Dit ben IK!

Ik geloof dat mijn IK bestaat uit 3 componenten: Mijn persoonlijkheid, gaven en DNA, mijn gender en het feit dat het de bedoeling is dat ik besta.

Mijn DNA bepaalt mijn uiterlijke kenmerken, gezondheid en aanleg voor bepaalde eigenschappen. Mijn persoonlijkheid bepaalt hoe ik in het leven sta en hoe ik me gedraag. Persoonlijkheid verwijst naar de unieke en relatief stabiele patronen van gedragingen die een individu kenmerken. Het omvat een breed scala aan eigenschappen, zoals temperament, emotionele reacties, sociale interacties en de manier waarop iemand zich aanpast aan verschillende situaties. Persoonlijkheid kan worden beïnvloed door genetische factoren, omgevingsinvloeden en levenservaringen. Mijn gaven, oftewel mijn talenten en vaardigheden, laten zien waar ik goed in ben en wat mij uniek maakt.

Voor elk individu is het de bedoeling dat hij/zij hier en nu geboren is. Het is de bedoeling dat je in je gezin van herkomst geboren bent. Je bent ontstaan uit deze zaadcel en deze eicel, zodat je precies wordt zoals je bedoeld bent, zodat je ook de bedoeling van je leven vorm kunt gaan geven. Mijn IK, gevormd door mijn DNA, persoonlijkheid en gaven, speelt een belangrijke rol in het vervullen van die bedoeling. Mijn unieke eigenschappen en talenten maken mij geschikt voor bepaalde taken en taken die de wereld nodig heeft.

Daarnaast geloof ik dat mijn gender, of dat nu vrouwelijk of mannelijk is, ook een belangrijk onderdeel is van mijn IK. Mijn gender beïnvloedt hoe ik mij identificeer, hoe ik mij ontwikkel en hoe ik de wereld ervaar. Mijn gender bepaalt mijn hersenstructuur, mijn hormonen, mijn cyclus. Mijn gender vormt dus een essentieel onderdeel van mijn identiteit en heeft invloed op hoe ik mezelf ervaar.

Het is belangrijk om mijn IK te omarmen, mijn eigenheid te ontdekken en te waarderen, omdat het een unieke combinatie is van factoren die mij maken tot wie ik ben.

Mijn gezin van herkomst, mijn school en mijn peers spelen een cruciale rol in mijn ontwikkeling als individu. Deze drie omgevingen zijn verantwoordelijk voor hoe mijn IK vorm krijgt. Mijn gezin, de scholen die ik heb doorlopen en mijn leeftijdsgenoten beïnvloeden mijn waarden, normen en gedragingen op een diepgaande manier.

Ten eerste is mijn gezin van herkomst een belangrijke invloed op mijn ontwikkeling. Het gezin is vaak de eerste sociale omgeving waarin een kind opgroeit en leert hoe zich te gedragen in de wereld. Van mijn ouders krijg ik mijn eerste levensbehoefte naar lichaam, ziel en geest. Ik doe in hun omgeving mijn aller eerste ervaringen op met tal van aspecten van het leven.
Als het goed is zegt mijn moeder: “WELKOM! Je mag er zijn!” en mijn vader zegt: “GA! Je kunt het!”. En als ze dat niet doen, niet kunnen of niet beseffen, dan ben ik daar de rest van mijn leven nog steeds naar op zoek.
Ik heb van mijn ouders geleerd welke normen en waarden belangrijk zijn, hoe ik om moet gaan met emoties en conflicten, en wat mijn rol is binnen de familie. Deze lessen vormen de basis voor mijn verdere ontwikkeling en bepalen in grote mate hoe ik mijzelf zie en hoe ik met anderen omga.

Dan ga ik als kind naar de lagere, de middelbare school en het vervolgonderwijs. De volgende belangrijke stap in mijn ontwikkeling. Op school breng ik een groot deel van mijn tijd door en kom ik in aanraking met verschillende leerkrachten en lesstof. Ik leer hier niet alleen academische vaardigheden, maar ook sociale vaardigheden, zoals samenwerken, communiceren en omgaan met diversiteit. Daarnaast biedt school mij de mogelijkheid om mijzelf te ontdekken en te ontwikkelen op zowel cognitief als persoonlijk vlak. Ik doe gedurende die tijd positieve en negatieve ervaringen op.

Tenslotte hebben mijn peers, mijn leeftijdsgenoten, een grote invloed op mijn ontwikkeling. Zij fungeren als spiegels waarin ik mijzelf kan zien en vergelijken met anderen. Door interactie met mijn peers leer ik sociale vaardigheden, ontwikkel ik mijn eigen identiteit en ontdek ik mijn interesses en talenten. Mijn peers kunnen mij inspireren, uitdagen en steunen in mijn groei en ontwikkeling. Door de aansluiting met mijn peers leer ik mijn identiteit ontwikkelen, omdat ik in hun spiegel kijk. Maar heb ik geen aansluiting, dan wordt het voor mij erg moeilijk om mijn eigenheid te ontdekken. Het kan ook zijn dat mijn leeftijdsgenoten mij pesten en mij buitensluiten, omdat ik op de een of andere manier anders ben. Dat zal mijn leven tekenen.

Kortom, mijn gezin van herkomst, mijn school en mijn peers zijn essentiële invloeden op mijn ontwikkeling als tot IK. Zij vormen de basis waarop ik mijn identiteit bouw, mijn normen en waarden vorm en mijn talenten ontdek. Het is belangrijk om bewust te zijn van deze invloeden en hier kritisch naar te kijken, zodat ik mijzelf optimaal kan ontwikkelen en mijn potentieel kan benutten.

Van mijn gezin van herkomst, van de scholen waar ik op gezeten heb, van de leeftijdsgenoten die ik ontmoet heb leer ik (on)bewust heel veel. Ze bevestigen of ontkrachten me. Ze spreken dingen over mij uit die mij ontkrachten of mij in mijn kracht zetten. Ik krijg door het contact met hen overtuigingen, aannames en regels en tegels mee die de kijk op mijzelf en de wereld om mij heen: versterken, verzwakken of neutraliseren. Dat gaat zowel over goede dingen als over kwade dingen.
Wanneer je het plaatjes bekijkt, dan zie je hoeveel krachten en tegenkrachten er dus invloed hebben op de ontwikkeling van mijn IK, op de ontwikkeling van al dat geven wat in de kiem in mij zit.

En al die krachten en tegenkrachten hebben hun uitwerking op mij en mijn overlevingsmechanismen. Door schaduwwerk en mijn persoonlijke ontwikkeling te doen na mijn 23ste kan ik zelf bepalen wat ik mee neem als waardevol, wat ik terugleg bij mijn ouders, broers en zussen, bij mijn leerkrachten, docenten en medeleerlingen en studenten en wat ik vooralsnog laat zijn wat het is. Door dat werk te doen kom ik uit de verf en laat ik alles meewerken ten goede.