Tomas Halík: Liefde als voorproefje van de eeuwigheid
Veel christenen kunnen geen kant meer op met de manier van geloven van vroeger, met allerlei zekerheden en vanzelfspreken dheid. Maar wat blijft er nog over van je geloof, bijvoorbeeld van de verwachting dat het met de dood niet is afgelopen? De drie boeken van de Tjechische theoloog en priester Tomáš Halík kunnen helpen. Zijn laatste boek Ik wil dat jij bent handelt over de liefde. Maar dan niet de zoetsappige en vrijblijvende variant, maar de liefde als heilig en vreeswekkend mysterie.
auteur: Wim Dekker
website: https://www.cw-opinie.nl/
Kort achter elkaar verschenen bij uitgeverij Boekencentrum drie boeken van de tot dan toe in Nederland volstrekt onbekende Tsjechische Rooms-Katholieke theoloog Tomas Halik. Het zijn niet zomaar drie willekeurige boeken van deze schrijver. Zelf beschouwt hij ze in ieder geval als een drieluik. Een drieluik, dat verwijst naar de heilige Drie-eenheid en naar haar aardse evenbeeld, de drie goddelijke deugden: geloof, hoop en liefde. Het eerste boek, ‘Geduld met God’, moet dan vooral gelezen worden als een boek dat cirkelt rond het geheim van het geloof, het tweede thematiseert de hoop en nu verscheen het derde dat de titel draagt: ’Ik wil dat jij bent’. In de drukproef luidde de ondertitel: ‘Het christendom na de religie’. Die ondertitel is ook in het boek zelf op het schutblad terecht gekomen. Maar op het omslag, dat qua vormgeving heel sterk doet denken aan ‘Geduld met God’, staat als ondertitel : ‘Over de God van liefde’. Waarom dat is , weet ik niet. Het is in ieder geval zo, dat alle drie de boeken van Halik gaan over het christendom na de religie, maar dat dit deel specifiek gaat over de God van liefde.
Eucharistie
Hiermee is niet alleen een trilogie volbracht, maar ook een dankoffer gebracht aan de Drie-enige God en een nieuwe toegang gezocht om deze Drie-enige God te vinden. Expres gebruikte ik hierboven het woord drieluik. Een drieluik hoort bij een altaar. En op het altaar wordt een dankoffer gebracht (eucharistie). Het gaat in de geloofstraditie waarin Halik staat om het mysterie van de menswording van God, de grote liefde waarin Hij zich verbond met de wereld van de mensen. Dat wordt gevierd op het altaar elke dag, elke zondag in het bijzonder. Het mysterie van de liefde Gods in de menswording zet zich op sacramentele wijze voort in de eucharistie waarbij brood en wijn het lichaam en het bloed van de Godmens symboliseren. Zo werkelijk is Hij onder ons tegenwoordig. En tegelijk is het een verborgenheid. Je moet er een levend hart en nieuwe ogen voor krijgen om het te zien. Wanneer je eenmaal het geestelijke inzicht ontvangen hebt, dan zie je het mysterie niet alleen in de eucharistie zich voltrekken, maar dan ga je het ook in de wereld ontdekken en in jezelf. Sinds God zich in de incarnatie met mens en wereld verbonden heeft, zijn de sporen daarvan te ontdekken. Maar niet aan de oppervlakte. Oppervlakkig bezien was Jezus gewoon een timmerman uit Nazareth, maar voor wie geopende ogen kreeg was Hij de Godmens. Na zijn opstanding is Hij niet herkenbaar voor hen die alleen met het blote oog kijken. Voor wie Hem met aangevochten geloof, gebutste hoop en vooral met liefde blijven zoeken, verschijnt Hij echter als de Levende, die sterker is en zal blijken te zijn dan de dood.
Spiritueel
In deze bovenstaande alinea meen ik de kern van zowel de theologie als de spiritualiteit van Halik te hebben samengevat. De boeken van Halik zijn door en door vroom, gereformeerde protestanten zouden zeggen: bevindelijk. Ze zijn theologisch van hoog niveau, maar de theologie ligt er niet bovenop, ze ligt er vooral onder. Het feit, dat zijn boeken snel een behoorlijke schare lezers hebben gevonden in brede lagen van de christenheid in ons land zal hiermee samenhangen. Hier is geen ‘striptease’ theoloog aan het woord, iemand die vooral vertelt wat hij allemaal in het proces van de secularisatie verloren is onderweg ,maar iemand die vertelt wat hij gevonden heeft. Tegelijk is hij echter ook iemand, die mensen die alles verloren hebben aan oude en vertrouwde zekerheden volledig begrijpt. Hij is niet op een gekunstelde manier, maar in zijn ziel en met zijn verstand solidair met hen.
Liefde op leven en dood
Op gemeenteavonden en in theologische gesprekskringen kom ik nogal eens mensen tegen, die vertellen van de zekerheden, die ze vroeger hadden en waar nu bijna niets meer van over is. Ze vertellen hierover met een mengeling van dankbaarheid en verweesd zijn. ‘Maar w e kunnen en willen toch ook niet terug…’. De verlegenheid, die overbleef manifesteert zich op allerlei manieren, maar wel in het bijzonder wanneer het gaat over de dood. Durven we nog te geloven in een leven na de dood? En als we erin geloven is die verwachting dan niet dermate bleek geworden, dat er nauwelijks vreugde en troost aan ontleend kunnen worden? Juist deze mensen zou ik aan willen raden Halik te lezen. Na alles wat ze verloren hebben, nodigt Halik hen uit nog één keer opnieuw te beginnen. Dat nieuwe begin bestaat eruit, dat ze zich open stellen voor het mysterie van het leven zelf, dat is de liefde, het geheim van gekend zijn. ‘Ik spreek over God die middenin het leven en de liefde staat, niet ergens daarbuiten, aan de overkant. Wij maken deel van hem uit, in de mate waarin wij volledig ondergedompeld zijn in het leven en de liefde; wij maken deel van hem uit als we niet slechts surfen over het oppervalk van het leven en de liefde voor ons meer is dan alleen amusement in een pretpark’.( p.176).
Vreeswekkend
God is de eeuwige oerbron van liefde, waaruit alle andere liefde voortkomt tot en met de liefde voor de vijand. Hoe meer we in de liefde leven, hoe meer is God voor ons realiteit en leven we nu al in de eeuwigheid. We leven niet naar de dood toe, we leven naar het eeuwige leven toe, dat hier en nu al werkelijkheid is. De vraag of er nog iets is na de dood en of dat de moeite waard is om naar uit te zien wordt zo een heel vreemde vraag. De dood brengt ons voor goed in de eeuwigheid, die we hier en nu in het mysterie van de liefde al kennen. Het mysterie van de liefde is echter niet zoetsappig en ongevaarlijk. Het is ook het mysterium tremendum, zoals Rudolf Otto dat noemde. Het is een heilig en vreeswekkend mysterie. J e kunt er niet mee sollen. Wie ermee solt, wie het permanent tegen beter weten in schendt zal er ten laatste buiten vallen. Daarom verwijst Halik bij alle spreken over God als de liefdesbron de hel niet naar het rijk der fabelen. (hfdst. 11).
Drijfveren
Wie de drie boeken van Hailk gelezen heeft kan zich intussen een aardig beeld vormen van zijn drijfveren en de bronnen waaruit hij put. Om bij dit laatste te beginnen, zijn bronnen zijn de heilige schrift en een rijke theologische traditie daarna. Die traditie werkt ook schiftend en sturend in de omgang met de schrift. Bovendien zijn in die traditie duidelijke keuzes gemaakt. In zijn laatste boek valt vooral zijn voorliefde voor de woestijnvaders en de zo geheten apofatische theologen op (apofatisch betekent, dat je over God als mysterie eigenlijk alleen maar kunt stamelen). Die apofatische theologie wordt dan van tijd tot tijd verbonden met (reformatorische) kruistheologie en paradoxale theologie: God is daar te kennen waar Hij het meest verborgen is. Zo worden eigenlijk in het werk van Halik de westerse katholieke traditie, de oosterse orthodoxe traditie en de protestantse paradoxale theologie in elkaar vervlochten. Of dit in alle opzichten de toets der kritiek kan doorstaan is een vraag, waar onderzoekers zich zeker over moeten buigen. Halik schrijft als spiritueel en creatief theoloog, niet als systematisch theoloog. Er zijn op dit terrein echter wel belangrijke vragen te stellen.
Wat zijn drijfveren betreft, Halik kan maar niet geloven, dat een mens zonder geloof gelukkig kan zijn en zo tot zijn bestemming kan komen. Het atheïsme is in vele opzichten begrijpelijk, maar heeft geen geduld genoeg. Wie langer zoekt en dieper peilt stuit op God. Zeker weten. D e vraag die hierbij te stellen is: neem je zo met alle begrip voor de atheïsten hen uiteindelijk wel serieus? Maar dat mogen ze zelf dan zeggen.
Tomáš Halík, Ik wil dat jij bent. Uitg. Boekencentrum Utrecht 19,90 euro