Memento Mori – Sterven als geestelijk proces
Voor ieder mens komt het moment dat hij gaat sterven. Soms plotseling, onverwacht, bijvoorbeeld bij een ongeluk, of door een hartinfarct. Maar vaak is het sterven een heel proces en maken mensen veel mee – zowel degene die sterft als de naasten. Het is goed om stil te staan bij de diep menselijke processen die horen bij overlijden. Er is zelfs een gezegde voor: Memento Mori: besef dat je zult sterven.
Elisabeth Kübler Ross, een Zwitserse psychiater, verdiepte zich als een van de eersten in de verschillende fases van rouw rondom het sterfproces en ontdekte dat deze fases door veel mensen beleefd worden. Eerst is er ontkenning; je wilt het gewoon niet weten. Dan is er het marchanderen: als ik nu maar zus of zo doe, dan zal het wel goed gaan. Dan is er een periode van boosheid en agressie, juist ook naar dierbaren toe. En dan volgt er meestal een fase van depressie die heel diep kan gaan en lang kan duren. Uiteindelijk ontstaat er dan toch vaak acceptatie. Deze fases kunnen een andere volgorde hebben of door elkaar spelen, maar het is goed om ze te herkennen en accepteren. Het zijn diep menselijke processen die je ook kunt meemaken na een forse tegenslag in je leven.
Tijdschrift: sterven – 5 oktober 2023
auteur: Huib De Ruiter
website: https://www.antroposana.nl/23-02-memento-mori-sterven-als-geestelijk-proces-338
Meer tussen hemel en aarde
Vanuit antroposofisch gezichtspunt gezien is er veel te zeggen over leven en sterven. We leven ons leven op aarde, maar we komen uit een hogere, niet materiële wereld. We zijn dus meer dan ons lichaam. Als we sterven, laten we, volgens Rudolf Steiner, ons lichaam achter en gaat onze geest op in die andere, geestelijke wereld. Daar is ons thuis. Met het sterven gaan we daar naar terug. De geestelijke wereld is een wereld van licht en warmte, klank en kleur, met vele geestelijke wezens. Zoals we hier op aarde de natuurrijken kennen (het minerale, planten- en dierenrijk), zijn er daar hiërarchieën: geestelijke wezens van allerlei niveaus, waaronder engelen en aartsengelen. Elk van hen heeft heel verschillende kwaliteiten. Mensen die een bijna-doodervaring hadden, zijn even in die hogere wereld geweest en beschrijven daar iets van als ze weer bijkomen. Zij vertellen over een vredige, stralende lichtwereld en ook vaak over een ontmoeting met een licht-wezen, waar een onbeschrijfelijke liefde vanuit gaat. Ook zien ze vaak dierbaren die al waren overleden, zoals ouders en andere familieleden. In de geestelijke wereld leven we samen met onze dierbaren en bekenden. Rudolf Steiner noemt het sterven “het grootste moment in een mensenleven”. Dan ontmoeten wij volgens hem Christus. Sommigen zullen liever spreken van een ontmoeting met “de Liefde” of “het Licht”.
Als we sterven, laten we ons lichaam achter en gaat onze geest op in die andere, geestelijke wereld.
Daar is ons thuis.
Bijzondere boodschappen
Als je mensen spreekt na het sterven van een dierbare en hen vraagt of ze het gevoel hebben dat de overledene er nog is, of helemaal ‘weg’ is, dan is het meestal zo dat zij overledenen op een bepaalde manier nog ervaren. Soms was er een droom, waarin de overledene verscheen, vaak in positieve zin. Of er waren momenten dat ze een aanwezigheid voelden. Of er belde iemand op, net in een moeilijke fase bij veel verdriet of eenzaamheid. Anderen hadden natuurervaringen, zoals vlinders die in de buurt bleven of op de arm kwamen zitten. Een vogelaar die zijn vader verloor, zag midden in een drukke stad een roofvogel op straat landen die voor hem ging zitten. Het voelde als een boodschap van zijn vader.
Contact
Mensen die iets ervaren van een overledene zijn nog wel eens beducht om contact te zoeken, vanuit het idee dat je de overledenen met rust moet laten. Maar in feite is het zo dat de dierbare vanuit de andere wereld meestal juist graag contact houdt en ook graag wil helpen waar mogelijk. Wat misschien wel moeilijk is voor de overledene is een erg langdurig of blijvend verdriet van degene die is achtergebleven.
Ook het zich materieel voorstellen van de overledene werkt enigszins belastend. De geest van de overledene heeft immers een lichtgestalte aangenomen en leeft in een wereld van licht en warmte.
Opgave
Het stervensproces is niet alleen een hele opgave voor de persoon zelf, maar ook voor de mensen eromheen. Het kan op een gegeven moment te veel of te zwaar worden. Dan kan een opname in een hospice uitkomst bieden. Dat is mentaal gezien soms wel een hele stap, maar het kan een uitkomst zijn. Een hospice biedt dag en nacht verzorging. Naast een arts en verpleegkundigen werken er vaak veel vrijwilligers, meestal wat oudere mensen, met levenservaring en met veel aandacht voor de patiënt. Het is een warme en omhullende omgeving.
Ook kunnen inwrijvingen, een soort massages met etherische olie, en muziek van bijvoorbeeld lier of cello – instrumenten die het gevoelsleven aanspreken – ondersteunend werken. Ook de medische palliatieve zorg is met palliatief werkende artsen en zingevingscoaches al jaren heel goed geregeld.
In feite houdt de dierbare vanuit die andere wereld meestal graag contact en wil helpen waar mogelijk
Helper voor onderweg
Als het sterven naderbij komt, is er een antroposofisch middel dat goed kan werken: Olibanum comp. Het geeft vaak rust en vermindert pijn en angst. Het is een samenstelling van goud, wierook en mirre, homeopathisch verdund. Goud werkt op het hoogste geestelijke in de mens. Goud is onaantastbaar, blijft heel sterk zichzelf en dat bekrachtigt. Het biedt de stervende mens een toegang tot het geestelijke, tot de geestelijke wereld. Wierook staat ook al eeuwen in hoog aanzien. Het werd in het oude Rome met goud afgewogen: het was zijn gewicht in goud waard. Wierook, een geurige harsgom (Olibanum), zuivert en haalt de mens uit het alledaagse en tilt hem op naar het geestelijke. Mirre, ook een kruidige plantenhars uit de woestijn, versterkt de integriteit van lichaam en ziel. Mirre is een symbool voor de overwinning van het leven op de dood. Zo helpt dit Olibanum preparaat de stervende om de weg naar het geestelijke te gaan: het vormt een brug naar de lichtwereld.
Plantenzaden zijn kleine kosmische enclaves, die na een rustperiode weer zullen opleven
Nieuwe bedding
We hebben het mensenleven eerder wel eens vergeleken met de processen die zich in het plantenleven afspelen. Als planten uitgebloeid zijn gaat de vitaliteit achteruit: de plant verdroogt en sterft af.
Toch is er tegelijk iets in de plant wat juist gedijt: het zaad. Het zaad rijpt, het verkleurt van groen naar bruin of zwart. Soms wordt het zaad met de wind meegenomen, vaak valt het gewoon op de aarde en blijft daar liggen. Het zaad doorstaat weer en wind, en ook de winterse kou. In dit proces werken saturnische krachten: de krachten van kou en dood, maar ook van warmte en opstanding. Zaden zijn vaak olierijk, of bevatten beschermende vetten. Dat is een herinnering aan de zomerse warmte, die zich in de plant heeft uitgedrukt. Zo is het zaad een kleine kosmische enclave, waarin het geestelijke van het plantenwezen zich nog kan manifesteren. Ze is in de aarde gevallen, maar zal na een rustperiode weer opleven. Het is wachten op de tijd dat de omstandigheden weer gunstig zijn om te ontkiemen zodat een nieuwe cyclus kan beginnen. Het gezegde Memento Mori heeft misschien wel een aanvulling nodig: Memento Vivere. Gedenk dat je lichaam weliswaar sterft, maar dat ben jij niet zelf. Jij bent een geestelijk wezen dat teruggaat naar zijn oorsprong, zijn thuis, in de geestelijke wereld. En net als bij de zaden van de plant zal er een tijd komen dat de omstandigheden weer gunstig zijn om opnieuw een bedding te vinden op aarde.
Verder lezen:
• Elisabeth Kübler-Ross | Over de dood en het leven daarna | Ambo
• Elisabeth Kübler-Ross & David Kessler| Levenslessen | Ambo
Goud, wierook en mirre
De antroposofische farmacie heeft drie preparaten ontwikkeld voor de palliatieve zorg die gevormd zijn uit goud, wierook en mirre. De geneesmiddelen heten Aurum comp. (Wala), Olibanum comp. (Weleda) en Myrrha comp (Weleda). Zij verschillen van elkaar in bereiding en homeopatische potentie. Deze middelen dienen als algeheel versterkende ondersteuning bij het stervensproces en worden door een arts via een injectie toegediend.
Van de ‘Driekoningenzalf’ (goud, mirre en wierook) uit de tube Aurum Comp. Unguentum (Wala), kun je een klein -beetje aanbrengen op de polsen, of op een lapje voor op de borst ter hoogte van het hart. Met de ‘Goudzalf’ (goud, roos, lavendel) uit de tube Aurum Lavandula comp. Creme (Weleda), kun je hetzelfde doen. Deze zalven zijn vrij verkrijgbaar bij Weleda in Duitsland. Ook te bestellen via de Weleda Geneesmiddelenapp in Nederland.
Goud toont een relatie met de zon (macrokosmos) en het hart (microkosmos), wierook toont verbinding met de lucht en de ademhaling, terwijl mirre samenhangt met de stofwisseling. Samen verlichten deze drie het hart. Ze verminderen angsten, geven ademruimte en reduceren onrust terwijl ze ook de stofwisseling helpen om helend en warm los te laten. Zo helpen ze de stervende mens om in evenwicht en goede verbinding met zichzelf, in rust en overgave heen te gaan.
Huib de Ruiter is oud-huisarts van Gezondheidscentrum De Lemniscaat in Leiden. Hij bestudeert de werkzame eigenschappen van grondstoffen voor antroposofische geneesmiddelen. In Ita deelt hij zijn bevindingen.