Vergrijzing of verzilvering
We lezen in de krant en we horen op de radio dat de groep ouderen steeds groter wordt. Allerlei cijfers maken duidelijk dat de vergrijzing een probleem wordt. De zorg is de groei van de groep ouderen. De AOW-kosten zullen daardoor toenemen, evenals de ziektekosten en de kosten voor de bejaardenzorg zullen stijgen. Steeds minder mensen moeten de kost verdienen voor een groter wordende groep ‘niet’-werkenden.
Publicagtie in ‘Gereformeerd Weekblad’
datum: februari 1997 (11)
auteur: Dineke van Kooten
Deze zorg wordt door de feiten onderbouwd, maar mijns inziens ook door onze kijk op ouder-worden. Immers hoe kijken wij – afgezien van de stijging van de kosten en de zorg hoe dat gefinancierd moet worden – tegen het ouder worden aan?
Uit een onderzoek naar de opvatting van jongeren over bejaarden komt duidelijk naar voren dat bejaarden vaak worden gezien als niet-creatieve, slome denkers en als personen die zich niet meer ontwikkelen, die niets meer bijleren en die ook niets meer bij te dragen hebben. Verder is ‘oud’ voor veel jongeren hetzelfde als ongezond, gebrekkig en lelijk.
Maar hoe komen jongeren aan zo’n beeld?
Daarvoor zijn diverse oorzaken aan te wijzen:
* Door de ontwikkelingen van de (natuur)wetenschappen en de techniek slaagde de mens erin zich grotendeels te bevrijden van het onderworpen zijn aan de natuurkrachten. Datgene wat hij vroeger aan God of aan de grillen van de natuur moest overlaten, kon hij geleidelijk meer en meer beheersen en naar zijn hand zetten. Maar het proces van ouder worden kunnen we niet tegengaan. Dat veroorzaakt machteloosheid waarvoor we ons het liefst afsluiten. En als het even kan er ons van afkeren en de last van deze ‘aftakeling’ bij ouderen neerleggen.
* De reclame laat zien hoe belangrijk: jong, gezond, slank en snel is. Ze laten zien hoe dat bereikt kan worden met allerlei producten van de eerste levensbehoeften tot aan luxe goederen toe. Dat we eens ouder worden, wordt buiten beeld gehouden. Laat staan, dat men gebruik maakt van de eigenschappen van ouderen zoals: wijsheid, ervaring, etc.
* Veel mensen vinden dat de zin van het leven bestaat uit werken. Als zij dan ook door hun leeftijd gedwongen worden te stoppen met werken, wordt voor hen het leven zinloos. Met name jongeren kijken op deze manier tegen het ouder worden aan.
* Als wij, volwassenen, betaald werk als het hoogste goed zien en de senioren jaren als een periode van verveling, vereenzaming, nutteloosheid, slechte gezondheid en onaantrekkelijkheid, dan is het waarschijnlijk dat we ons bewust en onbewust naar deze negatieve beelden richten.
* De middengeneratie draagt niet alleen zijn persoonlijke verwachtingen van oud worden aan jongeren over, maar ook hun voorbeeld doet jongeren volgen in het omgaan met ouderen. Vinden wij dat we bejaarden niet meer voor ‘vol’ kunnen aanzien, dat wij bijvoorbeeld af en toe gewoon beslissingen voor ‘hun eigen bestwil’ moeten nemen? Als wij zo over senioren praten, wat verwachten wij dan van onze kinderen tegen de tijd dat wij zo oud zijn?
Maar hoe willen wij dan oud zijn of oud worden?
Veelal zijn wij bang dat we als we oud zijn afgewezen of verlaten worden. We zijn bang dat we als een last zullen worden gezien. Dat men zich aan ons zal ergeren, ons zal uitlachen of dat men ons als waardeloos zal beschouwen. We zijn bang dat we er alleen voor te komen staan.
Het vraagt dus wel een ommekeer in ons denken. Wij zouden in onze ouderdom en in het uur van onze dood geestelijke vrijheid uitstralen als wij zouden zeggen dat wij:
* dankbaar zijn voor ons leven.
* verlangen te vergeven en vergeving te ontvangen.
* vol hoop zijn dat zij die van ons hielden, hun leven in vreugde en vrede zouden voortzetten, en vol vertrouwen zijn dat de Heere Jezus die ons roept, iedereen zal leiden die op de een of andere manier deel van ons leven is geweest.
* beseffen dat we geborgen zijn in Gods hand – wat er verder ook gebeurt – dan hebben we niets of niemand meer te vrezen, dan kunnen we met een onwankelbaar vertrouwen door ouder worden.
* van daaruit anderen voor ons kunnen laten zorgen. We worden steeds meer kind. We leven dan steeds meer van de genade. En geven anderen de gelégenheid om voor ons te zorgen.
Als we zo verlangen oud te worden, zijn we niet alleen onderdeel van de vergrijzing, maar kennen we ook een verzilvering. Dan is het een gezegende ouderdom, ook al zijn we misschien één van die ouderen wiens bestaan wèl gekenmerkt wordt door zwakte, gebrokenheid en totale afhankelijkheid.
Deze keuze vraagt van de middengeneratie en van jongeren dat ze voor oudere en stervende mensen zorgen met alle tederheid en liefde, zoals God dat van ons vraagt. Als we deze keuze doen, dan zullen we in staat zijn het gelaat van Jezus te zien in de ouderen, maar ook in de armen, de verslaafden en in hen die leven met aids en kanker. Het is de keuze van het menselijk hart dat diep geraakt is door de Geest van Jezus en daardoor in staat is die Geest over-al te herkennen waar er mensen hun krachten verliezen en sterven.
Dan kunnen we aanwezig zijn op talloze manieren: met woorden, met een gebed of een zegening, met een tedere aanraking, met luisteren, met er gewoon te zijn. Maar op al deze wijzen kunnen we uitdrukking geven aan ons geloof dat zij voor wie we zorgen kostbaar zijn in Gods ogen. Door er te zijn voor anderen, naast hen te staan en voor hen te zorgen, willen we deze heilige waarheid blijven verkondigen. Dan is er geen angst meer voor de vergrijzing, dan zullen de toekomstige werkenden met liefde ouderen een kans geven hun leven te verzilveren en zal het vergrijzingsbeeld van de jongeren veranderen.