ANGST is een slechte raadgever
Angst wordt vaak gezien als een natuurlijke reactie op gevaar of dreiging in het HIER en NU. Het is een overlevingsmechanisme dat diep geworteld is in ons brein. Echter, wanneer angst zich niet meer richt op een concrete bedreiging in het heden (het horen van een schot, het ruiken van brand, het horen van piepende remmen, etc), maar zich vastklampt aan ervaringen uit het verleden (herinneringen), kan het ons belemmeren in het functioneren. Dit fenomeen wordt vaak als een “slechte raadgever” beschouwd, omdat het ons afleidt van het hier en nu en ons terugbrengt naar lang vervlogen tijden en ons nog steeds op dezelfde manier doet reageren als in lang vervlogen tijden.
Wat is Angst?
Angst is een emotionele toestand die zich kenmerkt door gevoelens van spanning, bezorgdheid en vrees. In de meest basale zin is angst een reactie op een waargenomen bedreiging. In sommige gevallen is angst rationeel en beschermend, zoals wanneer we op een drukke snelweg rijden en ons bewust zijn van de risico’s om een ongeluk te veroorzaken. Angst helpt ons om alert te blijven, snel te reageren en ons te beschermen tegen gevaar.
Echter, angst wordt problematisch wanneer het wordt getriggerd door situaties die geen echte dreiging in het HIER en NU vertegenwoordigen. Dit kan gebeuren wanneer we angstprojecties uit het verleden doortrekken naar het heden, of wanneer we geconfronteerd worden met een situatie die ons herinnert aan pijnlijke ervaringen uit onze jeugd.
De Relatie Tussen Angst en het Verleden
De link tussen angst en ons verleden is een diepgaand psychologisch fenomeen. Het verleden, en vooral traumatische of stressvolle ervaringen uit de kindertijd, kan de basis leggen voor angsten die zich later in het leven manifesteren. In plaats van ons te richten op de actuele situatie, wordt de angst vaak gekleurd door wat we vroeger hebben meegemaakt. Dit verklaart waarom angst vaak “toen” en niet “nu” is: het is een reflectie van wat we in het verleden ervaren hebben, niet van een echte bedreiging in het heden.

Het Onbewuste en Trauma
Volgens Sigmund Freud, de grondlegger van de psychoanalyse, kan angst vaak worden veroorzaakt door onbewuste conflicten die hun oorsprong vinden in onze kindertijd. In zijn theorie van de verdringing, stelt Freud dat pijnlijke of traumatische herinneringen niet uit het geheugen verdwijnen, maar in het onbewuste blijven liggen. Deze verdrongen ervaringen kunnen later opduiken in de vorm van angst(stoornissen). Ook Franz Ruppert en Carl Jung (en nog vele anderen) hebben hier aandacht voor.
Wanneer een persoon bijvoorbeeld als kind is geconfronteerd met verwaarlozing of mishandeling, kan de angst die daarbij hoort, in latere jaren opduiken, zelfs wanneer er geen direct gevaar is. Dit verklaart waarom sommige mensen zich angstig kunnen voelen in situaties die oppervlakkig ongevaarlijk zijn, maar die onbewust iets oproepen van de pijn of het gevaar uit hun jeugd. En daarop nog steeds reageren zoals ze dat vroeger als kind deden, door te vluchten, te vechten of te bevriezen.
Cognitieve Gedragstherapie (CGT) en Het Behoud van Angst
Cognitieve gedragstherapie (CGT), ontwikkeld door Aaron Beck en anderen, biedt een ander perspectief op de relatie tussen angst en het verleden. Volgens CGT worden onze angsten niet veroorzaakt door de situatie zelf, maar door de manier waarop we die situatie interpreteren. Mensen met angststoornissen hebben vaak verstoorde gedachten en overtuigingen die hen in de greep houden, veelal afkomstig uit vroegere ervaringen.
Wanneer een persoon bijvoorbeeld als kind herhaaldelijk is afgewezen, kan die persoon later in het leven een diepgeworteld gevoel van onzekerheid ontwikkelen. Als gevolg daarvan zal elke situatie die enige vorm van afwijzing of kritiek oproept, een sterke angstreactie veroorzaken, ook al is de dreiging in het heden minimaal. CGT benadrukt het belang van het identificeren en uitdagen van deze irrationele gedachten om angst te verminderen.
De Theorie van Aangeleerde Angst (Behaviorisme)
Het behaviorisme, zoals ontwikkeld door John B. Watson en B.F. Skinner, biedt een ander belangrijk inzicht in hoe angst zich ontwikkelt. Volgens het behaviorisme wordt angst vaak aangeleerd door associatie. In het beroemde experiment van Watson met het jongetje “Little Albert” werd een kind getraind om angst te ontwikkelen voor een witte rat door herhaaldelijk geluiden van angst aan het zien van de rat te koppelen.
Als een kind in zijn jeugd bijvoorbeeld vaak angstige of stressvolle situaties ervaart, kan het brein van dat kind leren om angst te associëren met bepaalde objecten, mensen of situaties. Deze “aangeleerde angst” kan zich blijven manifesteren in de volwassenheid, zelfs wanneer er geen directe dreiging is. Zo kan de angst die iemand als kind ervaarde bij een ouder of een specifieke situatie, doorwerken in de huidige relaties of omstandigheden.
Franz Ruppert: Angst als Resultaat van Fragmentatie door Trauma
Volgens Franz Ruppert wordt angst vaak gevoed door onverwerkte trauma’s die de menselijke identiteit kunnen fragmenteren. Ruppert stelt dat trauma’s niet alleen het lichaam en de geest beïnvloeden, maar ook de identiteit van een persoon kunnen verstoren. Wanneer mensen in het verleden te maken hebben gehad met traumatische gebeurtenissen die ze niet adequaat kunnen verwerken, kunnen ze vast komen te zitten in onbewuste angstgevoelens die niet altijd overeenkomen met de huidige werkelijkheid. Dit wordt het gevolg van een fragmentatie van de identiteit, waarbij verschillende delen van het zelf niet goed geïntegreerd zijn.
Carl Jung: De Schaduw en de Angst voor het Onbewuste
Carl Jung breidde het begrip van angst uit door te wijzen op de rol van de Schaduw, de onbewuste delen van onze psyche die we onderdrukken omdat ze in conflict staan met ons bewuste zelfbeeld. Wanneer we deze onbewuste, vaak pijnlijke of ongewenste aspecten van onszelf niet onder ogen zien, kunnen ze ons angst bezorgen. Het proces van individuatie, waarbij we de Schaduw integreren in ons bewuste zelf, is volgens Jung essentieel voor het verminderen van angst en het bereiken van psychische gezondheid.
Daarnaast benadrukte Jung dat angst niet alleen individueel is, maar ook collectief, een resultaat van de universele archetypen in het collectief onbewuste. Angst kan dus ook voortkomen uit universele beelden en ervaringen die gedeeld worden door de mensheid, zoals de angst voor de dood, het onbekende of de chaos.
Dabrowski en De Positieve Desintegratie: Angst als Katalysator voor Groei
Dabrowski’s theorie stelt dat de weg naar psychologische volwassenheid en zelfrealisatie vaak gepaard gaat met desintegratie – een proces van innerlijke conflicten en het loslaten van oude, minder ontwikkelde manieren van denken en zijn. In dit proces wordt angst gezien als een noodzakelijke ervaring die de basis vormt voor het loslaten van beperkende overtuigingen en gewoonten, en die uiteindelijk kan leiden tot een hoger niveau van psychologische integratie en zelfbewustzijn.
Dabrowski maakte een onderscheid tussen twee soorten angst:
= Neurotische angst: Dit is de angst die voortkomt uit onzekerheid, onbewuste conflicten en externe druk. Het is vaak destructief en kan de persoon verlammen, waardoor deze niet in staat is om effectief met de situatie om te gaan.
= Existentiële angst: Dit is een dieper soort angst, die vaak optreedt wanneer iemand geconfronteerd wordt met fundamentele vragen over het leven, de zin van bestaan, en de noodzaak om persoonlijke waarden en normen opnieuw te evalueren. Existentiële angst kan leiden tot een positieve desintegratie, waarbij de persoon zichzelf opnieuw herontdekt en zijn of haar persoonlijke waarden herdefinieert.
Angst als Motiverende Kracht voor Zelftranscendentie
Volgens Dabrowski kunnen mensen die in staat zijn om hun angst te doorvoelen en te verwerken, vaak een proces van zelftranscendentie doormaken. Dit is het vermogen om de persoonlijke grenzen van hun eerdere zelf te overstijgen en een hoger niveau van bewustzijn te bereiken. Angst wordt dan niet meer als iets slechts gezien, maar als een drijvende kracht die mensen aanzet tot zelfreflectie, zelfverbetering en een dieper begrip van hun innerlijke leven.
Bijvoorbeeld, een individu kan zich angstig voelen over de eisen van het leven, de relaties en de rol die zij in de wereld spelen. Deze existentiële angst kan hen ertoe aanzetten om hun huidige levensstijl en waarden opnieuw te evalueren. Dit kan leiden tot de afbraak van oude structuren van persoonlijkheid en de heropbouw van een meer genuanceerde en autonome identiteit. Angst wordt dan een katalysator voor verandering en groei.
De Rol van Angst in Hoogbegaafdheid en Zelfontplooiing
Dabrowski was vooral geïnteresseerd in de ontwikkeling van mensen met een hoog intellectueel en emotioneel potentieel (hoogbegaafdheid). Voor hoogbegaafden kan angst een bijzonder intense ervaring zijn, omdat zij vaak sterker dan anderen de confrontatie aangaan met de absurditeit of ongelijkheid van de wereld. Deze mensen kunnen last hebben van gevoelens van isolatie en ontwrichting omdat ze niet altijd in staat zijn om zich aan te passen aan de verwachtingen van hun omgeving. Volgens Dabrowski kan angst hen echter ook aansporen om dieper in hun innerlijke wereld te duiken en betekenis te zoeken die verder gaat dan oppervlakkige of conventionele normen.
Dabrowski benadrukte dat dit proces van positieve desintegratie essentieel is voor de ontwikkeling van een volwassen en zelfbewust individu. Angst kan dus gezien worden als een integraal onderdeel van de reis naar persoonlijke zelfverwerkelijking. Het kan onvermijdelijke confrontaties met de onvolmaaktheden van de wereld en het eigen zelf tot stand brengen, maar het biedt ook de mogelijkheid om een dieper begrip en innerlijke harmonie te bereiken.
Angst als “Slechte Raadgever”
Wanneer angst zich uit in de vorm van onbewuste angsten die voortkomen uit het verleden, wordt het vaak een slechte raadgever. Het kan ons belemmeren in het functioneren in het heden, omdat het ons voortdurend terugtrekt naar ervaringen die we niet meer kunnen veranderen. Angst heeft de neiging ons de indruk te geven dat de dreiging die we in het verleden hebben ervaren, zich nu opnieuw zal voordoen, hoewel er geen bewijs is voor deze veronderstelling. Dit zorgt ervoor dat we ons gedrag aanpassen op basis van veronderstellingen die niet in overeenstemming zijn met de werkelijke situatie.
In zijn gedicht “Het Lijden” (Guido Gezelle) vat de dichter deze paradox van angst prachtig samen:
Een mens lijdt dikwijls ’t meest
Door ’t lijden dat hij vreest,
Doch dat nooit opkomt dagen.
Zo heeft hij meer te dragen
Dan God te dragen geeft.
Gezelle maakt hier duidelijk dat de angst voor lijden vaak zwaarder weegt dan het daadwerkelijke lijden zelf. De mens is geneigd om zichzelf te belasten met angst voor mogelijke toekomstige pijn, terwijl de werkelijke dreiging vaak veel minder groot is. Dit illustreert het idee dat angst niet alleen over het verleden gaat, maar ook over de dingen die we onszelf voorstellen voor de toekomst, die zelden in werkelijkheid plaatsvinden.
Het Overwinnen van Angst: De Weg naar Heling
Het erkennen van de oorsprong van onze angsten in het verleden is de eerste stap naar genezing. Erkennen dat de angst die NU gevoeld wordt, niet reeel is en over TOEN ging. En als het concrete angst is, dan kunnen therapieën zoals CGT, EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing), en traumagerichte therapieën mensen helpen om de angsten die zijn ontstaan door vroegere trauma’s en ervaringen te verwerken en los te laten. Het doel is niet om de herinneringen aan het verleden te vergeten, maar om ze een minder dominantie te geven in ons huidige leven.
Daarnaast is mindfulness een belangrijke benadering. Mindfulness helpt mensen zich te concentreren op het heden, zonder dat ze vast komen te zitten in de angsten van het verleden. Door in het moment te blijven en bewust te zijn van onze gedachten en emoties, kunnen we leren om onze angsten te observeren zonder dat ze onze reacties volledig bepalen.
KORTOM: Angst is inderdaad vaak een slechte raadgever wanneer het vastzit in het verleden. In plaats van ons te helpen reageren op actuele bedreigingen, brengt het ons terug naar tijden van pijn, verdriet of onzekerheid die we niet meer kunnen veranderen. Het gedicht “Het Lijden” van Guido Gezelle benadrukt deze paradox: de lijden die we vrezen is vaak groter dan het daadwerkelijke lijden. Door inzicht te krijgen in de oorsprong van deze angsten en met behulp van therapieën die zich richten op het verwerken van het verleden, kunnen we leren om angst niet langer te laten regeren over ons leven. Het vergt moed en geduld, maar de bevrijding van angst kan ons in staat stellen om volwaardig en vrij te leven in het hier en nu.