De innerlijke ruimte van het ouder worden
Herman Andriessen benadrukt in zijn boeken dat het in de ouderdom gaat over de vruchtbare zelfkennis.
Gaan-de-weg worden we wie we zijn en mogen zijn.
Gaan-de-weg worden we vrij van wat ons daarbij onderweg belemmert, op weg naar het ‘Geheim’ dat het leven draagt en dat zich uitspreekt in onze ervaringen van angst en verlangen. Het is een groot thema in de boeken van Herman Andriessen. In dit laatste boek van hem – Staan in het einde (2009) gaat hij met ons de weg tussen angst en verlangen in het licht van de schitterende fresco’s uit Assisië, teksten die hij schreef na langdurig en aandachtig kijken naar Giotto’s visie op de spiritualiteit en levensloop van Franciscus. Andriessen nodigt ons uit om de fresco’s van Giotto over de altijd actuele gestalte van Franciscus van Assisi op een nieuwe en directe manier te zien en te begrijpen om tot een spirituele interpretatie van onze eigen levensloop te geraken.
Om de oogst binnen te halen (hoe oud we ook zijn), is zelfkennis nodig.
Zelfkennis krijg je door het innerlijk schouwen van je levensloop.
Het is gaan stilstaan bij de diepere lagen van ons leven.
Het gaat dan om de vragen:
* Ben ik degene geworden die ik bedoeld was te zijn?
– Zo ja, wat heeft mij geholpen?
– Zo nee, wat heeft mij belemmerd?
* Is er een lijn (al dan niet verborgen) te ontdekken in mijn leven? Komen er gedurende het leven lijnen bij elkaar?
– Zo ja, wat heeft mij geholpen?
– Zo nee, wat heeft mij belemmerd?
* Wat zijn de hoofdthema’s in mijn leven? Voor welke thema’s ben ik dankbaar? Voor welke thema’s schaam ik mij?
* Wat is mijn bijdrage aan het stukje geschiedenis? Waar heb ik wat in het leven kunnen neerzetten (ook al heeft niemand het gezien)?
– Ja, die zijn er! Wat heeft mij geholpen?
– Nee, die zie ik niet! Wat heeft mij belemmerd?
Andere mooie vragen voor een levenslijn zijn:
Maak zichtbaar waar in je leven de volgende woorden zichtbaar werden
* Lichamelijke kwetsbaarheid en geestelijk groei
* Levensloop en roeping {verantwoordelijkheid, gehoor geven aan, tekort schieten, geven en ontvangen}, wat zijn de vruchten, wat zijn de tekorten.
* Voorbije tijd en verwondering [is het leven ‘vanzelf’ gegaan of waren er worstelingen en verwonder ik mij: Hoe heb ik het vol kunnen houden? Waar heb ik de kracht vandaan gehaadl?]
* Generativiteit en wijsheid {Ik ben een schakel tussen mijn voorgeslacht en mijn nageslacht: Wat heb ik ontvangen? Wat geef ik door?]
* Het kwaad en de vertrouwensbodem [Welk kwaad kwam ik in mijn leven tegen? Welk kwaad heb ik aangedaan? Wat waren de donkere en pijnlijke kanten van mijn leven? Wat was mijn geluk? Wat was mijn ongeluk? Wat was mijn vreugde? Wat was mijn verdriet? Wat was leven en wat was dood?]
* Eigenheid en innerlijke vrijheid [Durf(de) ik mijn eigen gang te gaan in alle voorlopigheid, met plezier en creativiteit? Wat heb ik in mijn leven vanuit mijn innerlijke vrijheid gedaan? Wat werd ingesnoerd? Durfde ik mijn eigen opvattingen te hebben? Durfde ik mijn eigen koers te varen?]
* Breuklijnen en verzoening {Welke conflicten heb ik in mijn leven meegemaak? Welke zijn er verzoend? Welke zijn er nog niet hersteld? Welke verbindingen zijn er verbroken? Hoe kijk ik daar op terug? Wat is mijn verlangen?}
* Transcendentie en dankbaarheid [Waar in mijn leven werd ik me bewust van het transcendente (bewust van het hoger, buitenzintuiglijk bewustzijn), waar ervaarde ik het immanente (het hogere dat in mijn ervaarbaar werd)? Waarvoor vult mijn hart zich met dankbaarheid?]
* Hoe ontdekte ik in mijn leven de zin van mijn bestaan? Wat was de in mij opgesloten roep, die zichtbaar wilde worden?
Ergens zegt Andriessen: Jij opent de ruimte die schuilt diep in mijn bestaan. Jij alleen hebt de sleutel. Jij alleen kent het geheim. (Grafwacht, p. 15)
Die innerlijke ruimte ontdekken, is een indrukwekkend gebeuren. Die innerlijke ruimte betreden is een daad van geloof. Die innerlijke ruimte vrijmaken van alle onuitgepakte en uitgepakte dozen kan een klus zijn. In die ruimte ontdekken dat er nog verlangen ligt opgesloten en dat vorm geven in deze fase van het leven is belangrijk. Als dat geen vorm meer kan krijgen, dan is rouwen een belangrijke beweging.
Temidden van alle angsten en vragen en het omzien naar uitzicht en stilte sta Jij als mijn enige antwoord. Jij, groter dan mijn hart en van mijn verlangen de oorsprong. (Grafwacht, p.44)
Maar wat is die innerlijke ruimte? Die innerlijke ruimte is een kamer in ons, waarin het innerlijk proces van ons leven in hun waarde worden doorzien en in hun relevantie worden gewogen. In die innerlijke ruimte is er geen oordeel of veroordeling, is er geen goed of fout.
Wie leeft overeenkomstig de zin van het ouder worden raakt in zijn latere jaren steeds meer naar binnen gekeerd. Zo iemand wordt complemplatiever. Men is met zijn innerlijk oog opmerkzaam op zijn gehele leven. Men overweegt en weegt wat het leven heeft gebracht.
In de innerlijke ruimte vindt het schouwen plaats en zijn we verbonden met momenten van de rijkdom van ons geleefde leven.
Kijk voor het concreet maken van jouw levenslijn op: levensgeschiedenis/
Reactie van een lezer:
Dit artikel geeft mij een interessante kijk op het ouder worden en de zoektocht naar zelfkennis en innerlijke ruimte. Het benadrukken van het belang van reflectie en introspectie is zeker waardevol, vooral naarmate we ouder worden.
Ik vind dit artikel inspirerend en nodigt mij, als lezer, uit om na te denken over mijn eigen levensloop en betekenisvolle thema’s in mijn leven. Het zou geweldig zijn om meer discussie te zien over hoe men deze concepten kan omzetten in acties voor groei en vervulling.