fascisme, zegt hij. ‘Ik zeg niet dat de regering uit fascisten bestaat – natuurlijk niet – maar dat de coronaregels tot een soort fascistoïde situatie kunnen leiden.’
Dat de gemiddelde lezer of kijker andere associaties heeft met een hype of met fascisme, is niet iets waar Ten Bos zich druk over maakt. ‘En wat is mis met interviews geven aan Café Weltschmerz? Die club is toch niet verboden? Het is schandalig dat mensen mij erop aanspreken dat ik daar zit. Dat zoiets gebeurt, is zorgwekkend. Juist nu wil ik met alles en iedereen in gesprek.’ Dat sommigen hem het liefst willen deleten laat volgens hem al zien hoe radicaal tegengeluiden verbannen worden.
Ten Bos is niet bang dat complotdenkers hem voor hun karretje willen spannen. ‘Sterker nog, op de website van Café Weltschmerz kreeg ik er flink van langs omdat ik juist te gematigd zou zijn. Ik ga niet mee in ideeën als dat het virus in het lab gemaakt zou zijn.’ Maar je moet wél luisteren naar complotdenkers, benadrukt hij. Dat zij in zijn ogen verkeerde conclusies trekken vindt Ten Bos minder belangrijk dan de oprechte zorgen die ze hebben. ‘De bestormers van het Capitool in Washington waren ook echt niet allemaal gekkies. Kijk naar Pfizer (het bedrijf dat het eerste vaccin maakte, red.), dat heeft een notoir verleden op het gebied van corruptie. Politici zijn net zo opportunistisch als die bedrijven. Het zou raar zijn als we al die partijen nu opeens zomaar ons vertrouwen schenken in plaats van dat we ze kritisch volgen.’
Er zijn goede redenen voor de avondklok-rellen – René ten Bos
Politici veroordelen de avondklok-rellen in harde bewoordingen. Premier Mark Rutte zei dat het geen zin heeft om je in de sociologische oorzaken te verdiepen – dit is gewoon ‘losgeslagen tuig’. Filosoof René ten Bos windt zich op over die onwil om te duiden. Want de woede komt wel degelijk ergens vandaan.
schrijver: René ten Bos
datum: 28 januari 2021
website: https://www.filosofie.nl/er-zijn-goede-redenen-voor-de-avondklok-rellen/
Iedereen is verbaasd over de woede die door de straten van Nederland waart. Het gaat, zo luidt het bijna unanieme oordeel, om gekken, vandalen en criminelen. De politici waren er als de kippen bij om in alle toonaarden de relschoppers te veroordelen. Ze namen al een schot voor de rechterlijke boeg en eisten zware straffen.
Op het eerste gezicht valt er tegen alle boosheid over de rellen weinig in te brengen. Wie bakstenen door ruiten van ziekenhuizen gooit, schijnt inderdaad door alle goede geesten te zijn verlaten. Zoiets moet onze minister-president ook hebben gedacht. Hij zei dat hij helemaal geen zin had zich in sociologische oorzaken te verdiepen.
Groter dan de onwil je te verdiepen in de achtergronden van welke rebellie dan ook kan domheid niet worden. Ga er, bij wijze van voorzorgsprincipe, maar vanuit dat men altijd goede redenen heeft in opstand te komen. On a raison de se révolter. Filosofen, zeker die met revolutionaire sympathieën, hebben nooit moeite goede gronden voor de revolutie te vinden. Er is altijd ergens onderdrukking, uitbuiting, egoïsme, geweld en onrechtvaardigheid. Er zijn mensen die het niet pikken en het verdommen passief te blijven.
Redenen voor de rellen
Al voor de coronacrisis was het al behoorlijk onrustig in Europa. Denk aan boeren of aan gele hesjes. Het lijkt alweer een eeuwigheid geleden. Ook al hoeft men het niet met deze mensen eens te zijn, men twijfelt niet aan goede redenen. Bij de coronarellen is die twijfel er wel.
Toch zijn er misschien, tegen alle schijn in, redenen voor het oproer. Het lijkt me in ieder geval verstandig dat we ons moeten verdiepen in de mogelijkheid dat er wel degelijk goede redenen zijn. Dat het oproer een verkeerde expressie krijgt, zoals de bakstenen door de ruiten van ziekenhuizen, hoeft geen smet te werpen op die redenen. Je kunt om goede redenen het verkeerde doen, precies zoals je ook om verkeerde redenen het goede kunt doen. Goede (of slechte) redenen gelijkschakelen met goede (of slechte) daden is op zijn zachtst gezegd onverstandig.
Zijn er nu goede redenen? Laat ik er één noemen: wie kaatst, kan de bal verwachten. Op de radio hoorde ik dat de luisteraars de vraag gesteld kregen of deze rellen niet on-Nederlands waren. Dat behoorde natuurlijk bij de propaganda waar de publieke omroep zich gedurende de crisis aan schuldig maakt. Niemand die kennelijk op het idee kwam zich af te vragen of de avondklok niet on-Nederlands is.
Nee, de relschoppers zijn tuig uit een ander universum. Dat de avondklok een ongehoord heftige maatregel is die, zeker bij jongeren van wie het bestaan gedurende de crisis in de richting van zinloosheid tendeert, wel een reactie moet uitlokken, komt vervolgens niet meer op. Geweld genereert geweld, net zoals zinloosheid meer zinloosheid.
Wil je meer weten over dit onderwerp?
Kijk op: https://www.dinekevankooten.nl/tag/politiek/
Voor een overzicht kijk op: https://www.dinekevankooten.nl/archief/overzicht-great-reset-corona/