Animus en anima
Het handboek van Phoenix Opleidingen Utrecht PASSE-PARTOUT staat vol met begripsomschrijvingen. Begrippen die in mijn vak als coach gebruikt worden en in de persoonlijke ontwikkeling van mensen noodzakelijk zijn, ter bevordering van het bewust-zijn en gewaar-zijn. Het boek is zorgvuldig geschreven door mijn leermeesters Wibe Veenbaas, Morten Hjort, Mirjam Broekhuizen en Mirjam Dirkx. (871 pagina’s, ISBN 9789081989244, april 2019, te bestellen bij: Phoenix Opleidingen Utrecht). Hier uit dat boek overgenomen wat er geschreven staat over ANIMUS en ANIMA. (pagina 87 t/m 90)
DEFINITIES
Animus is een archetype uit het collectieve onbewuste: de mannelijke zijde van de vrouwelijke psyche
Anima is een archetype uit het collectieve onbewuste: de vrouwelijke zijde van de mannelijke psyche. (C.G.Jung)
OMSCHRIJVING
Carl Jung benoemde animus en aninma als achetypen: Oerbeelden die zich vanuit het collectief onbewuste aan ons opdringen. Animus en anima zijn twee archetypische levensdunamieken van grote betekenis. Animus is de personificatie van de mannelijke natuur in het onbewuste van de vrouw. Anima is de personificatie van de vrouwelijke natuur in het onbewuste van de man. Animus en anima zijn stevig geworteld in het collectieve onbewuste. Ze vormen een verbinding tussen het onbewuste en bewuste. Animus en anima zijn dynamische (een beweging betreffende) en complementaire (elkaar aanvullende) krachten die staan voor vruchtbaarheid en schepping. Ze zijn er altijd; ze vergezellen ons een leven lang. Hun werking is zichtbaar in de cyclische groei en ontwikkeling van seksualiteit, scheppingskracht en vruchtbaarheid.
DE ONTWIKKELING VAN MEISJE NAAR VROUW
Als meisje start je je leven in de invloedssfeer van je moeder. Gedurende je eerste levensjaren groei je op in haar nabijheid. Je hecht je aan haar en zij is het rolmodel in wiens ogen je jezelf spiegelt. Na verloop van tijd komt je vader meer in beeld en raak je nieuwsgierig naar zijn anders-zijn, naar de andere sekse. Je geniet van zijn bewondering en leert spelen met het verschil tussen jullie beiden. Als je je hierin vrij voelt, kan je jonge meisjesliefde stromen.
In de puberteit, wanneer je ontwikkeling tot jonge vrouw vorm krijgt, zul je weer dichter naar je moeder toe bewegen. Zij initieert je in de wereld van de vrouwen. Via haar raak je thuis in je eigen sekse, waardoor je kunt bewegen naar zowel je eigen als het andere geslacht.
Deze ontwikkelingsweg kan onder druk komen te staan wanneer de benodigde hechting met je moeder onvoldoende tot stand kwam of wanneer je je juist niet van haar en haar lot kon losmaken. Ook wanneer je in een bondgenootschap met je vader terechtkwam of wanneer hij je prille seksuele ontwaken meer met mannen- dan met vaderogen bekeek, raak je niet vanzelfsprekend thuis bij je eigen sekse. Je kunt een mannelijk deel als pantsering ontwikkelen, dat niet eigen is.
ANIMUSVERBINDING
Wanneer je als meisje via je moeder het huis uit bent gegaan, verbonden met de rij van vrouwen waar je uit voorkomt, is er een bedding voor je vrouwelijke identiteit. Geankerd in deze vrouwelijkheid, kun je je mannelijke kwaliteiten vrijuit inzetten. De positieve werking van de animus maakt dat je weet hebt van je innerlijke kracht. Je hebt een sterk bewustzijn van wie je bent en je hebt contact met moed en waarheidszin. De verbinding met je animus helpt bij het verwerven van een meer onpersoonlijke, objectieve en rationele manier om de dingen te bekijken. Je weet je eigen weg te gaan en je bent in staat om compromissen te sluiten en keuzes te maken. Je bent in staat om aan je overtuigingen te twijfelen, je luistert naar je innerlijke ingevingen en weet die te vertalen naar de werkelijkheid. Je behoudt het contact met je ontvankelijkheid, gevoelige stroom en je vermogen tot relateren, terwijl je wint aan daadkracht en effectiviteit.
DE ONTWIKKELING VAN JONGEN NAAR MAN
Als jongen start je je leven, net als een meisje, in de invloedsfeer van je moeder. Zij baart en voedt je, en is nabij in je eerste levensjaren. Zij verstaat je en is responsief, zodat je je met haar verbindt en gehecht aan haar raakt.
In je kleutertijd ontstaat er een besef dat je anders bent, je vader en je gelijkenis met hem komen in beeld en vanuit die positie bezie je je moeder met andere ogen. Je vindt haar in je kinderlijke fantasie mogelijk de allerliefste en je geniet ervan haar kleine prins te zijn.
In de puberteit, bij het ontwaken van je seksuele identiteit, wend je je meer van haar af om jezelf en je mannelijkheid te ontdekken. Het is tijd om je prins-zijn op te geven en je gelijke te zoeken in je vader en je aan hem te meten.
Je identiteitsontwikkeling kan stokken wanneer je vader afwezig was of je moeder een groot emotioneel appel op je deed. Je mist dan mannelijk voorbeeldgedrag waar je je aan spiegelen kon en het risico bestaat dat je je te veel naar vrouwen voegt. Je mannelijkheid blijft verborgen en niet gekend en je ontwikkelt vooral je feminiene kant.
ANIMAVERBINDING
Wanneer je als zoon via je vader het huis bent gegaan, verbonden met de mannenlijn waar je uit voortkomt, dan heb je kunnen oefenen met je mannenkracht. Je kent je eigen (fysieke) kracht en macht en je weet van afgrenzen. Geankerd in je mannelijkheid laat je je vrouwelijke kwaliteiten makkelijker toe in jezelf. De positieve kracht van de anima is als een gids die je wijst op je innerlijke waarden en de diepere lagen in jezelf. Je anima geeft je het vermogen naar de natuur in jezelf te luisteren en open te staan voor de boodschappen van je onbewuste. Je wordt je meer en meer bewust van het geheel, van de dragende kracht van het zelf, zodat je meer conact kan maken met wie je ten diepste bent en wilt zijn. Een geintegreerde anima maakt je vrijer tegenover de gevoelsbewegingen van vrouwen: je kunt haar keuzes en haar lot repspecteren. Je ehbt het vermogen ontwikkeld om te wachten tot iets rijp is in plaats van de tijd te willen dwingen.
BALANS EN DISBALANS
Animus en anima zijn in zichzelf neutraal. In hun positieve aspecten voeden ze je met hun kwaliteiten en komen ze tot hun recht doordat ze geintegreerd zijn. Wanneer ze niet gekend of geintegreerd zijn, gaan ze een eigen leven leiden en kunnen ze aanleiding zijn tot projecties. We spreken dan van een niet-geintegreerde animus en anima en deze brengen je uit evenwicht.
Wanneer een man uit balans is, komt er een vervormd vrouwelijk deel naar voren.
Bij een vrouw in disbalans wordt er juist een vervormd mannelijk deel zichtbaar
KENMERKEN VAN DE NIET-GEINTEGREERDE ANIMUS IN DE VROUW
Vrouwen waarbij de animus onvoldoende geintegreerd is, kunnen geldingsdrang ontwikkelen die wordt gestuurd door wilskracht, waarbij ze vergeten om steun aan te nemen van andee vrouwen om hen heen en van de vrouwen die hen voor zijn gegaan. Niet0doordchte meningen en opvatiingen, algemeen geldende waarheden die op specifieke situaties worden geplakt, oordelen, ge- en verboden en wensdenken zijn manifestaties van de niet-geintegreerde animus. Hoewel het vrouwelijek gericht is op verbinding en betrokkenheid, stoot het gedrag van de vervormde animus de ander juist af. Vermoeidheid en inspiratieverlies zijn vaak de eerste tekenen van een roep om transformatie.
KENMERKEN VAN DE NIET-GEINTEGREERDE ANIMA IN DE MAN
Mannen waarbij de anima onvoldoende geintegreerd is, kunnen overgevoelig reageren op hun omgeving. Dit uit izch ofwel in slachtofferschap, via zeuren, mopperen, stemmingmakerij, achterdocht en insinuaties, lichtgeraaktheid of wrokkige gedachten, ofwel in dwingend gedrag. De niet-geintegreerde anima lokt mannen weg bij de werkelijkheid. Dit leidt tot leven vanuit irreele dromen over liefde, geluk en moederlijke warmte; fantasieen over hoe de dingen horen te zijn. Ook bij mannen zijn vermoeidheid en inspiratieverlies een roep om transformatie
DE NIET-GEINTEGREERDE ANIMUS EN ANIMA IN DE PARTNERRELATIE
De onbewuste verstrengeling vanuit de onvoldoende geintegreerde animus en anima in de partnerrelatie, kan maken dat partners elkaar pootje haken in plaats van op een constructieve manier met elkaar omgaan.
In reactie op de vervormde animus van de vrouw heeft de anima van de man de neiging om zich terug te trekken en zich af te sluiten.
In reactie op de vervormde anima van de man heeft de animus van de vrouw de neiging om te vechten.
De niet-geintegreerde animus en anima blijven zich net zo lang roeren totdat hun roep om transformatie wordt gehoord en opgepakt.
INTEGRATIE ANIMUS EN ANIMA
De relatie tussen de seksen en de dynamiek tussen beide seksen is een goede ingang om met de diepe trancebewegingen van de niet-geintegreerde animus en anima te werken. Oplossingsrichtingen zitten in het inzichterlijk maken van de patronen die zijn ontstaan, in het onderscheiden van de lotsgebondenheid en het aannemen van de eigen ontwikkeltaak. Daarbij dient het als mannen zich met de wereld van de mannen te verbinden en vrouwen met de wereld van de vrouwen. Deze inordening is als een inwijding of initiatie; je behoort bij je eigen sekse en mensen van je eigen sekse kunnen je inwijden in de wereld van respectievelijk de mannen of de vrouwen. Vanuit inbedding in je eigen sekse kunnen animus en anima eenvoudiger integreren.
ANIMUS EN ANIMA IN HET BEGELEIDINGSWERK
Animus en anima kunnen sterk opspelen in de midlevencrisis tussen de 35 a 40 jaar en kunnen qua heftigheid vergeleken worden met de koppigheidsfase van de puberteit. Wanneer de oerbeelden over de eigen en andere seks primitief en te weinig gedifferentieerd en ontwikkeld zijn, leidt dat tot projecties 1
en/of projectieve identificatie. Projectieve indentificatie is het ten onrechte toeschrijven aan een ander van gevoelens, impulsen en gedachten die zo dieponbewust zijn dat we er geen enkel contact mee hebben. HIerin onderscheidt het zich van projectie. In de animus- en animathematiek in de partnerrelatie zijn mensen diep in trance. De beelden en associaties die daarmee gepaard gaan, projecteren ze op elkaar. Er speelt fusie en splitsing en verstrengeling met de andere sekse. De existentiele dimensie opent zich hier; de oplossing van de animus- en animathematiek kan ervaren worden als het sterven van de eigen basisstructuur. Integratie van de archetypen animus en anima zorgt voor groei en is een ontwikkelingsstap richting heelheid. Deze weg biedt je een aantal uidgaingen:
* terugnemen van je projecties en onderzoeken welk deel van jezelf je ermee uitbesteedt aan de ander.
* buigen voor je eigen lot en het lot van de ander bij de ander laten.
* je inordenen in je eigen sekse.
Animus- en animathematiek vraagt relatie en getuige om de verstrengeling te ontwarren. Werken met mensen aan deze soms intense, heftige thematiek vraagt van jou als begeleider dat je je eigen animus- en animathamtiek en je eigen fusies en splitsingen 2
hebt onderzocht, zodat je ingeordend, aanwezig, present en gewaar kunt zijn.
VOETNOTEN:
1) p. 526 Projectie is het psychische proces waardoor men gevoelens of gedachten van zichzelf onbewust toeschrijft aan anderen of aan iets.
Projectie is een veruitwendiging van een innerlijk proces (S. Freud)
Projectieve identificatie is het aan een ander toeschrijven van de eigen dieponbewuste en overgeleverde archetypische beelden, waarbij een belangrijke ander als een buiten fungeert waardoor je je ertoe kunt leren verhouden en er de verantwoordelijkheid voor kunt leren nemen.
2) p. 257 Een fusies is een onebwuste energetische verwevenheid met een of meer aspecten van iemand anders.
Splitsingen is de onbewuste interne afscheiding die met de fusie gepaard gaat; er is geen toegang tot een of meer aspecten van zichzelf.