Vergeving zonder rechtvaardigheid is goddeloos
Een Bijbelse Beschouwing op Schuld, Erkenning en Herstel
Vergeving is een centraal begrip in het christelijk geloof, vaak geroemd als de hoogste uiting van liefde en genade. Toch rijst in veel pastorale en maatschappelijke contexten de vraag: Is vergeving mogelijk zonder gerechtigheid? En: Wat gebeurt er met het slachtoffer als vergeving te snel, te gemakkelijk of zonder erkenning van schuld wordt verlangd of gegeven?
In dit artikel verkennen we de diepe samenhang tussen vergeving, schulderkenning, gerechtigheid en het herstellen van grenzen, vanuit bijbels-theologische invalshoek én menselijke ervaring.
De illusie van goedkope vergeving
In veel christelijke tradities wordt vergeving voorgesteld als een daad van innerlijke kracht: het loslaten van wrok om zelf vrij te kunnen leven. Maar als deze oproep tot vergeving losstaat van waarheid, erkenning en gerechtigheid, ontstaat er een gevaarlijke vorm van goedkope vergeving — een term die onder anderen Dietrich Bonhoeffer hanteerde in zijn verzet tegen oppervlakkige genade.
Vergeving zonder waarheid is geen vergeving, het is verdringing.
Zonder dat de dader zijn schuld erkent, blijft de macht van het kwaad in stand. De zonde wordt niet benoemd, de gevolgen worden niet erkend en de grens van het slachtoffer wordt opnieuw overschreden — dit keer door een moreel of religieus appel op vergeving zonder dat er recht is gedaan.
Vergeving in de Bijbel: Gods prerogatief, menselijke roeping
In de Bijbel is vergeving nooit lichtvaardig. Het is een daad van God, maar altijd in samenhang met bekering, belijdenis en recht. In het Oude Testament gaat vergeving gepaard met offers, herstelbetalingen, en openbare erkenning van zonde. In het Nieuwe Testament is vergeving alleen mogelijk door het kruis — een plaats waar schuld en gerechtigheid elkaar ontmoeten.
Jezus zegt in Lucas 17:3-4: “Als je broeder zondigt, wijs hem terecht. En als hij berouw heeft, vergeef hem.” Hier klinkt iets cruciaals: berouw is een voorwaarde voor vergeving. Er is een gesprek, er is confrontatie, en er is ruimte voor erkenning en ommekeer.
De rol van de dader: Schuld erkennen als voorwaarde
Zonder schulderkenning is vergeving moreel leeg. Het is niet alleen de dader die iets ‘fout’ heeft gedaan; er is iemand gekwetst, iets kapot gemaakt, grenzen zijn overschreden. Wanneer deze werkelijkheid niet erkend wordt, blijft het slachtoffer alleen achter met het puin — en wordt er soms zelfs geestelijke druk uitgeoefend om te ‘vergeven’.
Echte vergeving begint met waarheid spreken. Dat betekent: de dader moet benoemen wat er fout is gegaan, erkennen wat dat heeft aangericht, en verantwoordelijkheid nemen voor herstel.
Wat er gebeurt bij het slachtoffer: grenzen en recht
Wanneer vergeving gevraagd of gegeven wordt zonder erkenning van schuld, blijft het slachtoffer in de kou staan. De psychologische en geestelijke schade kan verdiept worden. Er is geen heling mogelijk waar geen ruimte is voor verdriet, boosheid en grensbewaking.
Vergeving zonder gerechtigheid eist vaak een te hoge prijs van het slachtoffer: het verlies van eigenwaarde, het gevoel gehoord en gezien te worden, en het recht op bescherming.
In veel misbruikzaken binnen kerken zien we dit mechanisme terug. Daders worden ‘vergeven’ zonder dat zij schuld erkennen of dat de structuren van macht en misbruik worden aangepakt. Dit leidt tot secundaire traumatisering van slachtoffers en ondermijnt het moreel gezag van de kerk.
De roep om recht: vergeving én gerechtigheid
In de Bijbel gaan vergeving en gerechtigheid hand in hand. Psalm 85:11 zegt: “Liefde en trouw ontmoeten elkaar, gerechtigheid en vrede kussen elkaar.” Vergeving betekent niet: het kwaad wegpoetsen. Het betekent: het kwaad onder ogen zien, benoemen, en vervolgens – als de dader zich bekeert – ruimte scheppen voor een nieuwe relatie.
Zonder gerechtigheid is er geen echte vrede.
Gods vergeving aan mensen komt niet voort uit het negeren van zonde, maar uit het dragen ervan – in Christus. Dat is geen “vergeten”, maar radicaal erkennen wat fout ging, en het vervolgens transformeren door liefde en recht.
6. Wat dan wel? De weg naar herstel
Vergeving is mogelijk, maar niet goedkoop. Er is een proces nodig:
- Waarheidsvinding: Wat is er precies gebeurd?
- Schulderkenning: Durft de dader verantwoordelijkheid te nemen?
- Grenserkenning: Wordt het slachtoffer serieus genomen?
- Herstel van recht: Kan er iets worden hersteld – materieel of relationeel?
- Vergeving als keuze: Kan het slachtoffer, vanuit een veilige positie, kiezen voor vergeving?
Pas als deze elementen aanwezig zijn, kan vergeving werkelijk helend zijn.
Conclusie: Alleen God kan het onmogelijke
Uiteindelijk is het waar: alleen God kan volledig en rechtvaardig vergeven. Want alleen Hij kent het hart, ziet de hele waarheid, en draagt de schuld. Wij als mensen mogen in zijn voetsporen treden, maar nooit zonder de roep om waarheid en gerechtigheid te laten klinken.
Vergeving is een wonder – maar alleen daar waar ook recht wordt gedaan.

“Zeventig maal zeven maal”: Vergeving met open ogen
In veel christelijke gesprekken over vergeving wordt een uitspraak van Jezus vaak als ultieme maatstaf aangehaald: “Niet tot zeven keer, maar tot zeventig maal zeven maal moet je vergeven.” (Matteüs 18:22) Het lijkt een oproep tot grenzeloze vergeving — een verplichting zelfs, ongeacht wat de ander heeft gedaan of nagelaten. Maar wat betekent deze uitspraak werkelijk? En hoe verhoudt ze zich tot gerechtigheid, waarheid en de grenzen van het slachtoffer?
Een nauwkeurige lezing van de bijbelse context laat iets heel anders zien dan oppervlakkige of “goedkope” vergeving. Jezus roept ons niet op tot vergeving met gesloten ogen, maar tot een houding die geworteld is in waarheid, berouw en een verlangen naar herstel. Laten we dieper kijken.
De context van Matteüs 18: een hoofdstuk over gemeenschap, zonde en herstel
De beroemde uitspraak van Jezus komt uit Matteüs 18, een hoofdstuk dat helemaal draait om relaties binnen de gemeenschap van gelovigen. Daar gaat het over verloren schapen, over hoe om te gaan met mensen die zondigen, over het aanspreken van elkaar, en over vergeving — maar altijd in de context van herstel van relaties door waarheid en gerechtigheid.
In vers 15-17 zegt Jezus nadrukkelijk:
“Als je broeder tegen je zondigt, wijs hem dan onder vier ogen terecht. Als hij naar je luistert, heb je je broeder gewonnen.”
Jezus beschrijft hier een proces van confrontatie en gesprek, met als doel: het herstellen van de relatie. Maar als de dader niet luistert, moeten er anderen bij gehaald worden. En als hij dan nog weigert om schuld te erkennen, “laat hem dan voor jou als een heiden of tollenaar zijn” — dat wil zeggen: de relatie wordt op afstand gezet.
Dit laat zien: Jezus roept ons niet op tot kritiekloos vergeven, maar tot waarheidsgetrouwe, volwassen relaties waarin ruimte is voor grenzen én genade.
Wat betekent “zeventig maal zeven maal” dan echt?
Petrus stelt de vraag aan Jezus: “Hoe vaak moet ik mijn broeder vergeven? Tot zeven keer toe?” Hij denkt ruimhartig te zijn. Maar Jezus verruimt het radicaal: “Niet zeven keer, maar zeventig maal zeven keer.”
In de joodse cultuur is dit geen letterlijk getal, maar een symbolische manier om een oneindige bereidheid aan te duiden. Niet: “tel tot 490”, maar: “hou je hart open voor vergeving.”
Toch betekent dit niet dat elke zonde automatisch vergeven moet worden, zonder dat de ander zijn verantwoordelijkheid neemt. De hele context van Matteüs 18 leert het tegenovergestelde. Jezus spreekt juist over aanspreken, berouw, verantwoording — en dán vergeving.
De gelijkenis van de onbarmhartige dienaar: genade vraagt om wederkerigheid
Om zijn punt kracht bij te zetten, vertelt Jezus na deze uitspraak de gelijkenis van de onbarmhartige dienaar (Matteüs 18:23-35):
- Een koning scheldt een knecht een gigantische schuld kwijt.
- Diezelfde knecht weigert vervolgens een kleine schuld van een collega kwijt te schelden.
- De koning hoort dit, wordt woedend, en zegt: “Had jij geen medelijden moeten hebben, zoals Ik met jou had?”
- De knecht wordt overgeleverd aan de folteraars.
Jezus sluit af met de waarschuwing: “Zo zal ook mijn hemelse Vader met ieder van jullie handelen die zijn broeder of zuster niet van harte vergeeft.”
De kern: wie vergeving ontvangt, moet ook bereid zijn die te geven. Maar het gaat om hartelijke vergeving, niet om een verplicht nummer. En: deze gelijkenis veronderstelt dat de eerste stap is gezet – dat de dader schuldbesef toont en om genade vraagt.
Vergeving zonder waarheid is geen heling
Wanneer de uitspraak van Jezus over “zeventig maal zeven maal” gebruikt wordt als morele druk om slachtoffers stil te houden, of om daders te beschermen tegen verantwoordelijkheid, dan wordt de tekst misbruikt.
Vergeving zonder erkenning van schuld is géén vergeving, maar een spiritueel schijnritueel. Het laat het kwaad voortbestaan onder een vroom jasje. Slachtoffers raken nog dieper beschadigd wanneer ze onder religieuze druk hun grenzen moeten opgeven. Dan wordt vergeving een instrument van onderdrukking.
De Bijbel laat iets heel anders zien: dat vergeving alleen vrucht draagt waar ook gerechtigheid geschiedt. In het Oude Testament gaat vergeving samen met offers en herstelbetalingen. In het Nieuwe Testament is het kruis van Christus het dieptepunt van lijden, schuld en recht — pas daarna komt opstanding en verzoening.
Grenzen van het slachtoffer zijn heilig
Een onderbelicht aspect in veel christelijke reflecties op vergeving, is de vraag: Wat gebeurt er bij het slachtoffer? Wat betekent het als je iemand vraagt om “gewoon te vergeven”, terwijl er geen schuld wordt erkend? Dan is er opnieuw een grensoverschrijding.
Werkelijke vergeving vraagt ook om een veilige ruimte waarin het slachtoffer mag zeggen: “Tot hier en niet verder.” Pas vanuit veiligheid, erkenning en autonomie kan vergeving een helende keuze worden, geen morele last.
Wat betekent vergeven dan echt – in het licht van Matteüs 18?
- Vergeven is geen excuus voor onrecht, maar een weg naar herstel.
- Jezus vraagt een hartshouding van openheid – niet van naïviteit.
- Vergeving veronderstelt waarheid: dat zonde wordt benoemd.
- Grenzen van slachtoffers zijn heilig en mogen niet worden genegeerd.
- Vergeving komt pas tot bloei wanneer gerechtigheid en schulderkenning worden nagestreefd.
- Alleen God kan volledig vergeven, want alleen Hij kent alle waarheid en draagt alle schuld.
Vergeving met open ogen
“Zeventig maal zeven maal” is geen gebod tot grenzeloze zelfopoffering, maar een uitnodiging tot een houding van vergeving die leeft binnen de kaders van waarheid, berouw en gerechtigheid. Jezus roept ons niet op tot vergeving met gesloten ogen, maar tot liefde die de waarheid niet uit de weg gaat.
Vergeving is een mysterie. Ze is niet goedkoop, maar kostbaar. Ze vraagt om moed, om waarheid, om genade. En soms ook: om geduld.
Want waar gerechtigheid ontbreekt, wordt vergeving geen heling — maar herhaling van het kwaad.
Lees ook:
‘Ik ben verliefd op een ander‘
‘Mijn partner is verliefd op een ander‘
wraak-bij-vreemdgaan/