Machteloos, moedeloos, hopeloos
Ik ….
zo intens machteloos
zo verslagen moedeloos
zo gebroken hopeloos
zo wanhopig radeloos
zo godverdomme eenzaam
Maar ik liet niets blijken
Ik deed alsof ik er op een dag
zo bij weg kon lopen
Omdat ik dan
zo intens geheeld
zo krachtig gesterkt
zo tot één stuk gelijmd
zo volhardend gehoopt
zo gezegend in ere hersteld was
Maar ik ontdekte
Dat die dag nooit komen zal
Omdat hopeloos of moedeloos of radeloos
Het ontkennen van mijn mens-zijn is
Want ik ben ik
In welke situatie ook
Met mijn menselijke maat
Dus machteloos
In elke situatie heb ik
mijn eigen antwoord:
Ik ben mij zelf
Ik zag toen, dat
kracht in zwakheid zit
machteloosheid vraagt
om overgave en vertrouwen
loslaten van wat ik moest beheersen
het stille vertrouwen geeft:
dat alles zich ontvouwt
zoals het moet zijn
dat zelfs de pijn een leraar is
die mij mijn richting wijst
Ik laat de controle los
Ik omarm mij
Ik sta voor mij
mijn hart open
voor de stroom van het leven,
die door mij alles heen beweegt
en mij leert wat ik niet wist.
Ik ben niet gebroken
ik ben niet verslagen
Ik ben niet hopeloos
Ik ben niet moedeloos
ik ben het levende bewijs
dat zelfs in duisternis
de ziel haar licht vindt
door simpelweg te worden: IK.
Mijn machteloosheid
is de kracht die mij voedt
Mijn angst en twijfels
zijn mijn richtingaanwijzers,
tot ik zie dat het niet is wat ik heb verloren,
maar wat ik heb gevonden
in het stille centrum van mijn zijn,
Wezer, waar alles begint en eindigt,
waar ik ben
en altijd al was
verbonden, geheel, en vrij.