Het Verhaal van de Kreeft
Rabbi dr. Abraham Twerski, een gerespecteerde Joodse geleerde en psychiater, spreekt in verschillende lezingen en boeken over spirituele en psychologische thema’s, en hij heeft vaak het idee gepromoot dat we veel kunnen leren van de natuur en de dieren om ons heen. In een van zijn toespraakjes bespreekt hij de kreeft als voorbeeld van een diepgaande les in het leven.
Volgens Rabbi Twerski heeft de kreeft iets belangrijks te leren over persoonlijke groei. De kreeft is een dier dat zijn harde schild niet kan laten groeien; in plaats daarvan moet de kreeft zich van zijn oude pantser ontdoen wanneer hij te groot wordt en een nieuw, groter schild vormt. Dit proces van “uit je oude huid komen” is pijnlijk, maar noodzakelijk voor groei. Rabbi Twerski legt uit dat dit symbool staat voor persoonlijke ontwikkeling. Net zoals de kreeft zijn oude pantser afgooit om een nieuwe fase van groei te bereiken, moeten ook wij oude, beperkende overtuigingen en gewoonten loslaten om onze volledige potentie te bereiken.
Deze les van de kreeft benadrukt de waarde van verandering, zelfs als het ongemakkelijk of pijnlijk is. Groeien vereist dat we bereid zijn om het bekende los te laten en onszelf open te stellen voor het onbekende, zelfs als dat gepaard gaat met onzekerheid en uitdagingen. Het proces van verandering is onvermijdelijk als we willen evolueren en onszelf verbeteren, zowel geestelijk als emotioneel.
Rabbi Twerski moedigt aan om niet bang te zijn voor de pijn van verandering, maar juist deze als een teken van groei en vooruitgang te zien. Door de les van de kreeft kunnen we leren om sterker en wijzer te worden naarmate we onszelf ontwikkelen. (zie het filmpje van Rabbi Twerski onderaan deze pagina).
Maar eerst een verhaaltje:
De oceaan was rustig die dag.
Het zonlicht gaf breekbare glinsteringen over het water, en de vissen zwommen in kalme cirkels.
De kreeft, echter, bewoog langzaam langs de rotsen, zijn scharen slepend over de zandbodem.
Hij leek niet zijn gebruikelijke zelf: zijn bewegingen waren traag, zijn blik afwezig, en hij leek moe, alsof een zware last hem vertraagde.
De vis, die altijd snel en speels was, zag de kreeft en stopte even. Hij draaide zich om en zwom naar hem toe, nieuwsgierig.
Vis: “Hé, Kreeft… je ziet er vermoeid uit. Wat is er aan de hand?”
De kreeft keek op en liet zijn scharen zuchtend zakken. Zijn ogen waren dieper dan normaal, gevuld met een stille kracht die bijna niet te begrijpen was.
Kreeft: “Ja… ik ben vermoeid. Het voelt alsof ik altijd hetzelfde hetzelfde schild draag en het lijkt of mijn krachten afnemen want het is te zwaar. Ik kan me bijna niet meer bewegen. En nog erger… het lijkt alsof ik te dik ben geworden want het voelt als beknellend en knellend aan.
De vis zwom dichterbij en keek naar de kreeft, die zijn schild stevig om zich heen had. Het was bedekt met scheuren en slijtage, de sporen van de tijd die verstreken was.
Vis: “Maar je hebt altijd je schild gedragen. Het is wat je beschermt. Waarom zou je het willen afwerpen?”
Kreeft: “Dat is juist het probleem,” antwoordde de kreeft, zijn stem zacht. “Het schild was ooit mijn bescherming, mijn veiligheid. Maar het is niet meer hetzelfde. Het past niet meer. Het voelt alsof ik vastzit in het oude. Mijn bewegingen zijn beperkt, mijn pad wordt kleiner. Mijn schild heeft me beschermd tegen de wereld, maar het heeft me ook gescheiden van alles eromheen. Van de oceaan zelf.”
De vis keek naar het oude schild van de kreeft. Hij begreep niet meteen wat de kreeft bedoelde, maar voelde de ernst in zijn woorden.
Vis: “En… wat nu? Ga je minder eten? Of wil je je schild afwerpen? Kan dat? Wat gebeurt er dan? Hoe bescherm je jezelf zonder dat schild?”
De kreeft keek naar de horizon van de oceaan, waar het licht de wateroppervlakte streelde. Hij voelde de oceaan diep in zijn ziel, alsof het hem uitnodigde om iets te doen dat hij niet helemaal begreep en daarom niet wilde.
Kreeft: “Ik ben zo bang! Ik probeer me aan het schild aan te passen, maar het lukt me niet. Het schild is alles voor mij, maar het klopt niet meer. Ik kan het niet meer! Het oude schild beschermt me, ja, maar het voorkomt ook dat ik verder kan groeien. Het is tijd om te vervellen, zelfs al betekent dat dat ik kwetsbaar ben. Want alleen door die kwetsbaarheid kan ik echt mezelf vinden.”
De vis was stil. Het idee van kwetsbaarheid was vreemd voor hem, een vis die door de oceaan snel kon bewegen en altijd zijn vrijheid had gevoeld. Maar de kreeft had altijd zo’n stevig schild gedragen, hoe kon dat dan ineens geen bescherming meer zijn?
Vis: “Ik begrijp het niet helemaal. Waarom zou je zo’n pijnlijke verandering willen ondergaan? Waarom zou je jezelf kwetsbaar maken?”
De kreeft sloot zijn ogen even, alsof hij zich voorbereidde om iets diepers te delen.
Kreeft: “Omdat ik geloof dat ik meer ben dan dit schild. Ik ben niet alleen wat ik draag, wat ik toon aan de buitenwereld. Het schild is een externe bescherming, maar mijn echte kracht komt van binnenuit. Misschien is de pijn van het vervellen nodig om te ontdekken wie ik werkelijk ben zonder dat schild. Het oude heeft me gediend, maar het is tijd om iets nieuws te creëren. Als ik mijn schild niet afwerp, blijf ik vastzitten in een verleden dat ik moet loslaten.”
De vis zwom een paar cirkels om de kreeft heen, alsof hij nadacht over wat de kreeft had gezegd. Het was een vreemd idee, maar de vis voelde de waarheid in de woorden van de kreeft, alsof er iets diepere wijsheid achter schuilde.
Vis: “Dus je zegt dat je jezelf moet verliezen, je oude bescherming moet opgeven, om echt te kunnen groeien?”
Kreeft: “Ja, precies. Het klinkt paradoxaal, nietwaar? Maar soms moet je door pijn en onzekerheid heen om iets groters te bereiken. Ik moet de kwetsbaarheid omarmen, want dat is de weg naar mijn vrijheid.”
Er viel een stilte tussen de twee. De vis, hoewel nog niet volledig begrepen, voelde de kracht in de woorden van de kreeft. Misschien was de kreeft inderdaad op het punt van een nieuwe transformatie, een die hij niet alleen fysiek zou doormaken, maar ook spiritueel.
Vis: “Dat klinkt beangstigend. Maar ook mooi. Misschien moet ik zelf eens nadenken over wat ik vasthoud, wat mij misschien ook tegenhoudt. Dank je, Kreeft, voor je verhaal.”
De kreeft knikte langzaam, zijn blik naar de oceaan gericht. De verandering die hij voelde aankomen was zowel beangstigend als bevrijdend, en hij wist dat hij binnenkort zijn oude schild zou afwerpen, hoewel hij nog niet precies wist hoe.
Kreeft: “We dragen allemaal iets met ons, Vis. Soms moeten we het oude achter ons laten om te kunnen groeien. Wat ik ook ga ervaren, ik weet dat de oceaan me zal helpen — zolang ik me openstel voor de verandering.”
En terwijl de kreeft zijn pad vervolgde, voelde hij een nieuw soort kracht in zich opkomen, eentje die niet afhankelijk was van het oude schild, maar voortkwam uit zijn bereidheid om kwetsbaar te zijn. De oceaan was groot en onvoorspelbaar, maar hij wist dat het de enige plek was waar hij echt zou kunnen groeien.