Reformatorisch mannenrol
Falende doordenking mannenrol oorzaak genderkloof
„De taak van de man ligt vooral in het aanbrengen en bewaken van orde, terwijl de vrouw toegerust is voor het scheppen van verbinding en eenheid.” beeld iStock
OPINIE
Over de man zijn we in de reformatorische gezindte veel te snel uitgepraat in de discussie over de verhouding man/vrouw. Tijd om zijn rol weer serieus te nemen.
In de eerste plaats worden de moeizame discussies over positie van de vrouw) en de stille emancipatie van de vrouw) niet veroorzaakt door een tanend Schriftgezag of de nieuwe hermeneutiek, maar vooral door het weglopen voor de discussie over de rol en positie van de man. Paula Schot merkte dat terecht op tijdens de netwerkdag van het Dutch Biblebelt Network.
auteur: Hilde Westerman-Dannenberg
datum: 18 december 2023
website: https://www.rd.nl/artikel/1045845-falende-doordenking-mannenrol-oorzaak-genderkloof
De positie van de vrouw levert in de gereformeerde gezindte allerlei moeizame discussies op. Is het niet in de politiek en de maatschappij, dan toch wel in de kerk. De invloed van de moderne cultuur is daarbij een heel belangrijke factor. Allerlei Bijbelpassages botsen immers met wat in onze tijd normaal en vanzelfsprekend wordt gevonden.
In de samenleving is al bijna een eeuw een toenemende gezags- en vaderschapscrisis aan de gang. En omdat de m/v-rollen intrinsiek aan elkaar verbonden zijn, is het niet gek dat vrouwen hun rol anders gaan opvatten. Dat levert dan veel stof voor discussie op, terwijl we over de man snel zijn uitgesproken. Hoewel, de bespreking van het boek ”Go home for Dinner” van Mike Pence en die van ”The toxic war on masculinity” van Nancy Pearcey zijn een goede aanzet.
Meestal komen we niet verder dan: hij is het hoofd van de vrouw en dat betekent dat „de man als gezagsdrager en leidinggevende optreedt”. Punt. Geen wonder dat zo’n typering zoveel moeizame discussies over de rol van de vrouw oplevert. De typering ”gezagsdrager” is Bijbels (1 Korinthe 11), maar de typering ”leidinggevende” is cultureel bepaald en behoeft dus nadere uitleg. Dat de vrouw in Bijbelse tijden geen leidinggevende functies had, is niet waar. Evenals Deborah heeft ook Mirjam, Mozes’ zus, wel degelijk leiding gegeven (Micha 6:4). Dat was geen foutje of noodgreep door gebrek aan mannen. Daarnaast kennen het Oude én Nieuwe Testament ook veel profetessen. En wat te denken van Febe (Romeinen 16:1) en de oudere vrouwen in de gemeente die opgeroepen worden om leraressen van het goede te zijn (Titus 2:3)? Dat gaat toch niet zonder leidinggeven?
Terecht grijpen de schrijvers van Bijbels Beraad M/V terug op de schepping van man en vrouw. Maar ze missen mijns inziens toch een kern als ze schrijven dat „de taak van de man vooral buiten ligt, in de wereld om hem heen, en de taak van de vrouw binnen, in de zorg en de (op)voeding van het gezin dat uit haar als moeder voorkomt”. Bijbels gezien is juist de vader de eerst verantwoordelijke voor de opvoeding! Als de man zijn rol alleen maar buiten de deur ziet, hoe wil hij dan zijn rol als priester van het gezin vervullen? Een betere omschrijving zou zijn dat de taak van de man vooral ligt in het aanbrengen en bewaken van orde, terwijl de vrouw toegerust is voor het scheppen van verbinding en eenheid.
Leven geven
Daarmee zijn de vragen die gesteld worden bij het feit dat vrouwen leidinggevende posities innemen niet meer opportuun. Zo wordt maar weer eens duidelijk dat het er wel toe doet hoe men de eerste hoofdstukken van Genesis uitlegt.
Het moederschap is inderdaad diep verbonden met de identiteit van de vrouw. Adam gaf daar uiting aan toen hij na Gods belofte zijn vrouw Eva noemde: moeder van alle levenden. Dit was niet alleen een uiting van zijn geloof in Gods belofte, maar ook een juist begrip van zijn rol als man: hij prijst haar in de poorten. Daar verlangt menige vrouw naar: een man die haar prijst. Laten mannen daar eens beginnen.
Ik betoogde al eens eerder dat het vaderschap een uiting moet zijn van Gods Vaderschap (Deuteronomium 32; RD 26-11-2018). Datzelfde geldt voor het moederschap (Jesaja 49 en 66): God troost, ontfermt, vergadert bijeen, vergeet nooit. Gelukkig hoeven vrouwen daarvoor niet getrouwd te zijn of zelf kinderen te hebben. Dat moederschap mocht Deborah in haar leidinggevende positie in Israël door Gods genade uitleven (Richteren 5).
Liefde
In het kader van het huwelijk legt Paulus het hoofd-zijn van de man in de Efezebrief uit: „Gij mannen, hebt uw eigen vrouwen lief, gelijk ook Christus de gemeente liefgehad heeft en Zichzelf voor haar heeft overgegeven” (Efeze 5:25). Dit geheimenis grijpt terug op het paradijs, maar kon pas begrepen worden nadat de tweede Adam Zijn leven had gegeven. Johannes schrijft immers: „Hieraan hebben wij de liefde gekend, dat Hij Zijn leven voor ons gesteld heeft” (1 Johannes 3:16).
Dus hoe vervult de man zijn rol als hoofd? Door zijn vrouw lief te hebben en zijn leven voor haar te geven. Hoe ziet dat eruit in onze tijd? Laten we eerst deze handschoen oppakken en deze vragen doordenken. Dan komt het met de positie en de rol van de vrouw ook wel goed. Welke vrouw zou immers niet onderdanig willen zijn aan een man die haar liefheeft en zijn leven voor haar wil geven?
Mannen hoeven voor deze vragen niet weg te lopen uit angst voor hun tekort. (Dat is er net zo goed aan de zijde van vrouwen.) Zelfs Abraham was, ondanks zijn grote liefde voor Sara, niet vlekkeloos. De Heere moest Sara tot twee keer toe te hulp komen toen Abraham de rollen omdraaide: niet hij gaf zijn leven voor zijn vrouw, maar Sara dreigde haar leven te moeten doorbrengen in de harem van een vreemde! En zelfs toen Izak geboren was, moest de Heere God Abraham vermanen om naar zijn vrouw te luisteren. Er is wat dat betreft nog maar weinig veranderd.
De auteur is bestuurslid van het Wetenschappelijk Instituut voor de SGP.