Soorten meerlingen
In de baarmoeder bevindt zich rond het vruchtwater een vruchtzak. Deze vruchtzak bestaat uit een dun binnenste vlies en een dikker buitenste vlies.
Eeneiige tweeling
Een eeneiige tweeling ontstaat uit één eicel die bevrucht is door één zaadcel. Hierdoor ontwikkelen de kindjes zich altijd in twee sterk op elkaar lijkende kindjes. Door tot nu toe onbekende oorzaken splitst de bevruchte eicel zich kort na de bevruchting in tweeën. Deze splitsing kan plaatsvinden op verschillende momenten na de bevruchting. Er zijn vier verschillend varianten van een eeneiige tweeling.
Wanneer de splitsing kort na de eerste celdelingen plaatsvindt, ontstaat er een meerling waarvan beide kindjes een eigen placenta en eigen vliezen hebben. Zij nestelen zich afzonderlijk – maar wel vlak bij elkaar – in de baarmoederwand in. Het tussenschot bestaat uit vier vliezen. Ook wel een Dichoriaaldiamnionitische (DCDA) tweeling genoemd (zie afbeeldingen 1 en 2).
Afbeelding 1: twee tot een samengegroeide placenta, twee buitenvliezen, twee binnenvliezen.
Afbeelding 2: twee placenta’s, twee buitenvliezen, twee binnenvliezen.
Wanneer de splitsing plaatsvindt nadat de placenta is aangelegd (tussen vier en acht dagen na de bevruchting), ontstaat er een tweeling met één gemeenschappelijke placenta. Het buitenste vlies hebben de kindjes dan gemeenschappelijk, het binnenste vlies hebben ze ieder voor zich. Dit wordt ook wel een Monochorialediamnionitische (MCDA) tweeling genoemd. Ze liggen dus in een eigen vlies omgeven door een gezamenlijk tweede vlies. Het tussenschot bestaat uit twee vliezen. (zie afbeelding 3).
Afbeelding 3: een placenta, een buitenvlies, twee binnenvliezen.
De splitsing kan ook op een nog later tijdstip plaatsvinden, zelfs wanneer de placenta én de vliezen al zijn aangelegd (tussen acht en twaalf dagen na de bevruchting). In dit geval hebben ze samen één placenta en liggen ze helemaal samen in één vlies, omgeven door het tweede buitenste vlies. Dit komt slechts bij 1% van alle eeneiige tweelingen voor. Er is in dat geval geen tussenschot aanwezig. Ook wel een Monomhorialemonoamnionitische (MCMA) tweeling genoemd. (zie afbeelding 4).
Afbeelding 4: een placenta, een buitenvlies, een binnenvlies.
Twee-eiige tweeling
Een twee-eiige tweeling ontstaat wanneer twee aparte eicellen op hetzelfde moment bevrucht worden door twee zaadcellen. Deze eicellen kunnen uit één, maar ook uit twee eierstokken afkomstig zijn. Het erfelijk materiaal van een twee-eiige tweeling is dus niet hetzelfde zoals dat van een eeneiige tweeling. Twee-eiige tweelingkinderen hebben in de baarmoeder ieder een eigen vruchtzak en placenta (zie afbeelding 2). Twee-eiige tweelingkinderen kunnen net zo veel of weinig op elkaar lijken als de andere kinderen uit het gezin.
Een- of twee-eiig?
Hoe weten we nu of de tweeling een- of twee-eiig is? Twee kinderen met een verschillend geslacht zijn altijd twee-eiig. Twee kinderen van hetzelfde geslacht met ieder twee vruchtvliezen kunnen zowel een- als twee-eiig zijn. Bij slechts één vlies is er altijd sprake van een eeneiige tweeling. Alleen met een echo voor de 12e zwangerschapsweek kan dit met zekerheid aangetoond worden.
Met dank aan: https://www.isala.nl/patientenfolders/5590-meerlingenzwangerschap