Overtuigingen en aannames

Het verschil tussen overtuigingen, aannames en belemmeringen heeft te maken met hoe we denken, hoe we de wereld interpreteren en hoe we ons gedrag beïnvloeden. Hier is een korte uitleg van elk:

1. Overtuigingen:
   • Overtuigingen zijn diepgewortelde gedachten of ideeën die we als waar beschouwen. Ze vormen de basis van hoe we de wereld zien en hoe we onszelf en anderen begrijpen. Overtuigingen kunnen zowel positief als negatief zijn en hebben vaak invloed op hoe we handelen en beslissingen nemen. Voorbeeld: “Ik ben capabel om mijn doelen te bereiken” of “Mensen zijn niet te vertrouwen.”
2. Aannames:
   • Aannames zijn veronderstellingen die we maken zonder dat we ze altijd expliciet controleren of onderbouwen. We nemen dingen vaak aan op basis van eerdere ervaringen, culturele invloeden of wat anderen ons vertellen. Aannames kunnen onbewust zijn en hoeven niet altijd waar te zijn. Voorbeeld: “Iedereen houdt van chocolade” of “Als iemand niet meteen antwoordt, betekent dat dat ze boos zijn op mij.”
3. Belemmeringen:
   • Belemmeringen zijn obstakels of beperkingen die ons vermogen om vooruit te komen of succesvol te zijn, in de weg staan. Dit kunnen zowel externe factoren zijn (zoals omstandigheden of structuren in de maatschappij) als interne factoren (zoals angst, twijfel of negatieve overtuigingen). Belemmeringen kunnen voortkomen uit onze overtuigingen of aannames, maar ze zijn specifiek gerelateerd aan wat ons tegenhoudt om ons potentieel te bereiken. Voorbeeld: “Ik kan geen presentatie geven omdat ik bang ben om fouten te maken” of “Ik ben te oud om van carrière te veranderen.”

Samengevat:

• Overtuigingen zijn diepgewortelde ideeën die we als waar beschouwen.
• Aannames zijn vaak onbewuste veronderstellingen die we maken over dingen of mensen.
• Belemmeringen zijn obstakels die ons verhinderen om ons potentieel te bereiken, vaak veroorzaakt door beperkende overtuigingen of aannames.

In veel gevallen kunnen belemmeringen voortkomen uit de overtuigingen en aannames die we hebben. Bijvoorbeeld, als je de overtuiging hebt dat je niet goed genoeg bent, kan dat een belemmering vormen voor het nemen van kansen of het aangaan van nieuwe uitdagingen.