Hegemonie
Hegemonie bij Antonio Gramsci: Een Diepgaand Begrip van Macht en Cultuur
Antonio Gramsci (1891-1937), een Italiaanse marxistische theoreticus en politicus, is een van de meest invloedrijke denkers van de 20e eeuw. Hij staat bekend om zijn concept van hegemonie, een term die hij ontwikkelde als onderdeel van zijn breder begrip van macht, cultuur en politiek. Hegemonie is voor Gramsci niet alleen een kwestie van politieke dominantie door middel van geweld of wetgeving, maar ook van culturele invloed en ideologische controle die heersende klassen uitoefenen over de massa. Het begrip hegemonie biedt inzicht in hoe macht wordt opgebouwd en in stand wordt gehouden binnen samenlevingen, en heeft daarom een blijvende invloed gehad op de sociale en politieke theorie.
Gramsci’s Concept van Hegemonie
In de klassieke marxistische theorie wordt de macht van de heersende klasse (bijvoorbeeld de bourgeoisie) vaak gezien als een directe uitdrukking van economische controle en de beheersing van productiemiddelen. Gramsci breidde dit traditionele idee uit door te stellen dat de heersende klasse niet alleen controleert over de materiële middelen van productie, maar ook over de culturele en ideologische terreinen van de samenleving. Dit is wat hij hegemonie noemt: het vermogen van een klasse om hun waarden, normen, overtuigingen en wereldbeeld op te leggen aan de rest van de samenleving, waardoor ze op vrijwillige wijze hun heerschappij accepteren.
Hegemonie, volgens Gramsci, is dus niet puur gebaseerd op dwang, maar op consensus. Het heersende klasse slaagt erin om een bredere sociale acceptatie van hun macht te verkrijgen door hun waarden en ideeën te verspreiden, bijvoorbeeld via onderwijs, media, religie en cultuur. De onderdrukte klassen komen akkoord met deze ideologieën, vaak zonder zich volledig bewust te zijn van hun eigen onderdrukking.
Gramsci introduceerde ook het concept van organische intellectuelen, die een cruciale rol spelen in het verspreiden van de hegemonie. Deze intellectuelen zijn niet louter academici of filosofen, maar leden van de heersende klasse die de ideologieën en waarden van die klasse verkondigen en zo het culturele en ideologische fundament van de heerschappij versterken.
Het Concept van Hegemonie in Gramsci’s Historisch Materialisme
Gramsci’s benadering van hegemonie is nauw verbonden met zijn versie van het historisch materialisme. In tegenstelling tot de klassieke marxistische visie, die de nadruk legt op de economie als de basis van de maatschappij, legt Gramsci de nadruk op de bredere sociale, culturele en ideologische krachten die bijdragen aan het vestigen van de politieke en economische macht. Voor Gramsci was de samenleving een complex geheel van onderling verbonden sferen: politiek, economisch, sociaal en cultureel. De manier waarop de verschillende klassen hun heerschappij uitoefenen, is zowel een materiële als een ideologische aangelegenheid.
Een van de belangrijkste ideeën die Gramsci ontwikkelde, is het verschil tussen politieke en civiele samenleving. Politieke samenleving verwijst naar de formele instituties van de staat (zoals het parlement, de wetgeving en het leger), terwijl civiele samenleving de informele en culturele aspecten van de samenleving betreft, zoals scholen, de kerk, de media, en de algemene sociale normen. Terwijl politieke samenleving vaak wordt gebruikt voor directe dwang, is het in de civiele samenleving dat hegemonie plaatsvindt: hier proberen de heersende klassen een culturele consensus te creëren die hun macht legitimeert.
Hoe Gramsci op het Concept van Hegemonie Kwam
Gramsci ontwikkelde zijn concept van hegemonie in reactie op de politieke en sociale context van zijn tijd. Hij was sterk beïnvloed door de ervaring van de Italiaanse socialistische beweging en de opkomst van fascisme onder Benito Mussolini. In deze context begon Gramsci te beseffen dat de heerschappij van de bourgeoisie en de macht van de staat niet alleen gebaseerd waren op economische belangen of brute macht, maar ook op de manier waarop de dominante ideologieën door de bredere samenleving werden aanvaard.
Gramsci was van mening dat de Italiaanse arbeidersbeweging tijdens de naoorlogse periode een fundamentele fout had gemaakt door te veronderstellen dat sociale veranderingen simpelweg zouden voortkomen uit economische crisis of een opstandige arbeidersklasse. Hij merkte op dat de bourgeoisie in staat was om haar macht te handhaven, niet alleen door economische en militaire middelen, maar vooral door haar dominantie op het culturele vlak. De fascisten hadden bijvoorbeeld de steun van de traditionele elites (zoals de katholieke kerk en het leger), maar wisten ook de arbeidersklasse te mobiliseren door op slimme wijze in te spelen op nationale identiteit en culturele symbolen.
Gramsci’s ervaringen als leider van de Partito Comunista d’Italia (Italiaanse Communistische Partij) en zijn gevangenisstraf onder het fascistische regime hadden een directe invloed op zijn denken. Gedurende zijn gevangenschap in de jaren 1920 en 1930, waar hij zijn beroemde Prison Notebooks schreef, ontwikkelde Gramsci zijn ideeën over hegemonie verder. Hij erkende dat de revolutie die hij voor ogen had niet zou kunnen plaatsvinden door eenvoudigweg de staat te veroveren; in plaats daarvan moest er een culturele revolutie plaatsvinden die het bewustzijn van de massa’s zou veranderen. Dit zou moeten gebeuren door de cultuur van de heersende klasse te bestrijden en te vervangen door een tegenhegemonie die de waarden van de arbeidersklasse naar voren bracht.
Hegemonie en Tegenhegemonie
Gramsci’s idee van hegemonie is onlosmakelijk verbonden met het idee van tegenhegemonie. Tegenhegemonie verwijst naar de culturele en ideologische strijd die de arbeidersklasse en andere onderdrukte groepen kunnen voeren om een alternatieve visie op de wereld te creëren, één die niet wordt gedomineerd door de waarden van de heersende klasse. Gramsci geloofde dat om werkelijk verandering teweeg te brengen, het niet voldoende was om alleen te strijden voor politieke en economische macht; er moest een cultureel front zijn waar op gelijkwaardige wijze strijdbare ideeën, waarden en instituties konden worden gevormd die de dominante ideologie zouden uitdagen en vervangen.
Een belangrijk aspect van tegenhegemonie was het bouwen van een alternatieve cultuur die de belangen van de onderdrukte klassen bevorderde en hun visie op de wereld uitdroeg. Gramsci zag de arbeidersbeweging en sociale bewegingen als cruciale actoren in het ontwikkelen van een tegenhegemonie. Dit betekende dat de strijd voor politieke macht altijd hand in hand moest gaan met de strijd om de culturele en ideologische hegemonie.
Hegemonie in de Hedendaagse Wereld
Gramsci’s concept van hegemonie heeft diepe invloed gehad op latere denkers en politieke bewegingen, vooral op het gebied van postmarxistische en culturele theorie. Het idee van hegemonie biedt inzicht in hoe moderne vormen van macht werken, waarin ideologische invloed en culturele controle vaak even belangrijk zijn als de directe controle over economische middelen. Het heeft ook invloed gehad op denkers als Louis Althusser, Stuart Hall, en Michel Foucault, die allemaal het belang van cultuur en ideologie in de machtsverhoudingen erkenden.
Tegenwoordig blijft hegemonie een belangrijk begrip in de sociale en politieke analyse. Het helpt ons te begrijpen waarom onderdrukking niet altijd gepaard gaat met directe fysieke dwang, maar vaak met de aanvaarding van bepaalde wereldbeelden en normen door de bredere samenleving. Het concept is ook van belang in de analyse van media, politieke propaganda en culturele industrieën, waar de dominantheid van bepaalde ideologieën vaak subtiel maar krachtig wordt gehandhaafd.
Conclusie
Antonio Gramsci’s theorie van hegemonie biedt een diepgaande kijk op de dynamiek van macht en cultuur in de samenleving. Hij toonde aan dat de heersende klasse haar dominantie niet alleen handhaaft door middel van brute kracht, maar door ideologie en culturele invloed, die uiteindelijk leiden tot een breed geaccepteerde consensus. Het concept van hegemonie blijft relevant, zowel voor de analyse van politieke systemen als voor de bredere sociale strijd om alternatieve visies en waarden te creëren in een wereld die wordt gekarakteriseerd door complexiteit en ideologische strijd.
De psychologische verklaring voor hegemonie is geworteld in de manier waarop mensen denken, zich gedragen en zich verhouden tot de bredere sociale en culturele structuren waarin zij leven. Hegemonie, zoals ontwikkeld door Antonio Gramsci, is niet alleen een kwestie van politieke of economische dominantie, maar ook van culturele en ideologische controle. Psychologisch gezien heeft hegemonie veel te maken met hoe dominante ideologieën zich nestelen in het bewustzijn van individuen, hoe deze ideologieën interne overtuigingen en gedragingen vormen, en hoe ze sociale normen en waarden beïnvloeden. Er zijn verschillende psychologische mechanismen die de verspreiding en instandhouding van hegemonie kunnen verklaren:
1. Sociale invloed en conformiteit
Hegemonie kan psychologisch worden begrepen door het concept van sociale invloed: de manier waarop mensen zich aanpassen aan de normen, waarden en gedragingen van de groepen waartoe ze behoren. Volgens sociaalpsychologische theorieën zoals die van Solomon Asch (de Asch conformiteitsexperimenten) is er een sterke neiging voor individuen om zich aan te passen aan de meerderheid, zelfs als ze privé andere overtuigingen hebben. De heersende ideologieën en normen worden via sociale interactie (in familie, op school, via de media) constant herhaald en versterkt. Dit leidt tot een sociale conformiteit, waarbij individuen de waarden en opvattingen van de dominante klasse accepteren zonder er kritisch over na te denken.
2. Cognitieve dissonantie en ideologische acceptatie
Een ander psychologisch mechanisme dat bijdraagt aan hegemonie is cognitieve dissonantie, het ongemak dat ontstaat wanneer iemands overtuigingen of waarden in conflict zijn met hun gedrag of ervaringen. Mensen streven naar consistentie in hun overtuigingen en gedragingen. Wanneer de heersende ideologie niet in overeenstemming is met de persoonlijke ervaringen van een individu (bijvoorbeeld armoede of onrecht), kan het individu ervoor kiezen om zijn of haar overtuigingen aan te passen om de spanning te verminderen. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat men het economische systeem niet als oneerlijk ziet, maar als natuurlijk of zelfs als een manier van zelfverantwoordelijkheid, wat in lijn is met dominante ideeën over meritocratie en individualisme.
3. Internalisatie van normen en waarden
Mensen internaliseren de normen, waarden en overtuigingen die hen worden opgelegd door de heersende klasse, vaak via subtiele en indirecte mechanismen. Dit proces, dat wordt aangeduid als socialisatie, begint vanaf jonge leeftijd en wordt versterkt door instituties zoals onderwijs, religie, media en familie. Het resultaat is dat deze waarden en normen als vanzelfsprekend en natuurlijk worden ervaren, zelfs wanneer ze bijdragen aan het handhaven van de ongelijkheid. Dit kan worden verklaard door sociale leerprocessen, waarbij mensen zich identificeren met autoriteitsfiguren (zoals ouders, leraren of beroemdheden) en deze figuren modeleren in hun gedrag en overtuigingen.
4. Loyaal gedrag en groepsidentiteit
Heersende ideologieën bevorderen vaak een groepsidentiteit die mensen helpt zich te identificeren met de bredere samenleving en haar normen, wat een gevoel van veiligheid en verbondenheid geeft. De psychologische neiging om deel uit te maken van een sociale groep (de “in-group”) kan leiden tot een grotere acceptatie van de dominante ideologie. Mensen zijn vaak bereid om op te gaan in de groepsnormen, omdat dit hen sociale goedkeuring en een gevoel van identiteit geeft. In dit opzicht draagt hegemonie bij aan het versterken van een gedeelde identiteit die bepaalde opvattingen en waarden verheerlijkt.
5. Het belang van autoriteit en legitimiteit
Volgens psychologen zoals Erich Fromm en Stanley Milgram is de mens van nature geneigd om autoriteit te respecteren en deze als legitiem te beschouwen. In een hegemonisch systeem is het vaak de autoriteit van de staat, de kerk of de media die als vanzelfsprekend wordt gezien. Mensen kunnen het idee om tegen het systeem in opstand te komen afwijzen, omdat het idee van autoriteit en legitimiteit psychologisch gezien diepgeworteld is. De legitimiteit van de heersende klasse kan psychologisch versterkt worden door propaganda en symbolen van macht die de dominantie van de elite als iets ‘natuurlijks’ en ‘rechtvaardigs’ presenteren.
6. Het belang van ideologie in het ‘zelf’ en wereldbeeld
Hegemonie beïnvloedt ook de manier waarop individuen hun eigen identiteit en de wereld om hen heen begrijpen. Mensen construeren een zelfconcept dat vaak beïnvloed wordt door de dominante ideologie. In samenlevingen waar kapitalistische waarden of nationalistische overtuigingen dominant zijn, kunnen mensen zichzelf zien als verantwoordelijke individuen die zelf hun succes of falen bepalen, in plaats van het grotere economische en sociale systeem als bepalend te beschouwen. Deze ideologieën helpen mensen om hun positie in de sociale structuur te rationaliseren en te accepteren.
7. Verstopping van tegenstrijdige ideeën (censuur en repressie)
In sommige gevallen kan hegemonie worden versterkt door repressieve mechanismen die de verspreiding van tegenstrijdige ideeën belemmeren. Psychologisch gezien kan censuur of zelfcensuur de kans verminderen dat mensen alternatieve ideeën of opvattingen over de wereld ontwikkelen. Wanneer bepaalde ideeën systematisch worden onderdrukt of gedemoniseerd, wordt het psychologisch moeilijker om deze ideeën als legitiem te beschouwen. Dit draagt bij aan de instandhouding van hegemonie, omdat mensen minder toegang hebben tot tegenhegemonische visies die hun overtuigingen zouden kunnen uitdagen.
Conclusie
De psychologische verklaring voor hegemonie benadrukt het belang van sociale beïnvloeding, cognitieve processen en identiteitsvorming in de instandhouding van machtsstructuren. Hegemonie is psychologisch effectief omdat het zich richt op het vormen van de overtuigingen, waarden en gedragingen van mensen op manieren die vaak onbewust zijn. Via sociale invloed, internalisatie van normen, groepsidentiteit en de legitimiteit van autoriteit kunnen de heersende ideologieën diepgeworteld raken in het dagelijks leven, wat het moeilijk maakt om deze te erkennen of uit te dagen. Dit psychologische perspectief helpt ons te begrijpen waarom hegemonie vaak onopgemerkt blijft, zelfs als het de machtsverhoudingen in de samenleving reproduceert.
Tegenhegemonie: De Waarheid Achter de Maskerade van de Macht
Een tegenhegemonist is er van overtuigd dat wat we dagelijks voorgeschoteld krijgen door de mainstream media, de politiek en de zogenaamde autoriteiten, niets meer is dan een zorgvuldig in stand gehouden illusie. Een tegenhegemonist vindt het tijd om te ontsnappen aan de massa die slaafs de waarden en overtuigingen van de heersende klasse volgt. De waarheid is simpelweg niet wat ons wordt verteld – de wereld is niet zo zwart-wit als ze ons willen doen geloven. Wat we in de publieke sfeer als waarheid beschouwen, is juist het product van heerschappij en cultuurpolitiek, die de elite gebruiken om hun macht te consolideren.
Laat me je meenemen in het verhaal van tegenhegemonie. Een tegenhegemonist verzet zicht tegen de gevestigde orde die continu manipuleert. Een “tegenhegemonie” is iemand die zich verzet tegen de dominante ideologie die door de autoriteiten wordt gepusht. De hegemonie is de ideologie die door de elite wordt opgedrongen om ons te laten geloven dat alles in de samenleving op de juiste manier is, terwijl de machtsstructuren achter de schermen de touwtjes trekken.
De Hegemonie van de Elite: Hoe de Waarheid Wordt Beheerst
Wat we elke dag zien in de nieuwsberichten, de politieke discoursen, en zelfs in de populaire cultuur, is mogelijk niet de waarheid. Het is de versie van de waarheid die de dominante macht heeft gekozen, ontworpen om ons af te leiden van de werkelijke krachten die onze levens bepalen. Wat als de dingen niet zijn zoals ons wordt verteld? Wat als die “onbetwiste feiten” eigenlijk in de handen van een elite liggen, die de werkelijkheid creëert zoals ze dat willen?
De media, de politiek en zelfs de wetenschappelijke gemeenschap worden vaak gecontroleerd door machten die er belang bij hebben om de status quo te behouden. Het spreekwoord is: “Wie het geld heeft, heeft de macht.” Dit betekent dat degene die financiële middelen bezit, vaak ook de controle heeft over beslissingen en invloed uitoefent op anderen. Het benadrukt de relatie tussen geld en macht in een samenleving. Een ander spreekwoord is “Wiens brood men eet, diens woord men spreekt.”
Beide laten zien dat we niet zo neutraal en autonoom denkend zijn als we hopen.
Dit is geen theorie – het is de werkelijkheid. De grote bedrijven, de machtige staten, en de gevestigde instituties vormen samen een systeem van heerschappij, waarin we als volk worden gehouden in een staat van passiviteit. We worden geconditioneerd om te geloven dat de systemen die het geld hebben in feite goed voor ons zijn. Denk aan BigPharma, Big Tech, Big Oil, Big Agriculture, Big Finance, Big Media, Big Insurance, Big Tobacco. Ze zeggen dat de markten efficiënt zijn, dat de democratie werkt, en dat er geen verborgen agenda’s zijn. Maar wie profiteert echt van deze systemen?
Ik denk dat de werkelijke machthebbers ons een cultuur van zo hoort het en zo moet het opleggen. De tegenhegemonie wil dat doorbreken: het verzetten tegen de culturele en ideologische controle die door de elite wordt uitgeoefend. De waarheid ligt vaak verborgen in wat men ons niet vertelt, en het is tijd om die verborgen waarheden te onthullen.
In de context van de vroege christenen hadden zij een vorm van tegenhegemonie om verschillende redenen:
* Persecutionele omstandigheden en martelaarschap:
De vroege christenen werden vaak vervolgd door de Romeinse autoriteiten vanwege hun weigering om deel te nemen aan de religieuze en politieke rituelen van het rijk. Ze werden gezien als subversieve elementen die de sociale orde en de religieuze stabiliteit van het Romeinse rijk bedreigden. Het christendom verspreidde zich echter verder, ondanks de onderdrukking, wat het karakter van een veerkrachtige tegenbeweging versterkte.
* Uitdaging van de heersende religieuze en culturele normen:
De vroege christenen leefden in een tijd waarin het Romeinse rijk en de heidense religies de dominante culturele en religieuze macht waren. Het christendom verwierp de traditionele Romeinse religie, die bestond uit de aanbidding van een pantheon van goden en de keizer als een goddelijke figuur. In plaats daarvan predikten de christenen een monotheïstisch geloof, waarin God centraal stond als de enige waarheid en autoriteit. Dit was een directe uitdaging voor de hegemonische religieuze en politieke orde die door het Romeinse rijk werd opgelegd.
* Morele en sociale kritiek op het Romeinse rijk:
Het christendom bracht een alternatieve moraal en sociale structuur met zich mee. Het benadrukte de waarde van armoede, nederigheid, naastenliefde en gelijkheid tussen mensen. In een maatschappij die sterk was gebaseerd op hiërarchie, slavenarbeid, en imperiale overheersing, was dit een radicale uitdaging voor de gevestigde waarden. Het christendom bood een maatschappelijke visie die de machtsverhoudingen in de Romeinse samenleving in vraag stelde.
* Weerstand tegen de keizerlijke cultus:
De vroege christenen weigerden de Romeinse keizer als god te aanbidden, wat hen vaak in conflict bracht met de autoriteiten. De keizer werd vaak vereerd als een god, en de christenen weigerden deze praktijk, omdat zij geloofden in de exclusieve aanbidding van de ene ware God. Dit was een directe bedreiging voor de heersende macht van de keizer en het Romeinse politieke systeem.
* Gemeenschapsvorming buiten de gevestigde orde:
De vroege christenen richtten vaak geheime bijeenkomsten en gemeenschappen op, zoals huisgemeenschappen, die zich afzetten tegen de openbare rituelen en tempels van het Romeinse rijk. Deze christelijke gemeenschappen boden een alternatieve sociale structuur waarin waarden zoals solidariteit, wederzijds respect en zorg voor de armen centraal stonden. Dit was een vorm van tegenhegemonie, omdat het de traditionele sociale ordening van Romeinse steden uitdaagde.
* Boodschap van bevrijding en gerechtigheid:
Het christendom bracht een boodschap van bevrijding voor de onderdrukten, waaronder vrouwen, slaven en de armen, die vaak in het Romeinse rijk werden gemarginaliseerd. Het bood een alternatieve visie op rechtvaardigheid, die geen nadruk legde op macht, rijkdom of sociale status, maar juist op gelijkheid voor God en de innerlijke waarde van elke persoon.
Hegemonie in Actie: De Manipulatie van de Massa
De heersende klasse weet dat de sleutel tot het behouden van de macht niet alleen ligt in economische controle, maar ook in cultuur en ideologie. Via onderwijs, media en entertainment creëren zij een consensus van volgzaamheid, waarbij de mensen zich onbewust aanpassen aan hun normen en waarden. De controle over het verhaal dat verteld wordt over de wereld, over wat “waar” en “goed” is, is de sleutel tot het behoud van hun machtsstructuur.
Neem bijvoorbeeld de mainstream media. Hoe vaak hoor je niet dezelfde verhalen, herhaald door verschillende kanalen, dezelfde zogenaamde feiten die geen tegenvragen lijken te dulden? Waarom zijn bepaalde onderwerpen steeds weer onderwerp van gesprek, terwijl andere juist bewust genegeerd worden? Wat wordt ons niet verteld, en waarom is dat?
Als we kijken naar de politieke agenda’s, zien we dat ze vaak gebaseerd zijn op belangen van de Big Corporations, die bereid zijn om de waarheid naar hun hand te zetten en massale propaganda te verspreiden om hun doelen te bereiken. Denk aan de manier waarop oorlogen worden gepresenteerd als nobele inspanningen om vrijheid te brengen, terwijl de werkelijke agenda vaak te maken heeft met economische winst en strategische controle en het behoudt van grondstoffen voor eigen belangd. Wat als de waarheid anders is? Wat als we eigenlijk de pijlen van de manipulatie volgen?
Mensen die zeggen dat “het geen zin heeft om te twijfelen” of “we moeten gewoon vertrouwen op de experts”, helpen de hegemonie in stand te houden. Ze accepteren, misschien onbewust, de waarheid die voor hen is gecreëerd. Als we dat blijven doen, blijven we gevangen in het systeem. Wij moeten kritisch blijven denken, blijven vragen stellen en niet zomaar de gecreëerde narratieven volgen die door de Big Corporations ons worden voorgehouden.
Tegenhegemonie: De Oproep Tot Autonomie
Een tegenhegemonist gelooft in de kracht van het individu en de gemeenschap om de waarheid te achterhalen. Tegenhegemonie gaat niet over blinde achterdocht, het gaat over kritisch denken, het gaat om vragen mogen te blijven stellen, het gaat over onafhankelijke onderzoeken doen en de moed om de gevestigde orde uit te dagen. Het gaat om het creëren van ruimte voor alternatieve stemmen en verhalen die door de hegemonie worden weggezet.
Onze tegenhegemonie is een oproep om niet langer de officiële versies van de werkelijkheid zonder morren te accepteren. Het is een oproep om de kracht van alternatieve kennis te erkennen – kennis die de Big Corporationst liever niet zien. Het is een oproep om te ontdekken wat er werkelijk gebeurt achter de schermen van de politiek en de media, en om ons niet te laten manipuleren door de voorgekoude versies van de waarheid die ons worden opgedrongen.
Het Pad van de Waarheid
De tegenhegemonie is geen gemakkelijke weg. Het vereist moed om te zien wat anderen niet willen zien. Het vereist doorzettingsvermogen om door te dringen tot de diepere lagen van de maatschappij en te begrijpen hoe macht wordt geconsolideerd. Het is geen kwestie van louter wantrouwen, maar van het bewust maken van het systeem waarin we leven.
Een tegenhegemonist kijkt voorbij de façade van de Big Corporations. Vraag je af waarom dingen zijn zoals ze zijn, en wees niet bang om de antwoorden te zoeken, hoe ongemakkelijk die ook mogen zijn. Want alleen door deze ideologische strijd aan te gaan, kunnen we de echte vrijheid vinden: de vrijheid om onze eigen waarheid te ontdekken, zonder de invloed van de Big Corporations die ons proberen te controleren.
Tegenhegemonie is meer dan een idee. Het is een beweging. Het is de eerste stap naar echte bevrijding en autonomie.